Nitraten tijdens de borstvoedingsperiode

In het kort

Over het gebruik van nitraten tijdens de borstvoeding zijn geen gegevens bekend. Het is daarom niet mogelijk een uitspraak te doen over de mogelijke risico’s.

Risico indeling

  • Risico onbekend tooltip icon Over gebruik van dit geneesmiddel tijdens de borstvoedingsperiode is nauwelijks of geen informatie. Het is niet mogelijk om een uitspraak te doen over de veiligheid. Kies bij voorkeur voor een middel waarvan meer bekend is over de veiligheid.
    • - isosorbidedinitraat
    • - isosorbidemononitraat
    • - nicorandil
    • - nitroglycerine

Achtergrondinformatie

Hartfalen, acuut
Nitraten hebben een korte halfwaardetijd. Bij kortdurend sublinguaal of oromucosaal gebruik zijn nadelige effecten bij de zuigeling niet waarschijnlijk. Na een eenmalige dosis kan de eerste voeding worden vervangen.

Hartfalen, chronisch
Chronisch gebruik van nitraten wordt afgeraden in verband met het risico op hypotensie bij de zuigeling. Kinderen zijn tot de leeftijd van zes maanden extra gevoelig voor nitraten. Nitraten kunnen een gevoeligheid voor methemoglobinemie veroorzaken.

Laatst bijgewerkt op 18-08-2022


Bij elke zwangerschap is er een basisrisico van 10 tot 15% op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een aangeboren afwijking. De informatie bij zwangerschap gaat over de vraag of dit risico groter wordt door gebruik van het geneesmiddel of vaccin. Daarnaast bespreken we diverse andere risico’s voor het ongeboren kind, zoals de kans op vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. De informatie bij borstvoeding is gebaseerd op het mogelijke risico voor de zuigeling, uitgaande van een gezonde, voldragen baby van 0 tot 2 maanden. Bij een te vroeg geboren, kleine, lichte of zieke baby moet men extra voorzichtig zijn. Een oudere zuigeling is juist minder kwetsbaar. We gaan bij zwangerschap en borstvoeding uit van de gebruikelijke dosering, zonder dat de patiënt daarbij andere geneesmiddelen gebruikt. Of het gebruik van een geneesmiddel de beste keuze is, en welk geneesmiddel in dat geval de voorkeur heeft, kan per persoon en per situatie verschillen. Daarom is goed overleg tussen zorgverlener en patiënt essentieel. Deze informatie is bedoeld ter ondersteuning van dit overleg en kan de medische zorg niet vervangen.