Coronavirus infectie (COVID-19) tijdens de borstvoedingsperiode

In het kort

Het coronavirus komt bijna niet in de moedermelk
Het is dus onwaarschijnlijk dat een baby via de melk door de moeder besmet kan worden. Dit is tot nu toe dan ook niet gebeurd.

De beschermende antistoffen van de moeder komen wel in de moedermelk
Na een besmetting met het coronavirus maakt de moeder antistoffen aan. Deze antistoffen komen ook in de moedermelk. Het geven van borstvoeding kan daardoor helpen aan de bescherming van het kind tegen het virus. 
Ook na vaccinatie met het Coronavaccin tijdens de borstvoeding komen de door de moeder aangemaakte antistoffen in de moedermelk.

Let op:

  • Neem extra maatregelen om directe besmetting van het kind tijdens het voeden te voorkomen. Draag een medisch mondmasker en was de handen goed, minstens 20 seconden. Doe dit voor én na het voeden.

Achtergrondinformatie

In moedermelk is geen virus aangetroffen dat zich kan repliceren
In studies is de moedermelk van bijna 500 besmette moeders getest op SARS-CoV-2 [1-5,13-16,18]. Slechts in een klein deel van de gevallen (<4,5%) was deze test positief. Het aangetroffen virus was bovendien niet in staat tot replicatie (het proces waarin DNA verdubbeld wordt).

Moedermelk is geen bron van besmetting voor de baby
Er is tot nu toe geen bewijs voor besmetting met SARS-CoV-2 via de moedermelk [1-7,13-16,18].

  • Van de kinderen die blootgesteld waren aan besmette moedermelk testten slechts enkele kinderen positief voor COVID-19. Het bleek dat deze kinderen niet via de moedermelk besmet waren geraakt.
  • Daarnaast zijn er meerdere onderzoeken waarin pasgeboren kinderen zijn onderzocht die borstvoeding kregen terwijl de moeder besmet was met SARS-CoV-2 [6,7,11,19-22]. Geen van de  kinderen raakte besmet via de moedermelk.
  • Uit een grote cohort studie met gegevens uit 18 landen bleek dat er geen verband is tussen het krijgen van borstvoeding en een positieve PCR test van de baby [12].

Antistoffen in de moedermelk zijn actief in het bestrijden van het virus
In de borstvoeding van besmette moeders zijn IgG, IgA en IgM aangetoond [2,4-10,23].  
In een onderzoek uit het AMC (COVID MILK studie) [17,24] werden gedurende minstens 5 maanden antistoffen (IgA) in de borstvoeding gemeten. Uit laboratoriumonderzoek blijkt dat de moedermelk met antistoffen effectief is in het bestrijden van het SARS-CoV-2 virus. Dit wordt ook gezien in een studie van Dong [9]. Bij in vitro onderzoek (onderzoek in laboratorium op cellen) bleek 62% van melkmonsters in staat SARS-CoV-2 activiteit te neutraliseren. De meeste monsters borstvoeding bevatten IgA en IgG. Er werd geen SARS-CoV-2 RNA in de borstvoeding gevonden. 

Belangrijke links
Zie ook de informatie over de effecten van COVID-19 tijdens de zwangerschap.
Algemene informatie over het coronavirus is te vinden op de website van het RIVM.

 

 

Laatst bijgewerkt op 10-09-2021


Bij elke zwangerschap is er een basisrisico van 10 tot 15% op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een aangeboren afwijking. De informatie bij zwangerschap gaat over de vraag of dit risico groter wordt door gebruik van het geneesmiddel of vaccin. Daarnaast bespreken we diverse andere risico’s voor het ongeboren kind, zoals de kans op vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. De informatie bij borstvoeding is gebaseerd op het mogelijke risico voor de zuigeling, uitgaande van een gezonde, voldragen baby van 0 tot 2 maanden. Bij een te vroeg geboren, kleine, lichte of zieke baby moet men extra voorzichtig zijn. Een oudere zuigeling is juist minder kwetsbaar. We gaan bij zwangerschap en borstvoeding uit van de gebruikelijke dosering, zonder dat de patiënt daarbij andere geneesmiddelen gebruikt. Of het gebruik van een geneesmiddel de beste keuze is, en welk geneesmiddel in dat geval de voorkeur heeft, kan per persoon en per situatie verschillen. Daarom is goed overleg tussen zorgverlener en patiënt essentieel. Deze informatie is bedoeld ter ondersteuning van dit overleg en kan de medische zorg niet vervangen.