Metformine en diverse andere bloedsuikerverlagende middelen tijdens de borstvoedingsperiode

In het kort

Metformine kan waarschijnlijk veilig gebruikt worden tijdens de borstvoeding. Over het gebruik van de overige bloedglucoseverla­gende middelen tijdens de borstvoeding zijn geen gegevens bekend.

Let op
Houd rekening met het risico op hypoglykemie bij de zuigeling.

Risico indeling

  • Waarschijnlijk veilig tooltip icon Dit geneesmiddel kan gebruikt worden tijdens de borstvoedingsperiode. Maar indien mogelijk heeft een geneesmiddel uit de categorie ‘Meest veilig’ de voorkeur. Bijvoorbeeld omdat er minder van dat middel in de melk terechtkomt of omdat er meer onderzoek naar is gedaan.
    • - metformine
  • Risico onbekend tooltip icon Over gebruik van dit geneesmiddel tijdens de borstvoedingsperiode is nauwelijks of geen informatie. Het is niet mogelijk om een uitspraak te doen over de veiligheid. Kies bij voorkeur voor een middel waarvan meer bekend is over de veiligheid.
    • - acarbose
    • - pioglitazon
    • - repaglinide

Achtergrondinformatie

Metformine
Met metformine is de meeste ervaring opgedaan tijdens de borstvoeding. Het middel gaat slechts in kleine hoeveelheden over in de moedermelk. Nadelige effecten op de bloedsuikerspiegel en de ontwikkeling van de zuigeling zijn tot op heden niet gemeld.

Acarbose
Acarbose werkt lokaal in de darmen en wordt nauwelijks opgenomen. Hierdoor is het niet waarschijnlijk dat er veel in de borstvoeding kan komen. Er is geen onderzoek gedaan naar het gebruik tijdens de borstvoeding.

Laatst bijgewerkt op 21-02-2019


Bij elke zwangerschap is er een basisrisico van 10 tot 15% op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een aangeboren afwijking. De informatie bij zwangerschap gaat over de vraag of dit risico groter wordt door gebruik van het geneesmiddel of vaccin. Daarnaast bespreken we diverse andere risico’s voor het ongeboren kind, zoals de kans op vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. De informatie bij borstvoeding is gebaseerd op het mogelijke risico voor de zuigeling, uitgaande van een gezonde, voldragen baby van 0 tot 2 maanden. Bij een te vroeg geboren, kleine, lichte of zieke baby moet men extra voorzichtig zijn. Een oudere zuigeling is juist minder kwetsbaar. We gaan bij zwangerschap en borstvoeding uit van de gebruikelijke dosering, zonder dat de patiënt daarbij andere geneesmiddelen gebruikt. Of het gebruik van een geneesmiddel de beste keuze is, en welk geneesmiddel in dat geval de voorkeur heeft, kan per persoon en per situatie verschillen. Daarom is goed overleg tussen zorgverlener en patiënt essentieel. Deze informatie is bedoeld ter ondersteuning van dit overleg en kan de medische zorg niet vervangen.