Klassieke antipsychotica tijdens de borstvoedingsperiode

In het kort

Van de klassieke antipsychotica kan haloperidol waarschijnlijk veilig worden gebruikt tijdens de borstvoeding.

Let op
Controleer de zuigeling op sufheid of irritatie, apneu (stokken van de ademhaling), een droge mond, niet wakker worden voor de voeding, slecht drinken, gewichtstoename of bewegingsstoornissen (extrapiramidale symptomen).

Risico indeling

  • Waarschijnlijk veilig tooltip icon Dit geneesmiddel kan gebruikt worden tijdens de borstvoedingsperiode. Maar indien mogelijk heeft een geneesmiddel uit de categorie ‘Meest veilig’ de voorkeur. Bijvoorbeeld omdat er minder van dat middel in de melk terechtkomt of omdat er meer onderzoek naar is gedaan.
    • - haloperidol
  • Risico onbekend tooltip icon Over gebruik van dit geneesmiddel tijdens de borstvoedingsperiode is nauwelijks of geen informatie. Het is niet mogelijk om een uitspraak te doen over de veiligheid. Kies bij voorkeur voor een middel waarvan meer bekend is over de veiligheid.
    • - broomperidol
    • - pipamperon
    • - chloorprotixeen
    • - flupentixol
    • - zuclopentixol
    • - fluspirileen
    • - penfluridol
    • - pimozide
    • - sulpiride

Achtergrondinformatie

Keuze van het middel
Over het gebruik van antipsychotica tijdens de borstvoedingsperiode zijn relatief weinig gegevens bekend. Binnen de klassieke antipsychotica gaat de voorkeur uit naar haloperidol. Streef naar monotherapie in een zo laag mogelijke dosering. Over de lange termijn ef­fecten is weinig bekend.

Haloperidol, broomperidol, pipamperon
Binnen de groep butyrofenonen is met haloperidol in doseringen tot 10 mg de meeste ervaring opgedaan. Haloperidol gaat in beperkte hoeveelheid over in de moedermelk.(1-3) Er zijn iets  meer dan 20 cases beschreven van vrouwen die haloperidol gebruikten tijdens de borstvoedingsperiode. Bij één casus werd na ophoging van 0.8 mg naar 1.5 mg/dag, sufheid, slecht drinken en extrapiramidale symptomen gezien bij de zuigeling. Na het staken van de borstvoeding verdwenen de symptomen binnen enkele dagen. Er zijn bij dit kind geen plasmaconcentraties van haloperidol gemeten. De moeder gebruikte ook nog andere medicatie (risperidon). (4) In andere casus met doseringen haloperidol tussen de 5 en 10 mg/dag zijn geen negatieve effecten bij de zuigeling gemeld.(1, 3, 5-7) Haloperidol kan de hoeveelheid melk doen toenemen door verhoging van de prolactinespiegel. Er zijn geen gegevens bekend over lange termijn effecten bij de zuigeling.  

Met het gebruik van broomperidol en pipamperon is tijdens de borstvoeding geen ervaring opgedaan.

Chloorprotixeen, flupentixol en zuclopentixol
Thioxanthenen gaan over in de moedermelk. Met het gebruik van deze middelen tijdens de borstvoeding is zeer beperkt ervaring opgedaan. Er zijn twee casus beschreven waarin een vrouw borstvoeding gaf tijdens behandeling met chloorprotixeen. In deze casus was de relatieve kinddosis heel laag: 0.1-0.3%. Er zijn geen nadelige effecten bij de zuigelingen gemeld.(8) Er zijn geen gegevens bekend over lange termijn effecten bij de zuigeling.

Flupentixol gebruik is beschreven in vier vrouwen die borstvoeding gaven. Bij deze vrouwen was de concentratie flupentixol in de moedermelk laag (relatieve kinddosis 0.5%, geschatte inname 2ug/dag bij intake van 1 liter). Er zijn geen nadelige effecten bij de zuigelingen gemeld.(9, 10) Er zijn geen gegevens bekend over lange termijn effecten bij de zuigeling.

Fluspirileen, penfluridol en pimozide
Over het gebruik van difenylbutylaminen tijdens de borstvoeding zijn geen gegevens bekend.

Sulpiride
Sulpiride kan de hoeveelheid melk verhogen door het stijgen van de prolactinespiegel. Het middel gaat in vrij grote hoeveelheden in de moedermelk over. De gepubliceerde onderzoeken laten een grote variatie in de relatieve kinddosis (2-18%) zien. Er zijn bijna 180 vrouwen beschreven waarin sulpiride ter verhoging van de melkproductie werd voorgeschreven (50 mg 2-3 keer/dag).(11-15) Vanwege mogelijke bijwerkingen van sulpiride bij de moeder wordt dit middel in Nederland niet voor deze indicatie gebruikt. Er is slechts één casus beschreven waarin sulpiride als antipsychoticum werd gebruikt tijdens de borstvoedingsperiode (100 mg/dag).(16) Er is geen vastgelegde ervaring met hogere doseringen. Tot nu toe zijn bij gebruik tot maximaal 4 weken geen negatieve effecten op de zuigeling gezien. Er zijn geen gegevens bekend over lange termijn effecten bij de zuigeling.

Laatst bijgewerkt op 10-07-2023


Bij elke zwangerschap is er een basisrisico van 10 tot 15% op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een aangeboren afwijking. De informatie bij zwangerschap gaat over de vraag of dit risico groter wordt door gebruik van het geneesmiddel of vaccin. Daarnaast bespreken we diverse andere risico’s voor het ongeboren kind, zoals de kans op vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. De informatie bij borstvoeding is gebaseerd op het mogelijke risico voor de zuigeling, uitgaande van een gezonde, voldragen baby van 0 tot 2 maanden. Bij een te vroeg geboren, kleine, lichte of zieke baby moet men extra voorzichtig zijn. Een oudere zuigeling is juist minder kwetsbaar. We gaan bij zwangerschap en borstvoeding uit van de gebruikelijke dosering, zonder dat de patiënt daarbij andere geneesmiddelen gebruikt. Of het gebruik van een geneesmiddel de beste keuze is, en welk geneesmiddel in dat geval de voorkeur heeft, kan per persoon en per situatie verschillen. Daarom is goed overleg tussen zorgverlener en patiënt essentieel. Deze informatie is bedoeld ter ondersteuning van dit overleg en kan de medische zorg niet vervangen.