Slijmoplossende middelen tijdens de zwangerschap

In het kort

Acetylcysteïne en dornase alfa kunnen waarschijnlijk gebruikt worden tijdens de zwan­gerschap. Broomhexine kan in het tweede of derde trimester waarschijnlijk veilig gebruikt worden.

Over het gebruik van carbocisteïne en myrtol tijdens de zwangerschap zijn geen gegevens bekend.

Risico indeling

  • Waarschijnlijk veilig tooltip icon Dit geneesmiddel kan gebruikt worden tijdens de zwangerschap. Maar indien mogelijk heeft een geneesmiddel uit de categorie ‘Meest veilig’ de voorkeur. Bijvoorbeeld omdat er meer onderzoek is gedaan naar dat middel of studies minder discrepanties tonen. Het belang van behandeling kan na afweging groter zijn dan het risico.
    • - acetylcysteine
    • - dornase alfa
    • - broomhexine (2e en 3e trimester)
  • Risico onbekend tooltip icon Over gebruik van dit geneesmiddel tijdens de zwangerschap is geen of onvoldoende informatie beschikbaar. Het is niet mogelijk om een uitspraak te doen over de veiligheid. Kies bij voorkeur voor een middel waarvan meer bekend is over de veiligheid.
    • - carbocisteine
    • - myrtol
    • - broomhexine (1e trimester)

Achtergrondinformatie

Acetylcysteïne
Er is beperkt onderzoek gedaan naar het gebruik van acetylcysteïne in de zwangerschap. De ervaring beperkt zich voornamelijk tot kortdurende blootstelling voor de behandeling van overdoseringen tijdens de zwangerschap. Er zijn geen aanwijzingen voor nadelige effecten. Na een tiental vastgelegde langdurige blootstellingen in het eerste trimester werd geen verhoogd risico op aangeboren afwijkingen gezien.(1) Acetylcysteïne kan de placenta passeren. De biologische beschikbaarheid na orale toediening is echter laag, rond de 4-10%.

Carbocisteïne
Er is geen onderzoek gedaan naar het gebruik van carbocisteïne in de zwangerschap. Carbocisteïne heeft een korte halfwaardetijd (circa 2 uur).

Broomhexine
Er is geen onderzoek gedaan naar het gebruik van broomhexine in de zwangerschap. Broomhexine wordt snel opgenomen, maar heeft een lage biologische beschikbaarheid. Verder heeft het een groot verdelingsvolume, waardoor de plasmaspiegels laag zijn. Ook de actieve metaboliet ambroxol heeft een groot verdelingsvolume. Bij lage plasmaspiegels kan er maar weinig over de placenta gaan.

Er is wel onderzoek met ambroxol, de actieve metaboliet van broomhexine. Onderzoek beperkt zich tot het gebruik in het 3e trimester.(2) Er zijn geen aanwijzingen voor nadelige effecten. Wetenschappelijk vastgelegde ervaring in het eerste trimester ontbreekt.

Dornase alfa
Er is geen onderzoek gedaan naar het gebruik van dornase alfa in de zwangerschap. Dornase alfa wordt geïnhaleerd. De systemische resorptie na inhalatie is gering. Bovendien is dornase alfa een groot molecuul. Hierdoor is het niet waarschijnlijk dat er substantiële hoeveelheden bij de foetus kunnen komen.

Myrtol
Over het gebruik van dit middel tijdens de zwangerschap zijn geen gegevens bekend. 

Referenties
1. Amin AF, Shaaban OM, Bediawy MA. N-acetyl cysteine for treatment of recurrent unexplained pregnancy loss. Reproductive Biomedicine Online. 2008; 17(5):722-6.
2. Gonzalez Garay AG, Reveiz L, Velasco Hidalgo L, et al. Ambroxol for women at risk of preterm birth for preventing neonatal respiratory distress syndrome. Cochrane Database Syst Rev. 2014; 31(10).

Laatst bijgewerkt op 02-06-2023


Bij elke zwangerschap is er een basisrisico van 10 tot 15% op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een aangeboren afwijking. De informatie bij zwangerschap gaat over de vraag of dit risico groter wordt door gebruik van het geneesmiddel of vaccin. Daarnaast bespreken we diverse andere risico’s voor het ongeboren kind, zoals de kans op vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. De informatie bij borstvoeding is gebaseerd op het mogelijke risico voor de zuigeling, uitgaande van een gezonde, voldragen baby van 0 tot 2 maanden. Bij een te vroeg geboren, kleine, lichte of zieke baby moet men extra voorzichtig zijn. Een oudere zuigeling is juist minder kwetsbaar. We gaan bij zwangerschap en borstvoeding uit van de gebruikelijke dosering, zonder dat de patiënt daarbij andere geneesmiddelen gebruikt. Of het gebruik van een geneesmiddel de beste keuze is, en welk geneesmiddel in dat geval de voorkeur heeft, kan per persoon en per situatie verschillen. Daarom is goed overleg tussen zorgverlener en patiënt essentieel. Deze informatie is bedoeld ter ondersteuning van dit overleg en kan de medische zorg niet vervangen.