De behandeling van (acute) pijn tijdens de zwangerschap

In het kort

 

  • Pijnstillers worden veel gebruikt in de zwangerschap. 
  • Gebruik pijnstillers zo kort mogelijk en in een zo laag mogelijke dosis die wel werkt. 
  • Paracetamol heeft de voorkeur in de zwangerschap.
  • Niet elke pijnstiller kan zonder problemen gebruikt worden in de zwangerschap. Hierdoor kan het lastig zijn pijn goed te behandelen.
  • NSAID’s (zoals ibuprofen en naproxen) kunnen niet gebruikt worden in het 3e trimester. 

Achtergrondinformatie

Vrij verkrijgbare pijnstillers worden veel gebruikt in de zwangerschap
In een Nederlands onderzoek uit 2012 gaf 29.9% van de in totaal 3184 deelnemende moeders aan een vrij verkrijgbare pijnstiller te hebben gebruikt in de zwangerschap [1]. Dit zijn middelen als paracetamol en ibuprofen, die zonder recept te koop zijn. Het gebruik van pijnstillers in de zwangerschap is toegenomen in de afgelopen jaren. Voornamelijk in ontwikkelde landen stijgen deze aantallen hard [2]. Een overzichtsartikel uit 2019 schat dat paracetamol in 40 tot 70% van de zwangerschappen wordt gebruikt [3]. NSAIDs als ibuprofen en naproxen worden in 2 tot 15% van de zwangerschappen gebruikt. Het gebruik van NSAIDs neemt wel af naar mate de zwangerschap vordert vanwege de mogelijke risico’s bij gebruik in het derde trimester. 

Het is belangrijk pijn goed te behandelen
Wanneer pijn optreed kan dit een risico vormen voor het beloop van de zwangerschap. Daarom is een adequate behandeling van belang. Dit hoeft in de eerste plaats niet (direct) met medicijnen. Een gezonde leefwijze met voldoende rust en beweging kan een positieve invloed hebben op pijn. Daarnaast is het belangrijk te onderzoeken waar de klachten vandaan komen. 
Wanneer niet-medicamenteuze behandelingen onvoldoende werken, kan gekozen worden voor pijnstillende medicatie. Het gebruiken van pijnstilling in de zwangerschap is een risicoafweging. Het is belangrijk deze medicijnen alleen te nemen wanneer er klachten zijn. Neem pijnstilling daarnaast voor een zo kort mogelijke duur en in een zo laag mogelijke, maar effectieve dosis. 

Voor de behandeling van pijn zijn er verschillende opties
Binnen de verschillende geneesmiddelgroepen gaat de voorkeur uit naar de middelen waarmee de meeste ervaring is opgedaan. De volgende middelen worden gebruikt bij pijn. Bekijk de afzonderlijke pagina’s voor informatie over gebruik tijdens de zwangerschap:

  • Paracetamol is het middel van eerste keuze bij pijn en koorts in de zwangerschap. 
  • Wanneer paracetamol niet voldoende werkt kan een NSAID worden overwogen. Gebruik NSAIDs in de tweede helft van de zwangerschap niet, met name het derde trimester. 
  • Tramadol is een zwakwerkend opioïd. Bij onvoldoende effect van paracetamol of NSAIDs kan tramadol worden overwogen. Het heeft wel hetzelfde bijwerkingenprofiel en mogelijke risico’s als de overige opioïden. 
  • Opioïden zijn sterkwerkende pijnstillers en alleen te verkrijgen op recept. Langdurig gebruik in het derde trimester kan leiden tot onthoudingsverschijnselen bij het pasgeboren kind. 
  • Selectieve COX-2 remmers (coxib’s) worden alleen voorgeschreven bij strikte indicaties als reuma en artrose. Gebruik deze middelen niet in het derde trimester van de zwangerschap. 

Raadpleeg bij twijfel de huisarts of behandeld specialist. 

Deze behandelopties zijn gebaseerd op informatie van het farmacotherapeutisch kompas

arrow icon
  • Snijder CA, et al. Intrauterine exposure to mild analgesics during pregnancy and the occurrence of cryptorchidism and hypospadia in the offspring: the Generation R Study. Human reproduction (Oxford, England). 2012-04-01;27(4):1191-201
  • Zafeiri A, Mitchell RT, Hay DC. Over-the-counter analgesics during pregnancy: a comprehensive review of global prevalence and offspring safety. Human reproduction update. 2021-01-04;27(1):67-95
  • Black E, et al. Medication Use and Pain Management in Pregnancy: A Critical Review. Pain practice : the official journal of World Institute of Pain. 2019-11-01;19(8):875-899

Laatst bijgewerkt op 16-03-2022


Bij elke zwangerschap is er een basisrisico van 10 tot 15% op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een aangeboren afwijking. De informatie bij zwangerschap gaat over de vraag of dit risico groter wordt door gebruik van het geneesmiddel of vaccin. Daarnaast bespreken we diverse andere risico’s voor het ongeboren kind, zoals de kans op vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. De informatie bij borstvoeding is gebaseerd op het mogelijke risico voor de zuigeling, uitgaande van een gezonde, voldragen baby van 0 tot 2 maanden. Bij een te vroeg geboren, kleine, lichte of zieke baby moet men extra voorzichtig zijn. Een oudere zuigeling is juist minder kwetsbaar. We gaan bij zwangerschap en borstvoeding uit van de gebruikelijke dosering, zonder dat de patiënt daarbij andere geneesmiddelen gebruikt. Of het gebruik van een geneesmiddel de beste keuze is, en welk geneesmiddel in dat geval de voorkeur heeft, kan per persoon en per situatie verschillen. Daarom is goed overleg tussen zorgverlener en patiënt essentieel. Deze informatie is bedoeld ter ondersteuning van dit overleg en kan de medische zorg niet vervangen.