Middelen bij de bescherming tegen malaria tijdens de borstvoedingsperiode

In het kort

Wekelijkse doseringen van chloroquine of hydroxychloroquine kunnen gebruikt worden bij de bescherming tegen malaria tijdens de borstvoeding. Ook proguanil kan gebruikt worden tijdens de borstvoeding.

Doxycycline kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt gedurende maximaal drie weken. Als doxycycline langer gebruikt moet worden, kan beter geen borstvoeding worden gegeven.

Het is onbekend of de overige middelen veilig gebruikt kunnen worden tijdens de borstvoeding.

Risico indeling

  • Meest veilig tooltip icon Dit geneesmiddel is -binnen deze groep- de veiligste keuze voor gebruik tijdens de borstvoedingsperiode. Er is, in onderzoek of in de praktijk, geen verhoogd risico gevonden op nadelige effecten voor de zuigeling of op de melkproductie.
    • - chloroquine
    • - hydroxychloroquine
    • - proguanil
  • Waarschijnlijk veilig tooltip icon Dit geneesmiddel kan gebruikt worden tijdens de borstvoedingsperiode. Maar indien mogelijk heeft een geneesmiddel uit de categorie ‘Meest veilig’ de voorkeur. Bijvoorbeeld omdat er minder van dat middel in de melk terechtkomt of omdat er meer onderzoek naar is gedaan.
    • - doxycycline (kortdurend)
  • Mogelijk risico tooltip icon Dit geneesmiddel kan via de melk mogelijk nadelige effecten geven bij de zuigeling. Overweeg of een veiliger middel gebruikt kan worden. Als dat niet kan, weeg dan de mogelijke nadelige effecten af tegen het belang van borstvoeding voor het kind. Voer extra controles uit bij het kind of ga over op flesvoeding.
    • - doxycycline (langdurig)
  • Risico onbekend tooltip icon Over gebruik van dit geneesmiddel tijdens de borstvoedingsperiode is nauwelijks of geen informatie. Het is niet mogelijk om een uitspraak te doen over de veiligheid. Kies bij voorkeur voor een middel waarvan meer bekend is over de veiligheid.
    • - atovaquon / proguanil
    • - mefloquine

Achtergrondinformatie

Chloroquine en hydroxychloroquine
Chloroquine en hydroxychloroquine gaan in relatief lage hoeveelheden over in de moedermelk. Er is een redelijke hoeveelheid onderzoek naar het gebruik tijdens de borstvoeding. Er zijn geen nadelige effecten op de zuigeling gemeld bij gebruik van chloroquine en hydroxychloroquine als malariaprofylaxe (1 keer per week).

Chloroquine en hydroxychloroquine hebben een lange halfwaardetijd, hierdoor zou theoretisch stapeling bij de zuigeling kunnen optreden. Tot nu toe zijn hier echter geen meldingen van bekend.

Voor de behandeling van malaria zijn hogere doseringen (hydroxy)chloroquine nodig. Hierover staat meer op de pagina behandeling van malaria tijdens de borstvoedingsperiode.  

Proguanil
Ook progu­anil gaat over in de moedermelk. Het middel wordt door de zuigeling goed verdragen.

Mefloquine
Mefloquine gaat in minimale hoeveelheden over in de moedermelk. Mefloquine heeft een lange halfwaardetijd van 2 tot 4 weken. Stapeling is bij langdurig gebruik niet uit te sluiten.

Atovaquon/proguanil
Met het gebruik van atovaquon/proguanil tijdens de borstvoeding is geen ervaring vastgelegd.

Doxycycline
Doxycycline gaat over in de moedermelk. Het middel wordt voor een deel geïnactiveerd door het calcium in de melk. Tetracyclinen kunnen bij directe toepassing aan kinderen het gebit en de botten aantasten. Bij een kuur van minder dan drie weken is het niet waarschijnlijk dat het gebit en de botten wor­den aangetast. Nadelige effecten op de zuigeling zijn nooit gemeld. Bij langdurig gebruik kan beter geen borstvoeding worden gegeven. Voor meer informatie over doxycycline, zie de informatie over tetracyclinen tijdens de borstvoeding.

DEET
Zie onze informatie over DEET (diëthyltoluamide) tijdens de borstvoeding.

Laatst bijgewerkt op 20-05-2019


Bij elke zwangerschap is er een basisrisico van 10 tot 15% op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een aangeboren afwijking. De informatie bij zwangerschap gaat over de vraag of dit risico groter wordt door gebruik van het geneesmiddel of vaccin. Daarnaast bespreken we diverse andere risico’s voor het ongeboren kind, zoals de kans op vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. De informatie bij borstvoeding is gebaseerd op het mogelijke risico voor de zuigeling, uitgaande van een gezonde, voldragen baby van 0 tot 2 maanden. Bij een te vroeg geboren, kleine, lichte of zieke baby moet men extra voorzichtig zijn. Een oudere zuigeling is juist minder kwetsbaar. We gaan bij zwangerschap en borstvoeding uit van de gebruikelijke dosering, zonder dat de patiënt daarbij andere geneesmiddelen gebruikt. Of het gebruik van een geneesmiddel de beste keuze is, en welk geneesmiddel in dat geval de voorkeur heeft, kan per persoon en per situatie verschillen. Daarom is goed overleg tussen zorgverlener en patiënt essentieel. Deze informatie is bedoeld ter ondersteuning van dit overleg en kan de medische zorg niet vervangen.