Klasse-I-antiaritmica
Lidocaïne
Lidocaïne gaat weinig over in de moedermelk. De hoeveelheid lidocaine die via de borstvoeding bij de zuigeling komt, wordt beperkt (35%) opgenomen vanuit het maag-darmkanaal. Gebruik geen lidocaïnezalf op de tepels.
Fenytoïne
Fenytoïne gaat in kleine hoeveelheden over in de moedermelk.
Kinidine
Over het gebruik van kinidine tijdens de borstvoeding zijn onvoldoende gegevens bekend. Eén case report beschrijft dat kinidine weinig overgaat in de borstvoeding.
Disopyramide
Disopyramide komt in de moedermelk terecht. De actieve metaboliet komt in grotere hoeveelheden in de borstvoeding. Daardoor kunnen mogelijk anticholinerge bijwerkingen bij de zuigeling optreden, zoals tachycardie, obstipatie en urineretentie. Tot nu toe zijn deze effecten niet beschreven bij gebruik tijdens de borstvoeding.
Flecaïnide
Flecaïnide gaat over in de moedermelk en kan daar stapelen vanwege de lange halfwaardetijd. Nadelige effecten zijn niet gemeld. De hoeveelheid onderzoek is beperkt.
Procaïnamide
Ook bij procaïnamide is de hoeveelheid die overgaat in de moedermelk niet groot. De eliminatie van procaïnamide verloopt bij de zuigeling echter traag, waardoor stapeling kan optreden. Nadelige effecten op de zuigeling zijn nooit gemeld.
Propafenon
Over het gebruik van propafenon tijdens de borstvoeding zijn onvoldoende gegevens bekend. Eén case-report beschrijft een zeer lage relatieve kind dosis.
Klasse-III-antiaritmica
Amiodaron
Amiodaron komt in grote hoeveelheden in de moedermelk terecht. Daardoor kan de relatieve kind dosis oplopen tot 50%. Als de moeder amiodaron gebruikt, moet zij stoppen met het geven van borstvoeding. Daarnaast bevat amiodaron veel jodium. Jodium in de moedermelk kan de schildklierfunctie van de zuigeling nadelig beïnvloeden. Het kan bij het kind hypothyreoïdie en struma veroorzaken. Jodium gaat makkelijk vanuit het bloed over in de moedermelk en kan in de borstvoeding stapelen.
Sotalol
Beperkt onderzoek naar gebruik van sotalol beschrijft een hoge overgang in de moedermelk. De relatieve kinddosis bedraagt ongeveer 25%.
Ibutilide
Over het gebruik van ibutilide tijdens de borstvoeding zijn geen gegevens bekend.
Adenosine
Naar het gebruik van adenosine tijdens de borstvoeding is geen onderzoek gedaan. Omdat de halfwaardetijd slechts 10 seconden is, is overgang in de moedermelk onwaarschijnlijk.
Vernakalant
Over het gebruik van vernakalant tijdens de borstvoeding zijn onvoldoende gegevens bekend.
Meer informatie over fenytoïne is te vinden op de pagina over diverse anti-epileptica.
Meer informatie over bèta-blokkers is te vinden op de pagina over bèta-blokkers.
Informatie over diltiazem en verapamil is te vinden op de pagina over calciumantagonisten.
Laatst bijgewerkt op 19-03-2019