Orale antihistaminica bij allergie tijdens de borstvoedingsperiode

In het kort

De beste behandeloptie
Loratadine is de eerste keus als een allergietablet nodig is tijdens de borstvoeding. Als alternatief kan cetrizine gebruikt worden.

Overige behandelopties
Gebruik oogdruppels en neussprays als er alleen oog- en neusklachten zijn. Zie hiervoor de pagina’s over Lokale middelen bij allergische rhinitis tijdens de borstvoedingsperiode of Lokale middelen bij allergische conjunctivitis tijdens de borstvoedingsperiode.

Let op:

  • Gebruik geen allergietabletten die versuffend zijn. Vooral niet wanneer het nodig is om het vaker te gebruiken

Risico indeling

  • Waarschijnlijk veilig tooltip icon Dit geneesmiddel kan gebruikt worden tijdens de borstvoedingsperiode. Maar indien mogelijk heeft een geneesmiddel uit de categorie ‘Meest veilig’ de voorkeur. Bijvoorbeeld omdat er minder van dat middel in de melk terechtkomt of omdat er meer onderzoek naar is gedaan.
    • - cetirizine
    • - cinnarizine
    • - desloratadine
    • - fexofenadine
    • - levocetirizine
    • - loratadine
  • Mogelijk risico tooltip icon Dit geneesmiddel kan via de melk mogelijk nadelige effecten geven bij de zuigeling. Overweeg of een veiliger middel gebruikt kan worden. Als dat niet kan, weeg dan de mogelijke nadelige effecten af tegen het belang van borstvoeding voor het kind. Voer extra controles uit bij het kind of ga over op flesvoeding.
    • - alimemazine
    • - oxomemazine
    • - promethazine
  • Risico tooltip icon Het is niet veilig om dit geneesmiddel te gebruiken in de borstvoedingsperiode. Kies zo mogelijk voor een veiliger middel. Als dat niet mogelijk is, ga dan over op flesvoeding
    • - clemastine
    • - hydroxyzine
  • Risico onbekend tooltip icon Over gebruik van dit geneesmiddel tijdens de borstvoedingsperiode is nauwelijks of geen informatie. Het is niet mogelijk om een uitspraak te doen over de veiligheid. Kies bij voorkeur voor een middel waarvan meer bekend is over de veiligheid.
    • - acrivastine
    • - dimetindeen
    • - ebastine
    • - ketotifen
    • - mizolastine
    • - rupatadine

Achtergrondinformatie

Mogelijke bijwerkingen die kunnen optreden bij moeder of kind

  • Vermijd het gebruik van de sederende antihistaminica vanwege de effec­ten op het centraal zenuwstelsel. Sedatie van de zuigeling is de belangrijkste bijwerking na maternaal gebruik van een antihistaminicum.
  • Bij het kind kan ook agitatie gezien worden. Daarnaast kunnen slecht drinken en een droge mond optreden. De kans hierop is het grootst bij gebruik van de eerste generatie antihistaminica.
  • In theorie kunnen antihistaminica de prolactinespiegel verlagen en daardoor de borstvoeding remmen.

(Des)loratadine en (levo)cetirizine
De beschikbare gegevens over het gebruik van loratadine en cetirizine tijdens de borstvoeding zijn nog beperkt. Voor cetirizine is aan de hand van 3 cases een relatieve kind dosis berekend van gemiddeld 1.77% [1]. Daarbij zijn geen effecten gezien in de zuigelingen. Loratadine gaat, voor zover bekend, in kleine hoeveelheden over in de moedermelk. In een studie met 6 moeders is een maximale relatieve kind dosis van 1.1% berekend [2]. In de praktijk worden desloratadine (de werkzame metaboliet van loratadine) en levocetirizine (de werkzame (R)-enantiomeer van cetirizine) waarschijnlijk ook regelmatig gebruikt in combinatie met borstvoeding. De kans op sedatie van de zuigeling is minimaal. Als sedatie optreedt, ga dan over op een ander antihistaminicum.

Clemastine
Tijdens het gebruik van clemastine tijdens de borstvoeding werd na 3 dagen sufheid, nekstijfheid en overprikkeling bij de zuigeling van 10 weken oud beschreven. De moeder gebruikte daarnaast langdurig fenytoine en carbamazepine [3].

Alimemazine, promethazine en oxomemazine
Alimemazine, promethazine en oxomemazine zijn gecontra-indiceerd voor gebruik door jonge kinderen zelf vanwege het risico van sedatie, ademhalingsdepressie en de associatie met Sudden Infant Death Syndrome (SIDS ofwel wiegendood). SIDS of apneu is niet gemeld na blootstelling aan alimemazine of promethazine via de borstvoeding. Met het gebruik van oxomemazine is geen ervaring opgedaan.

Dimetindeen
Met dimetindeen is jarenlange gebruikerservaring. Daarom wordt aangenomen dat dit geen verhoogd risico geeft op nadelige effecten bij kortdurend gebruik tijdens de borstvoeding. Maar er is onvoldoende onderzoek gedocumenteerd naar het gebruik van dit middel tijdens de borstvoeding.

Hydroxyzine
Acht meldingen van nadelige effecten na gebruik van hydroxyzine tijdens de borstvoeding werden beschreven in een studie naar de meldingen van bijwerkingen [4]. De meldingen werden gedaan in de Franse farmacovigilantie centrum, waar hydroxyzine vaak als anxiolyticum gebruikt wordt. De helft van de nadelige effecten werd als ernstig beschreven. Verdere details zijn er niet.

Fexofenadine
Fexofenadine is een actieve metaboliet van terfenadine. Er is geen onderzoek gedaan naar fexofenadine tijdens de borstvoeding. Er is wel een kleine studie met 4 moeders die terfenadine hebben gebruikt [5]. Fexofenadine kwam slechts in kleine hoeveelheden in de melk. Het kind krijgt via de borstvoeding maximaal 0.45% van de door de moeder ingenomen dosis binnen. Het lijkt onwaarschijnlijk dat deze hoeveelheid nadelige effecten zal geven bij de zuigeling.

Cinnarizine
Er zijn geen gegevens over gebruik van cinnarizine tijdens de borstvoeding. Cinnarizine is zwak sederend en heeft een korte halfwaardetijd van 3 tot 4 uur.

Overige antihistaminica
Over acrivastine, ebastine, ketotifen, mizolastine en rupatadine zijn onvoldoende of geen gegevens beschikbaar.

arrow icon
Wilkerson H, Datta P, Rewers-Felkins K. Maternal Transfer of Cetirizine Into Human Milk Journal of human lactation : official journal of International Lactation Consultant Association. 2021-02-01;37(1):135-138Hilbert J, Radwanski E, Affrime MB. Excretion of loratadine in human breast milk Journal of clinical pharmacology. 1988-03-01;28(3):234-9Kok TH, Taitz LS, Bennett MJ. Drowsiness due to clemastine transmitted in breast milk. Lancet (London, England). 1982-04-17;1(8277):914-5Soussan C, et al. Drug-induced adverse reactions via breastfeeding: a descriptive study in the French Pharmacovigilance Database. European journal of clinical pharmacology. 2014-11-01;70(11):1361-6Lucas BD Jr, Purdy CY, Scarim SK. Terfenadine pharmacokinetics in breast milk in lactating women. Clinical pharmacology and therapeutics. 1995-04-01;57(4):398-402

Laatst bijgewerkt op 25-11-2021


Bij elke zwangerschap is er een basisrisico van 10 tot 15% op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een aangeboren afwijking. De informatie bij zwangerschap gaat over de vraag of dit risico groter wordt door gebruik van het geneesmiddel of vaccin. Daarnaast bespreken we diverse andere risico’s voor het ongeboren kind, zoals de kans op vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. De informatie bij borstvoeding is gebaseerd op het mogelijke risico voor de zuigeling, uitgaande van een gezonde, voldragen baby van 0 tot 2 maanden. Bij een te vroeg geboren, kleine, lichte of zieke baby moet men extra voorzichtig zijn. Een oudere zuigeling is juist minder kwetsbaar. We gaan bij zwangerschap en borstvoeding uit van de gebruikelijke dosering, zonder dat de patiënt daarbij andere geneesmiddelen gebruikt. Of het gebruik van een geneesmiddel de beste keuze is, en welk geneesmiddel in dat geval de voorkeur heeft, kan per persoon en per situatie verschillen. Daarom is goed overleg tussen zorgverlener en patiënt essentieel. Deze informatie is bedoeld ter ondersteuning van dit overleg en kan de medische zorg niet vervangen.