Acetylcysteïne
Er is beperkt onderzoek gedaan naar het gebruik van acetylcysteïne in de zwangerschap. Er zijn geen aanwijzingen voor nadelige effecten. Acetylcysteïine kan de placenta passeren. De biologische beschikbaarheid na orale toediening is echter laag, rond de 4-10%.
Carbocisteïne
Er is geen onderzoek gedaan naar het gebruik van carbocisteïne in de zwangerschap. Carbocisteïne heeft een korte halfwaardetijd (circa 2 uur).
Broomhexine
Er is geen onderzoek gedaan naar het gebruik van broomhexine in de zwangerschap. Broomhexine wordt snel opgenomen, maar heeft een lage biologische beschikbaarheid. Verder heeft het een groot verdelingsvolume, waardoor de plasmaspiegels laag zijn. Ook de actieve metaboliet ambroxol heeft een groot verdelingsvolume. Bij lage plasmaspiegels kan er maar weinig over de placenta gaan.
Er is wel onderzoek met ambroxol, de actieve metaboliet van broomhexine. Onderzoek beperkt zich tot het gebruik in het 3e trimester. Er zijn geen aanwijzingen voor nadelige effecten. Ervaring in het eerste trimester ontbreekt.
Dornase alfa
Er is geen onderzoek gedaan naar het gebruik van dornase alfa in de zwangerschap. Dornase alfa wordt geïnhaleerd. De systemische resorptie na inhalatie is gering. Bovendien is dormase alfa een groot molecuul. Hierdoor is het niet waarschijnlijk dat er substantiële hoeveelheden bij de foetus kunnen komen.
Myrtol
Over het gebruik van dit middel tijdens de zwangerschap zijn geen gegevens bekend.
Laatst bijgewerkt op 21-05-2019