Oestrogenen (niet anticonceptie) tijdens de zwangerschap

In het kort

Deze pagina gaat over het gebruik van oestrogenen anders dan als anticonceptie. Gebruik oestrogenen niet tijdens de zwangerschap. Het per ongeluk gebruiken van de oestrogenen estradiol en ethinylestradiol geeft waarschijnlijk geen nadelige effecten op de zwangerschap of het ongeboren kind.

Risico indeling

  • Waarschijnlijk veilig tooltip icon Dit geneesmiddel kan gebruikt worden tijdens de zwangerschap. Maar indien mogelijk heeft een geneesmiddel uit de categorie ‘Meest veilig’ de voorkeur. Bijvoorbeeld omdat er meer onderzoek is gedaan naar dat middel of studies minder discrepanties tonen. Het belang van behandeling kan na afweging groter zijn dan het risico.
    • - estradiol
    • - ethinylestradiol
  • Risico onbekend tooltip icon Over gebruik van dit geneesmiddel tijdens de zwangerschap is geen of onvoldoende informatie beschikbaar. Het is niet mogelijk om een uitspraak te doen over de veiligheid. Kies bij voorkeur voor een middel waarvan meer bekend is over de veiligheid.
    • - estriol

Achtergrondinformatie

Er zijn weinig gegevens beschikbaar over het gebruik van oestrogenen tijdens de zwangerschap, behalve in anticonceptiepreparaten. De doseringen van estradiol en ethinylestradiol zijn vergelijkbaar met de doseringen die gebruikt worden in de anticonceptiepil. Er zijn veel gegevens beschikbaar over accidentele blootstelling aan oestrogenen in de anticonceptiepil tijdens het begin van de zwangerschap. Tot nu toe zijn er geen aanwijzingen voor nadelige effecten.

Over blootstelling aan estriol zijn geen gegevens beschikbaar. Tijdens de zwangerschap wordt estriol van nature aangemaakt in het lichaam.

Laatst bijgewerkt op 24-08-2023


Bij elke zwangerschap is er een basisrisico van 10 tot 15% op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een aangeboren afwijking. De informatie bij zwangerschap gaat over de vraag of dit risico groter wordt door gebruik van het geneesmiddel of vaccin. Daarnaast bespreken we diverse andere risico’s voor het ongeboren kind, zoals de kans op vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. De informatie bij borstvoeding is gebaseerd op het mogelijke risico voor de zuigeling, uitgaande van een gezonde, voldragen baby van 0 tot 2 maanden. Bij een te vroeg geboren, kleine, lichte of zieke baby moet men extra voorzichtig zijn. Een oudere zuigeling is juist minder kwetsbaar. We gaan bij zwangerschap en borstvoeding uit van de gebruikelijke dosering, zonder dat de patiënt daarbij andere geneesmiddelen gebruikt. Of het gebruik van een geneesmiddel de beste keuze is, en welk geneesmiddel in dat geval de voorkeur heeft, kan per persoon en per situatie verschillen. Daarom is goed overleg tussen zorgverlener en patiënt essentieel. Deze informatie is bedoeld ter ondersteuning van dit overleg en kan de medische zorg niet vervangen.