Antacida bij maagklachten tijdens de borstvoedingsperiode

In het kort

Antacida kunnen in normale doseringen worden gebruikt tijdens de borstvoeding. Gebruik geen hoge doseringen. Gebruik antacida, en vooral de middelen met aluminium, liever niet voor langere tijd.

Risico indeling

  • Meest veilig tooltip icon Dit geneesmiddel is -binnen deze groep- de veiligste keuze voor gebruik tijdens de borstvoedingsperiode. Er is, in onderzoek of in de praktijk, geen verhoogd risico gevonden op nadelige effecten voor de zuigeling of op de melkproductie.
    • - algeldraat
    • - alginezuur
    • - aluminiumhydroxidemagnesiumcarbonaat
    • - calciumcarbonaat
    • - magnesiumcarbonaat
    • - magnesiumhydroxide
    • - magnesiumoxide
    • - natriumwaterstofcarbonaat

Achtergrondinformatie

De opname van algeldraat, alginezuur, magnesium(hydr)oxide, dimeticon, aluminiumhydroxide en magnesiumcarbonaat in het lichaam is gering. Hierdoor is het niet waarschijnlijk dat er veel in de borstvoeding kan komen.

Magnesiumpreparaten
de absorptie van magnesium uit magnesiumhydroxide is 15 tot 30% en uit magnesiumcarbonaat 15 tot 20%. In theorie is het mogelijk dat een klein gedeelte van het aluminium of magnesium in de moedermelk terechtkomt. Dit heeft geen nadelige effecten op de zuigeling. Mag­nesium is van nature aanwezig in de moedermelk. Gebruik van magnesiumzouten door de moeder verhoogt de hoeveelheid magnesium in de moedermelk slechts in geringe mate. Deze toename is waarschijnlijk niet klinisch relevant.

Aluminiumpreparaten
chronisch gebruik van aluminiumprepa­raten kan hypofosfatemie en hypercalciurie bij de zuigeling veroorzaken. Dit effect is nog nooit gemeld bij blootstelling via de borstvoeding. De hoeveelheid aluminium in de moedermelk is daarvoor waarschijnlijk veel te laag.

Laatst bijgewerkt op 06-04-2020


Bij elke zwangerschap is er een basisrisico van 10 tot 15% op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een aangeboren afwijking. De informatie bij zwangerschap gaat over de vraag of dit risico groter wordt door gebruik van het geneesmiddel of vaccin. Daarnaast bespreken we diverse andere risico’s voor het ongeboren kind, zoals de kans op vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. De informatie bij borstvoeding is gebaseerd op het mogelijke risico voor de zuigeling, uitgaande van een gezonde, voldragen baby van 0 tot 2 maanden. Bij een te vroeg geboren, kleine, lichte of zieke baby moet men extra voorzichtig zijn. Een oudere zuigeling is juist minder kwetsbaar. We gaan bij zwangerschap en borstvoeding uit van de gebruikelijke dosering, zonder dat de patiënt daarbij andere geneesmiddelen gebruikt. Of het gebruik van een geneesmiddel de beste keuze is, en welk geneesmiddel in dat geval de voorkeur heeft, kan per persoon en per situatie verschillen. Daarom is goed overleg tussen zorgverlener en patiënt essentieel. Deze informatie is bedoeld ter ondersteuning van dit overleg en kan de medische zorg niet vervangen.