Neutrale middelen (zonder geneesmiddel) op de huid tijdens de borstvoedingsperiode

In het kort

Dit zijn de basisbestanddelen van middelen die op de huid worden gesmeerd. Ze worden niet of nauwelijks door de huid opgenomen. Deze middelen kunnen over het algemeen veilig worden gebruikt tijdens de borstvoeding.

Let op:

  • Direct contact (via de mond) van het kind met het middel moet worden voorkomen.
  • Wanneer de borst moet worden behandeld, maak dan het gebied rond de tepel vóór het voeden schoon.
  • Vermijd langdurig gebruik van paraffine en vaseline op de borst.

Risico indeling

  • Meest veilig tooltip icon Dit geneesmiddel is -binnen deze groep- de veiligste keuze voor gebruik tijdens de borstvoedingsperiode. Er is, in onderzoek of in de praktijk, geen verhoogd risico gevonden op nadelige effecten voor de zuigeling of op de melkproductie.
    • - carbomeerwatergel
    • - cetomacrogol crème/smeersel/zalf
    • - hypromellose zalf
    • - koelzalf
    • - lanette crème/smeersel/zalf
    • - waterhoudende zalf
    • - zinkolie
    • - zinkoxide pasta/schudsel/smeersel/zalf
    • - zok-zalf
  • Waarschijnlijk veilig tooltip icon Dit geneesmiddel kan gebruikt worden tijdens de borstvoedingsperiode. Maar indien mogelijk heeft een geneesmiddel uit de categorie ‘Meest veilig’ de voorkeur. Bijvoorbeeld omdat er minder van dat middel in de melk terechtkomt of omdat er meer onderzoek naar is gedaan.
    • - paraffine
    • - vaseline-cetamacrogolcrème
    • - vaseline-lanettecrème

Achtergrondinformatie

Pas op met langdurig en veelvuldig gebruik van paraffine en vaseline op de borst
Paraffine en vaseline bevatten moleculen met korte en lange koolstofketens. Moleculen met lange koolstofketens worden slecht opgenomen door de huid. De korte keten moleculen kunnen wel door de huid worden opgenomen. Wanneer paraffine en vaseline voor een langere periode en/of meerdere keren per dag op de borst worden gesmeerd, kunnen de moleculen zich ophopen in het vet van de moedermelk [1]. Hierdoor kan het kind meer binnen krijgen dan de aanvaardbare dagelijkse inname. Zeker als er ook nog inname plaatsvindt door direct oraal contact van de zuigeling met de -niet goed schoongemaakte- huid.

Zie voor meer algemene informatie de pagina over indifferente middelen van het Farmacotherapeutisch Kompas.

arrow icon
Noti A, Grob K, Biedermann M. Exposure of babies to C15-C45 mineral paraffins from human milk and breast salves. Regulatory toxicology and pharmacology : RTP. 2003-12-01;38(3):317-25

Laatst bijgewerkt op 05-01-2022


Bij elke zwangerschap is er een basisrisico van 10 tot 15% op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een aangeboren afwijking. De informatie bij zwangerschap gaat over de vraag of dit risico groter wordt door gebruik van het geneesmiddel of vaccin. Daarnaast bespreken we diverse andere risico’s voor het ongeboren kind, zoals de kans op vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. De informatie bij borstvoeding is gebaseerd op het mogelijke risico voor de zuigeling, uitgaande van een gezonde, voldragen baby van 0 tot 2 maanden. Bij een te vroeg geboren, kleine, lichte of zieke baby moet men extra voorzichtig zijn. Een oudere zuigeling is juist minder kwetsbaar. We gaan bij zwangerschap en borstvoeding uit van de gebruikelijke dosering, zonder dat de patiënt daarbij andere geneesmiddelen gebruikt. Of het gebruik van een geneesmiddel de beste keuze is, en welk geneesmiddel in dat geval de voorkeur heeft, kan per persoon en per situatie verschillen. Daarom is goed overleg tussen zorgverlener en patiënt essentieel. Deze informatie is bedoeld ter ondersteuning van dit overleg en kan de medische zorg niet vervangen.