Lokale corticosteroïden bij oogaandoeningen tijdens de borstvoedingsperiode

In het kort

Corticosteroïden in oogdruppels,-zalf of -gel kunnen tijdens de borstvoeding worden gebruikt. Bij het gebruik van oogmiddelen wordt maar een kleine hoeveelheid van het geneesmiddel in het lichaam worden opgenomen. Er komt maar weinig in de borstvoeding. Het is onwaarschijnlijk dat dit nadelige effecten geeft. Dit geldt ook voor het dexamethason implantaat.

Risico indeling

  • Meest veilig tooltip icon Dit geneesmiddel is -binnen deze groep- de veiligste keuze voor gebruik tijdens de borstvoedingsperiode. Er is, in onderzoek of in de praktijk, geen verhoogd risico gevonden op nadelige effecten voor de zuigeling of op de melkproductie.
    • - dexamethason (oogdruppels of ooggel) (implantaat)
    • - fluormetholon
    • - hydrocortison
    • - prednisolon

Achtergrondinformatie

Naar de veiligheid van het gebruik van corticosteroïden in oculaire toediening tijdens de borstvoeding is geen onderzoek gedaan. Naar andere toepassingen van corticosteroïden tijdens de  borstvoeding is wel onderzoek gedaan. Corticosteroïden gaan slechts in kleine hoeveelheden over in de moedermelk. Voor meer informatie over corticosteroïden, zie de informatie over de systemische toepassing van corticosteroïden tijdens de borstvoedingsperiode.

Laatst bijgewerkt op 18-06-2019


Bij elke zwangerschap is er een basisrisico van 10 tot 15% op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een aangeboren afwijking. De informatie bij zwangerschap gaat over de vraag of dit risico groter wordt door gebruik van het geneesmiddel of vaccin. Daarnaast bespreken we diverse andere risico’s voor het ongeboren kind, zoals de kans op vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. De informatie bij borstvoeding is gebaseerd op het mogelijke risico voor de zuigeling, uitgaande van een gezonde, voldragen baby van 0 tot 2 maanden. Bij een te vroeg geboren, kleine, lichte of zieke baby moet men extra voorzichtig zijn. Een oudere zuigeling is juist minder kwetsbaar. We gaan bij zwangerschap en borstvoeding uit van de gebruikelijke dosering, zonder dat de patiënt daarbij andere geneesmiddelen gebruikt. Of het gebruik van een geneesmiddel de beste keuze is, en welk geneesmiddel in dat geval de voorkeur heeft, kan per persoon en per situatie verschillen. Daarom is goed overleg tussen zorgverlener en patiënt essentieel. Deze informatie is bedoeld ter ondersteuning van dit overleg en kan de medische zorg niet vervangen.