Lokale middelen bij anale fissuur tijdens de borstvoedingsperiode

In het kort

Risico indeling

  • Risico onbekend tooltip icon Over gebruik van dit geneesmiddel tijdens de borstvoedingsperiode is nauwelijks of geen informatie. Het is niet mogelijk om een uitspraak te doen over de veiligheid. Kies bij voorkeur voor een middel waarvan meer bekend is over de veiligheid.
    • - diltiazem
    • - isosorbidedinitraat

Achtergrondinformatie

Lokaal gebruik van diltiazem en isosorbidedinitraat voor de behandeling van een anaal fissuur wordt afgeraden. Bij anale toediening vindt namelijk een goede absorptie plaats en is er geen first-pass-effect. Door de langzame afgifte uit de crème kan een continue spiegel ontstaan in het bloed van de moeder.

Over het gebruik tijdens de borstvoeding is geen informatie bekend. Het is niet uitgesloten dat de zuigeling via de melk nadelige effecten ondervindt, zoals vasodilatatie (verwijding van de bloedvaten). Zuigelingen zijn bovendien gevoelig voor nitraten.

Zie ook de pagina over het systemisch gebruik van diltiazem en het systemisch gebruik van isosorbidedinitraat

Laatst bijgewerkt op 18-11-2022


Bij elke zwangerschap is er een basisrisico van 10 tot 15% op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een aangeboren afwijking. De informatie bij zwangerschap gaat over de vraag of dit risico groter wordt door gebruik van het geneesmiddel of vaccin. Daarnaast bespreken we diverse andere risico’s voor het ongeboren kind, zoals de kans op vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. De informatie bij borstvoeding is gebaseerd op het mogelijke risico voor de zuigeling, uitgaande van een gezonde, voldragen baby van 0 tot 2 maanden. Bij een te vroeg geboren, kleine, lichte of zieke baby moet men extra voorzichtig zijn. Een oudere zuigeling is juist minder kwetsbaar. We gaan bij zwangerschap en borstvoeding uit van de gebruikelijke dosering, zonder dat de patiënt daarbij andere geneesmiddelen gebruikt. Of het gebruik van een geneesmiddel de beste keuze is, en welk geneesmiddel in dat geval de voorkeur heeft, kan per persoon en per situatie verschillen. Daarom is goed overleg tussen zorgverlener en patiënt essentieel. Deze informatie is bedoeld ter ondersteuning van dit overleg en kan de medische zorg niet vervangen.