Risico op aangeboren afwijkingen
Bij de behandeling van colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn tijdens de zwangerschap kunnen corticosteroïden worden toegepast. De beschikbare onderzoeken laten geen hoger risico op aangeboren afwijkingen zien. Het meeste onderzoek tijdens de zwangerschap betreft predniso(lo)n en betamethason. Naar het gebruik van budesonide voor chronische darmontstekingen tijdens de zwangerschap is geen onderzoek gedaan. Het gebruik van budesonide per inhalatie voor de behandeling van astma in de zwangerschap is wel goed onderzocht. Bij proefdieren zijn corticosteroïden in hoge doses teratogeen. Ze geven een verhoogde kans op schisis. Bij de mens is dit niet gezien, maar een gering risico is niet uit te sluiten.
Andere effecten op (ongeboren) kind
Bij chronisch gebruik van corticosteroïden in hogere doseringen, vergelijkbaar met meer dan 10 mg prednison per dag, is intra-uteriene groeivertraging mogelijk. Chronisch gebruik van corticosteroïden in het derde trimester kan neonatale bijnierschorssuppressie veroorzaken. Kenmerken hiervan zijn neonatale hypoglykemie, hypotensie en verstoring van de elektrolyten en de immuunrespons.
Farmacokinetiek
Deze corticosteroïden kunnen maar beperkt bij de foetus komen. Ze worden slecht opgenomen uit het maagdarmkanaal of in de placenta afgebroken. Predniso(lo)n wordt grotendeels geïnactiveerd in de placenta, dit geldt in mindere mate voor betamethason. Foetale serumconcentraties zijn bij predniso(lo)n ongeveer tien procent van de maternale concentratie, bij betamethason ongeveer 30%. Bij beclometason treedt een sterk first-pass-effect op, waardoor het nauwelijks systemisch beschikbaar komt. Ook de biologische beschikbaarheid van oraal en rectaal toegediend budesonide is laag.
Middelen bij chronische darmontsteking
Vrouwen met de ziekte van Crohn of collitis ulcerosa die zwanger zijn of willen worden, moeten altijd optimaal behandeld worden. Een verergering van de ziekte kan de zwangerschap ongunstig beïnvloeden. Een exacerbatie geeft onder andere een verhoogd risico op miskramen, vroeggeboorte en een laag geboortegewicht. Daarom krijgen vrouwen het advies om alleen in een rustige fase van de aandoening zwanger te worden.
Welke middel de voorkeur heeft tijdens de zwangerschap, is afhankelijk van de medische voorgeschiedenis en situatie van de zwangere. Binnen de verschillende geneesmiddelgroepen gaat de voorkeur uit naar de middelen waarmee de meeste ervaring is opgedaan.
Laatst bijgewerkt op 24-01-2019