Glycopeptiden bij infecties tijdens de zwangerschap

In het kort

Het is onbekend of dalbavancine, teicoplanine en vancomycine veilig gebruikt kunnen worden tijdens de zwangerschap.

Risico indeling

  • Risico onbekend tooltip icon Over gebruik van dit geneesmiddel tijdens de zwangerschap is geen of onvoldoende informatie beschikbaar. Het is niet mogelijk om een uitspraak te doen over de veiligheid. Kies bij voorkeur voor een middel waarvan meer bekend is over de veiligheid.
    • - dalbavancine
    • - teicoplanine
    • - vancomycine

Achtergrondinformatie

Vancomycine
Over het gebruik van vancomycine tijdens de zwangerschap zijn slechts enkele case reports en series beschreven. Rond de 25 zwangerschappen zijn blootgesteld, vooral na het eerste trimester. Tien kinderen, blootgesteld in het tweede en derde trimester, werden na de geboorte onderzocht op nefrotoxiciteit en ototoxiciteit. Dit werd niet gezien. Er zijn wel bijwerkingen bij de moeders gemeld. Enkele moeders ervaarden het “red man syndrome”. Ook is een keer een bloeddrukdaling bij moeder beschreven. Dit gaf een foetale bradycardie, die na 4 minuten herstelde. Maak een klinische afweging op basis van de ernst van de aandoening en mogelijkheid van andere behandeling.

Teicoplanine
Er zijn geen humane studies of case reports over het gebruik van teicoplanine tijdens de zwangerschap gedocumenteerd.

Dalbavancine
Er is een case report bekend over het gebruik van dalbavancine tijdens de late zwangerschap. Er werd een gezond kind geboren.
 



 

 

Laatst bijgewerkt op 26-02-2019


Bij elke zwangerschap is er een basisrisico van 10 tot 15% op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een aangeboren afwijking. De informatie bij zwangerschap gaat over de vraag of dit risico groter wordt door gebruik van het geneesmiddel of vaccin. Daarnaast bespreken we diverse andere risico’s voor het ongeboren kind, zoals de kans op vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. De informatie bij borstvoeding is gebaseerd op het mogelijke risico voor de zuigeling, uitgaande van een gezonde, voldragen baby van 0 tot 2 maanden. Bij een te vroeg geboren, kleine, lichte of zieke baby moet men extra voorzichtig zijn. Een oudere zuigeling is juist minder kwetsbaar. We gaan bij zwangerschap en borstvoeding uit van de gebruikelijke dosering, zonder dat de patiënt daarbij andere geneesmiddelen gebruikt. Of het gebruik van een geneesmiddel de beste keuze is, en welk geneesmiddel in dat geval de voorkeur heeft, kan per persoon en per situatie verschillen. Daarom is goed overleg tussen zorgverlener en patiënt essentieel. Deze informatie is bedoeld ter ondersteuning van dit overleg en kan de medische zorg niet vervangen.