Progestagenen gebruikt voor anticonceptie komen niet of nauwelijks in de moedermelk terecht. In diverse onderzoeken zijn geen nadelige effecten op de groei en ontwikkeling van de zuigeling gezien.
Levonorgestrel
De hoeveelheid levonorgestrel die uit het spiraaltje vrijkomt, geeft een lagere plasmaspiegel dan de injectie of orale toediening.
Levonorgestrel in de morning-afterpil geeft een tienmaal hogere piekconcentratie in de moedermelk dan bij gebruik voor anticonceptie. Daarom wordt geadviseerd de tablet in te nemen na de borstvoeding en gedurende 6 tot 8 uur na inname melk af te kolven en weg te gooien.
Progesteron
Progesteron gaat nauwelijks over in de moedermelk. Effecten op de melkproductie of op de zuigeling zijn niet gemeld.
Dydrogesteron
Dydrogesteron is sterk verwant aan progesteron. Over het gebruik tijdens de borstvoeding zijn geen gegevens bekend. Nadelige effecten zijn niet waarschijnlijk. De kans dat een pasgeboren kind wordt blootgesteld aan dydrogesteron is klein, omdat het middel wordt gebruikt voor onder andere endometriose en dysmenorroe.
Norethisteron
Norethisteron kan in hoge dosis de borstvoeding onderdrukken. Daarnaast kan het de kwaliteit van de moedermelk nadelig beïnvloeden; de hoeveelheid lactose, stikstof en eiwitten neemt af. Dit kan leiden tot verminderde gewichtstoename van de zuigeling.
Etonogestrel implantatiestift
Etonogestrel gaat weinig over in de borstvoeding. Er zijn geen effecten gezien op de melkproductie of op de zuigeling na toediening als implantatiestift.
Medroxyprogesteron depot
Medroxyprogesteron gaat nauwelijks over in de borstvoeding. Er zijn geen effecten gezien op de melkproductie of op de zuigeling na toediening als depot.
Informatie over oestrogenen is te vinden op de pagina over oestrogenen.
Laatst bijgewerkt op 16-04-2019