Middelen bij jicht tijdens de borstvoedingsperiode

In het kort

Over de specifieke jichtmiddelen die worden gebruikt om een jichtaanval te voorkomen zijn weinig of geen gegevens bekend. Het is daarom lastig een goede inschatting te maken van de mogelijke risico’s.

Risico indeling

  • Risico onbekend tooltip icon Over gebruik van dit geneesmiddel tijdens de borstvoedingsperiode is nauwelijks of geen informatie. Het is niet mogelijk om een uitspraak te doen over de veiligheid. Kies bij voorkeur voor een middel waarvan meer bekend is over de veiligheid.
    • - allopurinol
    • - benzbromaron
    • - colchicine
    • - febuxostat

Achtergrondinformatie

Allopurinol
In een studie met 1 moeder-kindpaar is een relatieve kind dosis van 4.9% berekend. Na een blootstelling van 5 weken zijn geen nadelige effecten gezien in de zuigeling (1).

Colchicine
Colchicine gaat in relatief grote hoeveelheden over in de moedermelk. De spiegels in het serum en in de moedermelk zijn ongeveer gelijk. De individuele variatie is echter groot, de relatieve kind dosis berekend in verschillende studies ligt tussen de 2.1% en 31%. Op grond van kleine studies lijkt eenmalig of kortdurend gebruik tijdens de borstvoeding mogelijk.

Andere geneesmiddelen bij jicht
Over benzbromaron en febuxostat tijdens de borstvoedingsperiode zijn geen gegevens bekend. Daarom is het niet mogelijk een goede risico inschatting te maken.

Bij een acute jichtaanval tijdens de borstvoedingsperiode heeft ibuprofen de voorkeur. Informatie over ibuprofen is beschikbaar op de pagina NSAID’s of salicylaten bij pijn tijdens de borstvoedingsperiode

Tegen een stootkuur met prednison of prednisolon is geen bezwaar. Zie voor meer informatie de pagina Systemische corticosteroïden tijdens de borstvoedingsperiode.

 

arrow icon
  • Kamilli I, Gresser U. Allopurinol and oxypurinol in human breast milk The Clinical investigator. 1993-02-01;71(2):161-4

Laatst bijgewerkt op 22-06-2021


Bij elke zwangerschap is er een basisrisico van 10 tot 15% op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een aangeboren afwijking. De informatie bij zwangerschap gaat over de vraag of dit risico groter wordt door gebruik van het geneesmiddel of vaccin. Daarnaast bespreken we diverse andere risico’s voor het ongeboren kind, zoals de kans op vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. De informatie bij borstvoeding is gebaseerd op het mogelijke risico voor de zuigeling, uitgaande van een gezonde, voldragen baby van 0 tot 2 maanden. Bij een te vroeg geboren, kleine, lichte of zieke baby moet men extra voorzichtig zijn. Een oudere zuigeling is juist minder kwetsbaar. We gaan bij zwangerschap en borstvoeding uit van de gebruikelijke dosering, zonder dat de patiënt daarbij andere geneesmiddelen gebruikt. Of het gebruik van een geneesmiddel de beste keuze is, en welk geneesmiddel in dat geval de voorkeur heeft, kan per persoon en per situatie verschillen. Daarom is goed overleg tussen zorgverlener en patiënt essentieel. Deze informatie is bedoeld ter ondersteuning van dit overleg en kan de medische zorg niet vervangen.