Maagwandbeschermers tijdens de borstvoedingsperiode

In het kort

Sucralfaat kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt tijdens de periode van borstvoeding. Hetzelfde geldt voor bismutsubcitraat.

Ook kortdurend gebruik van misoprostol is waarschijnlijk veilig. Overwogen kan worden de eerste vier uur na inname de melk af te kolven en weg te gooien.

Risico indeling

  • Waarschijnlijk veilig tooltip icon Dit geneesmiddel kan gebruikt worden tijdens de borstvoedingsperiode. Maar indien mogelijk heeft een geneesmiddel uit de categorie ‘Meest veilig’ de voorkeur. Bijvoorbeeld omdat er minder van dat middel in de melk terechtkomt of omdat er meer onderzoek naar is gedaan.
    • - bismutsubcitraat
    • - misoprostol (kortdurend)
    • - sucralfaat
  • Mogelijk risico tooltip icon Dit geneesmiddel kan via de melk mogelijk nadelige effecten geven bij de zuigeling. Overweeg of een veiliger middel gebruikt kan worden. Als dat niet kan, weeg dan de mogelijke nadelige effecten af tegen het belang van borstvoeding voor het kind. Voer extra controles uit bij het kind of ga over op flesvoeding.
    • - misoprostol (langdurig)

Achtergrondinformatie

Sucralfaat
Naar het gebruik van sucralfaat tijdens de borstvoeding is geen onderzoek  gedaan. Sucralfaat wordt slechts in beperkte mate opgenomen in het lichaam. Hierdoor is het niet waarschijnlijk dat sucralfaat in de borstvoeding terecht komt.

Bismuthsubcitraat
Naar het gebruik van bismut­subcitraat tijdens de borstvoeding is geen onderzoek gedaan. Het is niet waarschijnlijk dat bismutsubcitraat in de borstvoeding terecht komt. Bismutsubcitraat wordt namelijk nauwelijks in het lichaam opgenomen. Het grootste deel slaat in de maag neer als onoplosbare bismutverbindingen.

Misoprostol
Met het gebruik van misoprostol tijdens de borstvoeding is beperkt ervaring opgedaan. Het middel gaat in kleine hoe­veelheden over in de borstvoeding, met een piek één tot twee uur na inname. Misoprostol is vier tot vijf uur na inname vrijwel geheel uit het lichaam verdwenen. Gebruik misoprostol alleen kortdurend tijdens de borstvoeding vanwege de kans op diarree bij de zuigeling.

Laatst bijgewerkt op 26-08-2019


Bij elke zwangerschap is er een basisrisico van 10 tot 15% op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een aangeboren afwijking. De informatie bij zwangerschap gaat over de vraag of dit risico groter wordt door gebruik van het geneesmiddel of vaccin. Daarnaast bespreken we diverse andere risico’s voor het ongeboren kind, zoals de kans op vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. De informatie bij borstvoeding is gebaseerd op het mogelijke risico voor de zuigeling, uitgaande van een gezonde, voldragen baby van 0 tot 2 maanden. Bij een te vroeg geboren, kleine, lichte of zieke baby moet men extra voorzichtig zijn. Een oudere zuigeling is juist minder kwetsbaar. We gaan bij zwangerschap en borstvoeding uit van de gebruikelijke dosering, zonder dat de patiënt daarbij andere geneesmiddelen gebruikt. Of het gebruik van een geneesmiddel de beste keuze is, en welk geneesmiddel in dat geval de voorkeur heeft, kan per persoon en per situatie verschillen. Daarom is goed overleg tussen zorgverlener en patiënt essentieel. Deze informatie is bedoeld ter ondersteuning van dit overleg en kan de medische zorg niet vervangen.