Benzodiazepines bij epilepsie tijdens de borstvoedingsperiode

In het kort

Clobazam, clonazepam, diazepam en midazolam kunnen kortdurend worden gebruikt tijdens de borstvoeding. Incidenteel gebruik van een van deze middelen is geen reden om de borstvoeding te stoppen. Met incidenteel gebruik wordt bedoeld: eenmalig gebruik, gebruik gedurende enkele dagen achter elkaar of een aantal keer per week.
Bij langdurig gebruik wordt het geven van borstvoeding afgeraden.

Let op

  • Bij gebruik tijdens de borstvoeding moet men altijd alert zijn op eventuele bijwerkingen, zoals sufheid, slecht drinken en het niet toenemen van gewicht. Staak de borstvoeding als de zuigeling deze symptomen krijgt.
  • Na langdurig gebruik is er een kans op ontwenningsverschijnselen bij het kind. Dit kan optreden als de moeder stopt met de benzodiazepine of met borstvoeding.

Risico indeling

  • Waarschijnlijk veilig tooltip icon Dit geneesmiddel kan gebruikt worden tijdens de borstvoedingsperiode. Maar indien mogelijk heeft een geneesmiddel uit de categorie ‘Meest veilig’ de voorkeur. Bijvoorbeeld omdat er minder van dat middel in de melk terechtkomt of omdat er meer onderzoek naar is gedaan.
    • - clobazam (incidenteel)
    • - clonazepam (incidenteel)
    • - diazepam (incidenteel)
    • - midazolam (incidenteel)
  • Mogelijk risico tooltip icon Dit geneesmiddel kan via de melk mogelijk nadelige effecten geven bij de zuigeling. Overweeg of een veiliger middel gebruikt kan worden. Als dat niet kan, weeg dan de mogelijke nadelige effecten af tegen het belang van borstvoeding voor het kind. Voer extra controles uit bij het kind of ga over op flesvoeding.
    • - clobazam (langdurig)
    • - midazolam (langdurig)
  • Risico tooltip icon Het is niet veilig om dit geneesmiddel te gebruiken in de borstvoedingsperiode. Kies zo mogelijk voor een veiliger middel. Als dat niet mogelijk is, ga dan over op flesvoeding
    • - clonazepam (langdurig)
    • - diazepam (langdurig)

Achtergrondinformatie

Epilepsie en borstvoeding
Vrouwen met epilepsie hebben meestal al gedurende de hele zwangerschap anti-epileptica gebruikt. Als zij borstvoeding gaan geven heeft dat positieve effecten op de ontwikkeling van het kind. Borstvoeding kan mogelijk ook de intensiteit van onthoudingsverschijnselen bij de pasgeborene verminderen. Zowel tijdens de zwangerschap als tijdens de borstvoeding gaat de voorkeur uit naar monotherapie. Bij gebruik van meerdere anti-epileptica wordt het geven van borstvoeding afgeraden. Bij verschillende combinaties van anti-epileptica zijn nadelige effecten op de zuigeling gemeld, waaronder braken, sedatie, verhoogde prikkelbaarheid en een verminderde zuigreflex. In een aparte pagina worden de voorkeursmiddelen bij behandeling van epilepsie beschreven.

Beschikbare gegevens
De halfwaardetijd van benzodiazepines is bij zuigelingen en jonge kinderen veel langer dan bij volwassenen. Jonge kinderen en zuigelingen zijn bovendien extra gevoelig voor benzodiazepines. Middelen met een lange halfwaardetijd of met metabolieten met een lange halfwaardetijd geven bij langdurig gebruik een grote kans op stapeling bij de zuigeling. De kans op het optreden van bijwerkingen bij de zuigeling is daardoor groter.

Clobazam
Clobazam wordt bij epilepsie voornamelijk als adjuvans gebruikt. Het gaat in kleine hoeveelheden over naar de melk (relatieve kinddosis rond 5%). Kortdurend gebruik zal niet tot relevante blootstelling bij de zuigeling leiden. Clobazam en diens actieve metaboliet hebben een lange halfwaardetijd. Bij langdurig gebruik is stapeling bij de zuigeling mogelijk en is monitoring op sedatie, ademhaling en groei aangewezen.
Clonazepam
Clonazepam gaat in kleine hoeveelheden over naar de melk (relatieve kinddosis 2.8%). Het heeft een lange halfwaardetijd en zou (in combinatie met andere centraal dempende middelen) kunnen leiden tot versuffing van pasgeboren zuigelingen. Vermijd zo mogelijk langdurig gebruik tijdens de borstvoedingsperiode.
Diazepam
Diazepam gaat in kleine hoeveelheden over naar de melk (relatieve kinddosis 0.9-7%). Het heeft een lange halfwaardetijd. Er zijn bij diazepam enkele meldingen van negatieve effecten op het kind (sedatie, gewichtsverlies, hyperbilirubinemie, hypotonie en apneu). Vermijd zo mogelijk langdurig gebruik tijdens de borstvoedingsperiode.
Midazolam
Midazolam wordt gebruikt bij status epilepticus. Het gaat zeer beperkt over naar de melk (relatieve kinddosis 0.6%). Kortdurend gebruik zal niet tot relevante blootstelling bij de zuigeling leiden. Midazolam heeft een kortere halfwaardetijd (rond 3 uur) dan de andere genoemde benzodiazepines en geeft dus minder kans op stapeling.

arrow icon
  • Nishimura A, et al. Benzodiazepine Concentrations in the Breast Milk and Plasma of Nursing Mothers: Estimation of Relative Infant Dose. Breastfeeding medicine : the official journal of the Academy of Breastfeeding Medicine. 2021-05-01;16(5):424-431
  • Gilder ME, et al. Outcomes for 298 breastfed neonates whose mothers received ketamine and diazepam for postpartum tubal ligation in a resource-limited setting. BMC pregnancy and childbirth. 2021-02-09;21(1):121
  • Veiby G, Bjørk M, Engelsen BA. Epilepsy and recommendations for breastfeeding Seizure. 2015-05-01;28:57-65

Laatst bijgewerkt op 17-03-2022


Bij elke zwangerschap is er een basisrisico van 10 tot 15% op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een aangeboren afwijking. De informatie bij zwangerschap gaat over de vraag of dit risico groter wordt door gebruik van het geneesmiddel of vaccin. Daarnaast bespreken we diverse andere risico’s voor het ongeboren kind, zoals de kans op vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. De informatie bij borstvoeding is gebaseerd op het mogelijke risico voor de zuigeling, uitgaande van een gezonde, voldragen baby van 0 tot 2 maanden. Bij een te vroeg geboren, kleine, lichte of zieke baby moet men extra voorzichtig zijn. Een oudere zuigeling is juist minder kwetsbaar. We gaan bij zwangerschap en borstvoeding uit van de gebruikelijke dosering, zonder dat de patiënt daarbij andere geneesmiddelen gebruikt. Of het gebruik van een geneesmiddel de beste keuze is, en welk geneesmiddel in dat geval de voorkeur heeft, kan per persoon en per situatie verschillen. Daarom is goed overleg tussen zorgverlener en patiënt essentieel. Deze informatie is bedoeld ter ondersteuning van dit overleg en kan de medische zorg niet vervangen.