Immunosuppresiva bij chronische darmontsteking tijdens de borstvoedingsperiode

In het kort

Azathioprine, ciclosporine en vedolizumab kunnen waarschijnlijk veilig worden gebruikt tijdens de borstvoeding. Naar het gebruik van mercaptopurine en tioguanine tijdens de borstvoeding is weinig tot geen onderzoek gedaan.

Let op

  • Overweeg om met borstvoeding te wachten tot 4-6 uur na inname van azathioprine of mercaptopurine. Dan is de hoeveelheid die het kind via de melk binnenkrijgt minimaal.
  • Overweeg bij volledige borstvoeding het bloedbeeld en de leverfunctie van het kind te controleren.

Risico indeling

  • Waarschijnlijk veilig tooltip icon Dit geneesmiddel kan gebruikt worden tijdens de borstvoedingsperiode. Maar indien mogelijk heeft een geneesmiddel uit de categorie ‘Meest veilig’ de voorkeur. Bijvoorbeeld omdat er minder van dat middel in de melk terechtkomt of omdat er meer onderzoek naar is gedaan.
    • - azathioprine
    • - ciclosporine
    • - vedolizumab
  • Risico onbekend tooltip icon Over gebruik van dit geneesmiddel tijdens de borstvoedingsperiode is nauwelijks of geen informatie. Het is niet mogelijk om een uitspraak te doen over de veiligheid. Kies bij voorkeur voor een middel waarvan meer bekend is over de veiligheid.
    • - mercaptopurine
    • - tioguanine
    • - tofacitinib

Achtergrondinformatie

Metabolisme azathioprine, mercaptopurine en tioguanine
Azathioprine wordt in het lichaam snel afgebroken tot mercaptopurine. Mercaptopurine wordt vervolgens oa afgebroken tot de actieve metabolieten 6-thioguanine nucleoside (6-TGN) and 6-methylmercaptopurine nucleosides (6-MMPN). Ook tioguanine wordt na opname in het lichaam afgebroken tot 6-TGN en 6-MMPN. De actieve metabolieten zijn verantwoordelijk voor de werking van deze middelen. Onderzoek naar het gebruik van azathioprine tijdens de borstvoeding geeft hierdoor ook inzicht over het gebruik van mercaptopurine en tioguanine tijdens de borstvoeding.

Azathioprine 
In onderzoek naar het gebruik van azathioprine tijdens de borstvoeding zijn de waardes van mercaptopurine of 6-TGN en 6-MMPN in de moedermelk bepaald. Deze metabolieten gingen in geringe hoeveelheden over of waren niet meetbaar in de moedermelk. Tot nu toe zijn er geen nadelige effecten bij de zuigeling gemeld, ook geen (langetermijn-) effecten op het immuunsysteem of het bloedbeeld van de zuigeling.

Ciclosporine
Ciclosporine gaat in geringe hoeveelheden over in de moedermelk. Tot nu toe zijn er geen nadelige effecten bij de zuigeling gemeld, ook geen (langetermijn-) effecten op het immuunsysteem of het bloedbeeld van de zuigeling.

Mercaptopurine (MP)
Er is één case report over het gebruik van mercaptopurine tijdens de borstvoeding. Vier uur na inname waren MP en de metabolieten 6-TGN en 6-MMPN niet meetbaar in de moedermelk. Ook waren ze 4 uur na inname niet meetbaar in het plasma van de moeder. In onderzoeken naar azathioprine tijdens de borstvoeding worden lage tot niet detecteerbare waardes van MP gevonden (zie metabolisme mercaptopurine). Op basis van deze gegevens lijkt de blootstelling aan MP en de metabolieten via de borstvoeding laag. Er zijn geen nadelige effecten bij de zuigelingen gemeld na gebruik van azathioprine door de moeder.  

Tioguanine
Er is geen onderzoek gedaan naar het gebruik van tioguanine tijdens de borstvoeding. In drie kleine onderzoeken naar het gebruik van azathioprine of mercaptopurine tijdens de borstvoeding zijn de waardes van de metabolieten 6-TGN en 6-MMPN in de moedermelk bepaald. 6-TGN en 6-MMPN gingen in geringe hoeveelheden over of waren niet meetbaar in de moedermelk. Er zijn geen nadelige effecten bij de zuigelingen gemeld na gebruik van azathioprine.

Vedolizumab
Tot nu toe zijn er in onderzoeken geen nadelige effecten van vedolizumab gemeld bij gebruik tijdens de borstvoeding. In de literatuur is bij 10 moeders de overgang in de borstvoeding onderzocht.  In alle gevallen werd vedolizumab in een lage concentratie aangetoond in de moedermelk. Bij 50 kinderen is de ontwikkeling gevolgd tot een leeftijd van 1 jaar. De kinderen hadden een normale ontwikkeling en groei en er werd geen toename in het aantal infecties gezien.

 

Laatst bijgewerkt op 07-09-2020


Bij elke zwangerschap is er een basisrisico van 10 tot 15% op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een aangeboren afwijking. De informatie bij zwangerschap gaat over de vraag of dit risico groter wordt door gebruik van het geneesmiddel of vaccin. Daarnaast bespreken we diverse andere risico’s voor het ongeboren kind, zoals de kans op vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. De informatie bij borstvoeding is gebaseerd op het mogelijke risico voor de zuigeling, uitgaande van een gezonde, voldragen baby van 0 tot 2 maanden. Bij een te vroeg geboren, kleine, lichte of zieke baby moet men extra voorzichtig zijn. Een oudere zuigeling is juist minder kwetsbaar. We gaan bij zwangerschap en borstvoeding uit van de gebruikelijke dosering, zonder dat de patiënt daarbij andere geneesmiddelen gebruikt. Of het gebruik van een geneesmiddel de beste keuze is, en welk geneesmiddel in dat geval de voorkeur heeft, kan per persoon en per situatie verschillen. Daarom is goed overleg tussen zorgverlener en patiënt essentieel. Deze informatie is bedoeld ter ondersteuning van dit overleg en kan de medische zorg niet vervangen.