Bloeddrukverhogende middelen tijdens de borstvoedingsperiode

In het kort

Adrenaline, dobutamine en noradrenaline kunnen waarschijnlijk veilig worden gebruikt tijdens de borstvoedingsperiode. Dopamine kan de borstvoeding remmen.

Over het gebruik van isoprenaline en midodrine zijn geen gegevens bekend. Het is daarom niet mogelijk een uitspraak te doen over de mogelijke risico’s.

Risico indeling

  • Waarschijnlijk veilig tooltip icon Dit geneesmiddel kan gebruikt worden tijdens de borstvoedingsperiode. Maar indien mogelijk heeft een geneesmiddel uit de categorie ‘Meest veilig’ de voorkeur. Bijvoorbeeld omdat er minder van dat middel in de melk terechtkomt of omdat er meer onderzoek naar is gedaan.
    • - adrenaline
    • - dobutamine
    • - noradrenaline
  • Risico tooltip icon Het is niet veilig om dit geneesmiddel te gebruiken in de borstvoedingsperiode. Kies zo mogelijk voor een veiliger middel. Als dat niet mogelijk is, ga dan over op flesvoeding
    • - dopamine
    • - efedrine
    • - fenylefrine
  • Risico onbekend tooltip icon Over gebruik van dit geneesmiddel tijdens de borstvoedingsperiode is nauwelijks of geen informatie. Het is niet mogelijk om een uitspraak te doen over de veiligheid. Kies bij voorkeur voor een middel waarvan meer bekend is over de veiligheid.
    • - isoprenaline
    • - midodrine

Achtergrondinformatie

Adrenaline, dobutamine en noradrenaline
Adrenaline, dobutamine en noradrenaline hebben een zeer korte halfwaardetijd. Deze middelen worden niet in het lichaam opgenomen vanuit het maagdarmkanaal van de zuigeling. Blootstelling via de borstvoeding heeft daarom waarschijnlijk geen effect bij een gezonde zuigeling na de neonatale periode.

Dopamine
Dopamine kan de prolactinespiegel bij de moeder laten dalen en zo de borstvoeding remmen.

Efedrine en fenylefrine
Er is geen onderzoek gedaan naar het gebruik van efedrine en fenylefrine tijdens de borstvoedingsperiode. Efedrine en fenylefrine kunnen vasoconstrictie veroorzaken. Het is niet bekend of deze middelen via de borstvoeding dit effect kunnen geven bij de zuigeling. Efedrine en fenylefrine kunnen in theorie de melkproductie verminderen. Tijdens het gebruik van deze middelen de borstvoeding tijdelijk stoppen.

Laatst bijgewerkt op 16-04-2019


Bij elke zwangerschap is er een basisrisico van 10 tot 15% op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een aangeboren afwijking. De informatie bij zwangerschap gaat over de vraag of dit risico groter wordt door gebruik van het geneesmiddel of vaccin. Daarnaast bespreken we diverse andere risico’s voor het ongeboren kind, zoals de kans op vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. De informatie bij borstvoeding is gebaseerd op het mogelijke risico voor de zuigeling, uitgaande van een gezonde, voldragen baby van 0 tot 2 maanden. Bij een te vroeg geboren, kleine, lichte of zieke baby moet men extra voorzichtig zijn. Een oudere zuigeling is juist minder kwetsbaar. We gaan bij zwangerschap en borstvoeding uit van de gebruikelijke dosering, zonder dat de patiënt daarbij andere geneesmiddelen gebruikt. Of het gebruik van een geneesmiddel de beste keuze is, en welk geneesmiddel in dat geval de voorkeur heeft, kan per persoon en per situatie verschillen. Daarom is goed overleg tussen zorgverlener en patiënt essentieel. Deze informatie is bedoeld ter ondersteuning van dit overleg en kan de medische zorg niet vervangen.