De meeste oogdruppels en zalven zijn niet of beperkt onderzocht tijdens de borstvoedingsperiode. Ze kunnen gebruikt worden omdat maar een kleine hoeveelheid werkzame stof in het lichaam wordt opgenomen. In het algemeen gaat de voorkeur uit naar de oudere of de veel voorgeschreven middelen. Raadpleeg bij twijfel eventueel de informatie bij de systemische toepassing.
Chlooramfenicol
Chlooramfenicol gaat over in de moedermelk. Er is geen ervaring met het gebruik van chlooramfenicol als oogdruppel of -zalf. Bij systemisch gebruik van chlooramfenicol door de moeder zijn nadelige effecten voor zuigelingen beschreven, zoals braken, gasvorming in de darmen, weigeren van de borst en in slaap vallen tijdens de voeding. Bij gebruik bij kinderen kan beenmergdepressie en het grey-babysyndroom (asgrijze huidskleur/cyanose, gezwollen buik, hypothermie, lethargie, cardiovasculaire collaps en ademhalingsdepressie) voorkomen. Het is echter zeer onwaarschijnlijk dat deze effecten bij gebruik van oogdruppels en -zalf optreden na blootstelling via de moedermelk.
Povidonjodium
Jodium uit povidonjodium oogdruppels kan via het slijmvlies van de traanwegen en de neuskeelholte in de bloedbaan worden opgenomen. Jodium gaat gemakkelijk vanuit het bloed over in de moedermelk en kan daar stapelen. Jodium in de moedermelk kan de schildklierfunctie van de zuigeling nadelig beïnvloeden. Dit is ook na gebruik op de huid beschreven in enkele case reports. Bij kortdurend gebruik van de oogdruppels lijkt het risico minimaal, zeker als de traanbuis enkele minuten wordt dichtgedrukt.
Ofloxacine en moxifloxacine
De ervaring met ofloxacine tijdens de borstvoeding is zeer beperkt. Er zijn geen gegevens over het gebruik van moxifloxacine tijdens de borstvoeding. Systemisch gebruik van chinolonen tijdens de borstvoeding wordt afgeraden, omdat chinolonen in dierproeven kraakbeenafwijkingen kunnen geven bij jonge dieren. Ofloxacine gaat in kleine hoeveelheden over in de moedermelk. Het is onwaarschijnlijk dat deze hoeveelheden tot effecten bij de zuigeling kunnen leiden, zeker bij gebruik van oogdruppels.
Tetracyclinen
Tetracyclinen kunnen bij directe toepassing aan kinderen het gebit en de botten aantasten. Tetracyclinen gaan in kleine hoeveelheden over in de moedermelk Het is onwaarschijnlijk dat ze bij een korte kuur en bij toepassing per oogdruppel het gebit en de botten van de zuigeling kunnen aantasten. In het bloed van de zuigeling zijn tetracyclinen niet aangetoond na blootstelling via de borstvoeding.
Aminoglycosiden
De aminoglycosiden framycetine, gentamicine, gramicidine, neomycine en tobramycine gaan in beperkte hoeveelheden over in de moedermelk. Deze antibiotica worden bij de zuigeling nauwelijks opgenomen vanuit het maagdarmkanaal. Bij prematuren kan wel opname van aminoglycosiden vanuit het maagdarmkanaal plaatsvinden. Omdat aminoglycosiden bij jonge zuigelingen langzamer worden geëlimineerd, kan in theorie stapeling optreden. In de eerste weken van de lactatieperiode moet bij prematuren het systemisch gebruik van aminoglycosiden worden beperkt. Bij oogdruppels is de blootstelling via de moedermelk waarschijnlijk verwaarloosbaar klein.
Ganciclovir
Over het gebruik van ganciclovir oogdruppels tijdens de borstvoedingsperiode zijn geen gegevens beschikbaar. De opname in het lichaam is waarschijnlijk heel klein.
Laatst bijgewerkt op 03-11-2020