Rubellavaccin
Uit enkele onderzoeken blijkt dat het verzwakte rubella-virus kan overgaan in de moedermelk na vaccinatie van de moeder. Echter, geen van de onderzochte kinderen vertoonde duidelijke symptomen van rubella. Ondanks dat het rubella-vaccin vaak is toegediend in de periode na de bevalling, zijn er slechts twee meldingen van kinderen die mogelijk een rubella-infectie hebben opgelopen via de borstvoeding. Omdat deze kinderen uitsluitend milde symptomen vertoonden, wordt toediening van het rubella-vaccin vroeg postpartum aangeraden.
Gelekoortsvaccin
In de literatuur is één case-report verschenen over een zuigeling met encefalitis na vaccinatie van de moeder met het gelekoortsvaccin tijdens een epidemie. Encefalitis is een bekende bijwerking van het gelekoortsvaccin na toediening aan zeer jonge kinderen. Met het geven van een standaard booster kan men beter wachten tot na de borstvoedingsperiode. Bij het reizen naar een endemisch gebied moet een individuele afweging worden gemaakt.
Varicellazostervaccin
Bij onderzoek naar het gebruik van het varicellazostervaccin tijdens de borstvoeding is geen virus aangetoond in de moedermelk. Ook in een onderzoek met 2 moeders met een varicella-zoster infectie, kon het virus niet aangetoond worden. De antistoffen tegen het virus werden wel geïsoleerd uit de moedermelk in het laatste onderzoek.
Bescherming baby via moeder
Antistoffen van de moeder kunnen via de moedermelk bij de baby terechtkomen. Het duurt enige tijd voor het immuunsysteem van de baby zelf in staat is om voldoende antistoffen te maken. Bij vaccinatie van de moeder is het mogelijk dat de antistoffen via de moedermelk bij de zuigeling terechtkomen. Dit is in ieder geval aangetoond voor het choleravaccin en het E. coli-vaccin. Polioantistoffen gaan ook over in de moedermelk en geven het kind de eerste weken bescherming.
Laatst bijgewerkt op 02-11-2018