NSAID’s of salicylaten bij pijn tijdens de zwangerschap

In het kort

Voor de behandeling van pijn tijdens de zwangerschap is paracetamol het eerste keus middel. Als paracetamol onvoldoende werkt, kan de zwangere in het eerste en tweede trimester af en toe kort NSAID’s gebruiken. De middelen diclofenac, ibuprofen en naproxen zijn binnen NSAID’s de eerste keuze.

De informatie op deze pagina gaat niet over het gebruik van lage doseringen acetylsalicylzuur of carbasalaatcalcium als bloedplaatjesremmers in de zwangerschap .  

Let op:

  • Gebruik geen NSAID’s en salicylaten bij pijn in het derde trimester van de zwangerschap.
  • Lang gebruik of hoge doseringen kunnen nodig zijn bij ziektes als reumatoïde artritis.  Controleer dan vanaf 20 weken regelmatig hoeveel vruchtwater er is, en het ongeboren kind.
  • Vermijd altijd de combinatie van diclofenac met misoprostol.

Risico indeling

  • Waarschijnlijk veilig tooltip icon Dit geneesmiddel kan gebruikt worden tijdens de zwangerschap. Maar indien mogelijk heeft een geneesmiddel uit de categorie ‘Meest veilig’ de voorkeur. Bijvoorbeeld omdat er meer onderzoek is gedaan naar dat middel of studies minder discrepanties tonen. Het belang van behandeling kan na afweging groter zijn dan het risico.
    • - diclofenac (eerste en tweede trimester)
    • - ibuprofen (eerste en tweede trimester)
    • - naproxen (eerste en tweede trimester)
  • Risico op aangeboren afwijkingen tooltip icon Dit geneesmiddel geeft een verhoogd risico op aangeboren afwijkingen of andere blijvende schade. Gebruik dit middel alleen in uitzonderingsgevallen (met extra controles). Kies zo mogelijk voor een veiliger middel of staak -tijdelijk- de behandeling.
    • - aceclofenac (derde trimester)
    • - acetylsalicylzuur (vanaf 250 mg per dag) (derde trimester)
    • - carbasalaatcalcium (meer dan 100 mg per dag) (derde trimester)
    • - dexketoprofen (derde trimester)
    • - diclofenac (derde trimester)
    • - fenylbutazon (derde trimester)
    • - flurbiprofen (derde trimester)
    • - ibuprofen (derde trimester)
    • - indometacine (derde trimester)
    • - ketoprofen (derde trimester)
    • - meloxicam (derde trimester)
    • - metamizol (derde trimester)
    • - nabumeton (derde trimester)
    • - naproxen (derde trimester)
    • - piroxicam (derde trimester)
    • - propyfenazon (derde trimester)
    • - tiaprofeenzuur (derde trimester)
  • Risico onbekend tooltip icon Over gebruik van dit geneesmiddel tijdens de zwangerschap is geen of onvoldoende informatie beschikbaar. Het is niet mogelijk om een uitspraak te doen over de veiligheid. Kies bij voorkeur voor een middel waarvan meer bekend is over de veiligheid.
    • - aceclofenac (eerste en tweede trimester)
    • - acetylsalicylzuur (vanaf 250 mg per dag) (eerste en tweede trimester)
    • - carbasalaatcalcium (meer dan 100 mg per dag) (eerste en tweede trimester)
    • - dexketoprofen (eerste en tweede trimester)
    • - fenylbutazon (eerste en tweede trimester)
    • - flurbiprofen (eerste en tweede trimester)
    • - indometacine (eerste en tweede trimester)
    • - ketoprofen (eerste en tweede trimester)
    • - meloxicam (eerste en tweede trimester)
    • - metamizol (eerste en tweede trimester)
    • - nabumeton (eerste en tweede trimester)
    • - piroxicam (eerste en tweede trimester)
    • - propyfenazon (eerste en tweede trimester)
    • - tiaprofeenzuur (eerste en tweede trimester)

Achtergrondinformatie

Gebruik NSAID’s en salicylaten bij pijn in het eerste en tweede trimester alleen kort
Naar de NSAID’s diclofenac, ibuprofen en naproxen is het meeste onderzoek gedaan. Over het gebruik van de overige NSAID's bij pijn tijdens de zwangerschap is weinig bekend. Studies naar de salicylaten en de NSAID’s diclofenac, ibuprofen en naproxen laten geen duidelijke aanwijzingen zien voor teratogene effecten bij de mens. Op basis van enkele studies bestaat wel discussie over een mogelijk licht verhoogd risico op spontane abortus en hartafwijkingen. Salicylaten en ibuprofen geven mogelijk een licht verhoogd risico op gastroschisis (afwijking van de buikwand). Bij kort gebruik en normale doseringen lijkt het risico echter zeer klein.
Bij hoge doseringen en langgebruik vanaf 20 weken zwangerschap is verminderde foetale urineproductie beschreven, wat tot oligohydramnion (te weinig vruchtwater) en irreversibele neonatale oligo- en anurie (verminderde of afwezige urineproductie) kan leiden.

Gebruik geen NSAID’s en salicylaten bij pijn in het derde trimester
Het gebruik van NSAID’s in het derde trimester wordt in verband gebracht met verminderde weeënactiviteit, versterkt bloedverlies tijdens de baring, vroegtijdige sluiting van de ductus arteriosus en persisterende pulmonale hypertensie bij de neonaat. Ook is bij hoge doseringen en lang gebruik in de tweede helft van de zwangerschap verminderde foetale urineproductie beschreven, wat tot oligohydramnion  en irreversibele neonatale oligo- en anurie kan leiden. Verder kunnen bloedingen optreden door het gebruik van salicylaten als pijnstiller, zowel bij de moeder als bij de pasgeborene.

Indometacinegebruik laat in de zwangerschap geeft mogelijk problemen bij premature kinderen
Bij zeer premature baby’s is necrotiserende enterocolitis en periventriculaire malacie gezien na gebruik van indometacine door de moeder. Bij premature kinderen is na gebruik van indometacine door de moeder voor vroegtijdige weeën ook vaker een persisterende open ductus arteriosus gezien. Dit komt mogelijk door beschadiging van de intima van de ductus arteriosus door indometacine.

Vermijd altijd misoprostol tijdens de zwangerschap
Vermijd altijd het combinatiepreparaat diclofenac met misoprostol. Misoprostol kan baarmoedercontracties veroorzaken. Dit kan leiden tot uterusbloedingen, miskramen en ernstige aangeboren afwijkingen. Meer informatie over misoprostol is beschikbaar op onze  webpagina over maagwandbeschermers tijdens de zwangerschap.

Laatst bijgewerkt op 20-01-2020


Bij elke zwangerschap is er een basisrisico van 10 tot 15% op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een aangeboren afwijking. De informatie bij zwangerschap gaat over de vraag of dit risico groter wordt door gebruik van het geneesmiddel of vaccin. Daarnaast bespreken we diverse andere risico’s voor het ongeboren kind, zoals de kans op vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. De informatie bij borstvoeding is gebaseerd op het mogelijke risico voor de zuigeling, uitgaande van een gezonde, voldragen baby van 0 tot 2 maanden. Bij een te vroeg geboren, kleine, lichte of zieke baby moet men extra voorzichtig zijn. Een oudere zuigeling is juist minder kwetsbaar. We gaan bij zwangerschap en borstvoeding uit van de gebruikelijke dosering, zonder dat de patiënt daarbij andere geneesmiddelen gebruikt. Of het gebruik van een geneesmiddel de beste keuze is, en welk geneesmiddel in dat geval de voorkeur heeft, kan per persoon en per situatie verschillen. Daarom is goed overleg tussen zorgverlener en patiënt essentieel. Deze informatie is bedoeld ter ondersteuning van dit overleg en kan de medische zorg niet vervangen.