Lokale middelen bij jeuk en pijn tijdens de borstvoedingsperiode

In het kort

Lidocaïne en pramocaïne kunnen op de huid worden gebruikt tijdens de borstvoeding.

Gebruik van capsaïcine en levomenthol kan waarschijnlijk ook. Let op dat de baby de menthol niet kan inademen.

Van chinchocaïne zijn geen gegevens bekend, maar direct contact van de baby met de crème kan gevaarlijk zijn.

Let op:

  • Wordt de crème of zalf op de borst gebruikt? Maak dan het gebied rond de tepel vóór het voeden goed schoon. Zo komt het kind niet direct in contact met de crème of zalf.

Risico indeling

  • Meest veilig tooltip icon Dit geneesmiddel is -binnen deze groep- de veiligste keuze voor gebruik tijdens de borstvoedingsperiode. Er is, in onderzoek of in de praktijk, geen verhoogd risico gevonden op nadelige effecten voor de zuigeling of op de melkproductie.
    • - lidocaïne
    • - pramocaïne
  • Waarschijnlijk veilig tooltip icon Dit geneesmiddel kan gebruikt worden tijdens de borstvoedingsperiode. Maar indien mogelijk heeft een geneesmiddel uit de categorie ‘Meest veilig’ de voorkeur. Bijvoorbeeld omdat er minder van dat middel in de melk terechtkomt of omdat er meer onderzoek naar is gedaan.
    • - capsaïcine
    • - levomenthol
  • Risico onbekend tooltip icon Over gebruik van dit geneesmiddel tijdens de borstvoedingsperiode is nauwelijks of geen informatie. Het is niet mogelijk om een uitspraak te doen over de veiligheid. Kies bij voorkeur voor een middel waarvan meer bekend is over de veiligheid.
    • - cinchocaïne

Achtergrondinformatie

Geneesmiddelopname via de huid is meestal laag
Bij middelen die op de huid worden gesmeerd, vindt er normaal gesproken weinig systemische opname plaats. Bij langdurig gebruik, gebruik van grote hoeveelheden, op grote huidoppervlakken of op beschadigde huid, neemt de hoeveelheid opgenomen geneesmiddel toe. Bij uitgebreid gebruik kunnen bij de moeder relevante bloedspiegels optreden en kan het middel mogelijk in de moedermelk terecht komen. Lees in dat geval, indien van toepassing, de informatie over de systemische toepassing van het betreffende middel. 

Lidocaïne
Via de intacte huid is de opname van lidocaïne matig. Wanneer het wordt toegepast op een beschadigde huid of op slijmvliezen wordt lidocaïne goed opgenomen. Het gaat in kleine hoeveelheden over in de moedermelk. Er zijn tot nu toe geen nadelige effecten gezien bij zuigelingen.

Zie ook de pagina voor de systemische toepassing van lidocaïne.

Pramocaïne
Pramocaïne wordt bij gebruik op de huid niet systemisch opgenomen en gaat dus niet over in de moedermelk. Inname van de crème door de zuigeling moet worden vermeden, omdat dit kan leiden tot misselijkheid en braken.

Levomenthol
Levomenthol gaat in zeer kleine hoeveelheden over in de moedermelk. Relevante blootstelling van de zuigeling is niet waarschijnlijk. Zorg ervoor dat de baby de menthol niet kan inademenen.

Capsaïcine
Er zijn geen gegevens bekend over het gebruik van capsaïcine tijdens de borstvoeding. Capsaïcine wordt slecht geabsorbeerd via de huid. Hierdoor is de overgang naar de moedermelk waarschijnlijk ook laag.

Cinchocaïne
De opname van cinchocaïne door de beschadigde huid is minimaal. Het is onbekend of het in de moedermelk komt. Direct contact van de zuigeling met de crème moet worden vermeden. Er zijn cases bekend van ernstige toxiciteit bij kinderen na orale inname van cinchocaine (1, 2).

 

Referenties

1. Nelsen J, Holland M, dougherty M, Bernad J, Stork C, Marraffa J. Severe Central Nervous System and Cardiovascular Toxicity in a Pediatric Patient After Ingestion of an Over-the-Counter Local Anesthetic. Pediatr Emer Care. 2009;25:670-3.
2. Dayan PS, Litovitz TL, Crouch BI, Scalzo AJ, Klein BL. Fatal Accidental Dibucaine Poisoning in Children. Annals of emergency medicine. 1996;28(4):442-5.

Laatst bijgewerkt op 23-11-2022


Bij elke zwangerschap is er een basisrisico van 10 tot 15% op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een aangeboren afwijking. De informatie bij zwangerschap gaat over de vraag of dit risico groter wordt door gebruik van het geneesmiddel of vaccin. Daarnaast bespreken we diverse andere risico’s voor het ongeboren kind, zoals de kans op vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. De informatie bij borstvoeding is gebaseerd op het mogelijke risico voor de zuigeling, uitgaande van een gezonde, voldragen baby van 0 tot 2 maanden. Bij een te vroeg geboren, kleine, lichte of zieke baby moet men extra voorzichtig zijn. Een oudere zuigeling is juist minder kwetsbaar. We gaan bij zwangerschap en borstvoeding uit van de gebruikelijke dosering, zonder dat de patiënt daarbij andere geneesmiddelen gebruikt. Of het gebruik van een geneesmiddel de beste keuze is, en welk geneesmiddel in dat geval de voorkeur heeft, kan per persoon en per situatie verschillen. Daarom is goed overleg tussen zorgverlener en patiënt essentieel. Deze informatie is bedoeld ter ondersteuning van dit overleg en kan de medische zorg niet vervangen.