Calciumblokkers tijdens de zwangerschap

In het kort

Het is onbekend of de calciumblokkers (calciumantagonisten) veilig gebruikt kunnen worden in de zwangerschap. Als een calciumblokker nodig is, dan gaat de voorkeur uit naar verapamil en nifedipine.

Risico indeling

  • Risico onbekend tooltip icon Over gebruik van dit geneesmiddel tijdens de zwangerschap is geen of onvoldoende informatie beschikbaar. Het is niet mogelijk om een uitspraak te doen over de veiligheid. Kies bij voorkeur voor een middel waarvan meer bekend is over de veiligheid.
    • - amlodipine
    • - barnidipine
    • - clevidipine
    • - diltiazem
    • - felodipine
    • - lacidipine
    • - lercanidipine
    • - nicardipine
    • - nifedipine
    • - nimodipine
    • - verapamil

Achtergrondinformatie

Hypertensie in de zwangerschap
Bij de behandeling van hypertensie in de zwangerschap hebben nifedipine, methyldopa en labetalol de voorkeur.

Eerste trimester
Veel processen in de embryogenese van dieren zijn calciumafhankelijk, mogelijk geldt dit ook voor de mens. Naast de beperkte ervaring is dit een extra reden om terughoudend te zijn met blootstelling aan calciumblokkers in het eerste trimester.

Een Hongaarse case control studie vond geen verhoogd risico op ledemaat afwijkingen en andere afwijkingen na gebruik van een calciumblokker in het eerste trimester [1]. Een cohort studie zag geen verhoogd risico op hartafwijkingen onder 217 vrouwen die een calciumblokker hadden gebruikt in de vroege zwangerschap [2]. Een andere studie met 40 eerste trimester blootstellingen ziet ook geen verhoogd risico op afwijkingen in het algemeen [3].

Verapamil
Naar het gebruik van verapamil zijn rond de 170 zwangerschappen beschreven [4-6]. Er zijn tot nu toe geen aanwijzingen voor een verhoogd risico op aangeboren afwijkingen.

Nifedipine
Er zijn rond de 150 zwangerschappen beschreven met het gebruik van nifedipine in het eerste trimester [4-6]. De beschikbare gegevens wijzen niet op een hoger risico op afwijkingen.

Amlodipine
Er is beperkte ervaring met het gebruik van amlodipine tijdens de zwangerschap. In de literatuur zijn rond de 90 zwangerschappen beschreven met een blootstelling in het eerste trimester [4,7,8]. Tot nu toe zijn er geen aanwijzingen voor een verhoogd risico op aangeboren afwijkingen. De informatie is echter nog te beperkt voor een goede risico inschatting.

Overige calciumblokkers
Met het gebruik van barnidipine, clevidipine, diltiazem, felodipine, lacidipine, lercanidipine, nicardipine en nimodipine is niet of nauwelijks ervaring opgedaan in de zwangerschap.

Tweede en derde trimester
Het gebruik van nifedipine en verapamil bij ernstige hypertensie in de tweede helft van de zwangerschap, bij hartaandoeningen of als weeënremmer bij dreigende vroeggeboorte, is redelijk onderzocht.

Nifedipine in combinatie met magnesiumsulfaat geeft in de late zwangerschap een kleine kans op maternale toxiciteit bij dreigende vroeggeboorte. Er zijn enkele meldingen van ernstige bloeddrukdaling en spierzwakte [9,10].

Eén studie met 721 blootstellingen aan een calciumblokker in het derde trimester suggereert een mogelijk licht verhoogd risico op neonatale convulsies bij blootstelling aan calciumblokkers in het derde trimester [11]. Een andere grote studie, met 22.908 blootstellingen, vindt echter geen verhoogd risico na gebruik van calciumblokkers in de laatste dertig dagen van de zwangerschap [3].

Een recente review en meta-analyse ziet geen verschil in zwangerschapsuitkomsten (keizersnedes, vroeggeboorte, placentaloslating, foetale groei restrictie, foetale nood en neonatale asfyxie) tussen amlodipine en nifedipine [12].

arrow icon
Sorensen HT, Czeizel AE, Rockenbauer M. The risk of limb deficiencies and other congenital abnormalities in children exposed in utero to calcium channel blockers. Acta obstetricia et gynecologica Scandinavica. 2001-05-01;80(5):397-401Lennestal R, Otterblad Olausson P, Kallen B. Maternal use of antihypertensive drugs in early pregnancy and delivery outcome, notably the presence of congenital heart defects in the infants. European journal of clinical pharmacology. 2009-06-01;65(6):615-25Davis RL, et al. Risks of congenital malformations and perinatal events among infants exposed to calcium channel and beta-blockers during pregnancy. Pharmacoepidemiology and drug safety. 2011-02-01;20(2):138-45Weber-Schoendorfer C, et al. The safety of calcium channel blockers during pregnancy: a prospective, multicenter, observational study Reproductive toxicology (Elmsford, N.Y.). 2008-09-01;26(1):24-30Magee LA, et al. The safety of calcium channel blockers in human pregnancy: a prospective, multicenter cohort study. American journal of obstetrics and gynecology. 1996-03-01;174(3):823-8Gerald G. Briggs, Roger K. Freeman, Craig V. Towers. Drugs in Pregnancy and Lactation. 11th. Wolters Kluwer Health;2016-04-17. p.707Mito A, et al. Safety of Amlodipine in Early Pregnancy. Journal of the American Heart Association. 2019-08-06;8(15):e012093Ahn HK, et al. Exposure to amlodipine in the first trimester of pregnancy and during breastfeeding. Hypertension in pregnancy. 2007-01-01;26(2):179-87Waisman GD, Mayorga LM, Cámera MI. Magnesium plus nifedipine: potentiation of hypotensive effect in preeclampsia? American journal of obstetrics and gynecology. 1988-08-01;159(2):308-9Snyder SW, Cardwell MS. Neuromuscular blockade with magnesium sulfate and nifedipine. American journal of obstetrics and gynecology. 1989-07-01;161(1):35-6Bateman BT, et al. Calcium Channel Blocker Exposure in Late Pregnancy and the Risk of Neonatal Seizures. Obstetrics and gynecology. 2015-08-01;126(2):271-278Yin J, Mei Z, Shi S. Nifedipine or amlodipine? The choice for hypertension during pregnancy: a systematic review and meta-analysis. Archives of gynecology and obstetrics. 2022-03-19;

Laatst bijgewerkt op 29-07-2022


Bij elke zwangerschap is er een basisrisico van 10 tot 15% op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een aangeboren afwijking. De informatie bij zwangerschap gaat over de vraag of dit risico groter wordt door gebruik van het geneesmiddel of vaccin. Daarnaast bespreken we diverse andere risico’s voor het ongeboren kind, zoals de kans op vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. De informatie bij borstvoeding is gebaseerd op het mogelijke risico voor de zuigeling, uitgaande van een gezonde, voldragen baby van 0 tot 2 maanden. Bij een te vroeg geboren, kleine, lichte of zieke baby moet men extra voorzichtig zijn. Een oudere zuigeling is juist minder kwetsbaar. We gaan bij zwangerschap en borstvoeding uit van de gebruikelijke dosering, zonder dat de patiënt daarbij andere geneesmiddelen gebruikt. Of het gebruik van een geneesmiddel de beste keuze is, en welk geneesmiddel in dat geval de voorkeur heeft, kan per persoon en per situatie verschillen. Daarom is goed overleg tussen zorgverlener en patiënt essentieel. Deze informatie is bedoeld ter ondersteuning van dit overleg en kan de medische zorg niet vervangen.