Keuze van het middel
Binnen de SSRI’s hebben paroxetine of sertraline de voorkeur. Dit is alleen van toepassing als gestart moet worden met een SSRI tijdens de borstvoedingsperiode. Stop of verander niet van antidepressivum in de kraamperiode. Dit vergroot het risico op het ontstaan van een postpartum depressie.
Paroxetine
De relatieve kinddosis van paroxetine is laag (kleiner dan 3%). De bloedspiegels van paroxetine bij de zuigeling waren in verschillende studies zeer laag of niet aantoonbaar.
Sertraline
Uit diverse studies is gebleken dat sertraline in kleine hoeveelheden over gaat naar de moedermelk. De relatieve kinddosis is kleiner dan 3%. De bloedspiegels van sertraline bij de zuigeling waren in de meeste studies niet aantoonbaar.
Fluvoxamine
Fluvoxamine gaat in kleine hoeveelheden over naar de moedermelk. De relatieve kinddosis is kleiner dan 2%. De bloedspiegels van fluvoxamine bij de zuigeling waren zeer laag of niet aantoonbaar. Fluvoxamine is echter minder goed onderzocht dan sertraline en paroxetine.
(Es)citalopram
De relatieve kinddosis van citalopram en escitalopram is ongeveer 5%. Met citalopram is meer ervaring opgedaan dan met escitalopram. Beide middelen zijn in zeer lage of onaantoonbare concentraties aangetoond in het bloed van de zuigeling.
Fluoxetine
Fluoxetine is geen voorkeursmiddel tijdens de borstvoedingsperiode. De relatieve kinddosis is hoog, soms meer dan 10%. De lange halfwaardetijd van fluoxetine en van de werkzame metaboliet kan leiden tot relevante spiegels bij de neonaat. Als de moeder al fluoxetine gebruikte tijdens de zwangerschap, kan zij dit ook tijdens de borstvoeding voortzetten. Wees uit voorzorg alert op klachten van koliek, sedatie, slecht drinken en slecht groeien van de zuigeling.
Mogelijke effecten bij de zuigeling
De SSRI’s komen beperkt via de moedermelk bij de zuigeling terecht. Er zijn weinig effecten op de zuigeling gemeld, ze zijn meestal mild van aard. Controleer het kind op mogelijke effecten, zoals slecht slapen, sufheid, geïrriteerdheid, veel huilen, koliek, slecht drinken en slecht groeien. De kans hierop is klein, maar is niet uit te sluiten.
Postpartum depressie
In de periode na de bevalling zijn vrouwen extra gevoelig voor psychische stoornissen. Tussen de 10 en 15% van de vrouwen krijgt een postpartum depressie. Het gebruik van antidepressiva hoeft geen reden te zijn om met het geven van borstvoeding te stoppen. Kies zo mogelijk voor een voorkeursmiddel, in monotherapie en in een zo laag mogelijke dosering.
Lange termijn effecten
Met alle antidepressiva is onvoldoende ervaring opgedaan om een uitspraak te kunnen doen over de effecten op de lange termijn. Tot nu toe zijn er geen duidelijke aanwijzingen voor nadelige effecten bij het kind op latere leeftijd.
Laatst bijgewerkt op 27-08-2021