Middelen bij erfelijk angio-oedeem tijdens de borstvoedingsperiode

In het kort

C1-esteraseremmer afkomstig uit humaan plasma kan waarschijnlijk veilig gebruikt worden tijdens de borstvoeding. Het wordt gezien als de behandeling van voorkeur bij angio-oedeem tijdens de borstvoeding. Het is onbekend of de overige middelen bij erfelijk angio-oedeem veilig kunnen worden gebruikt tijdens de borstvoeding.

Risico indeling

  • Waarschijnlijk veilig tooltip icon Dit geneesmiddel kan gebruikt worden tijdens de borstvoedingsperiode. Maar indien mogelijk heeft een geneesmiddel uit de categorie ‘Meest veilig’ de voorkeur. Bijvoorbeeld omdat er minder van dat middel in de melk terechtkomt of omdat er meer onderzoek naar is gedaan.
    • - c1-esteraseremmer, uit plasma
  • Risico onbekend tooltip icon Over gebruik van dit geneesmiddel tijdens de borstvoedingsperiode is nauwelijks of geen informatie. Het is niet mogelijk om een uitspraak te doen over de veiligheid. Kies bij voorkeur voor een middel waarvan meer bekend is over de veiligheid.
    • - conestat alfa
    • - icatibant
    • - lanadelumab

Achtergrondinformatie

C1-esteraseremmer (afkomstig uit humaan plasma)
Enkele case reports beschrijven het gebruik van C1-esteraseremmer afkomstig uit humaan plasma, als (aanvals)behandeling tijdens de borstvoedingsperiode. De casusbeschrijvingen waren veelal summier, maar er lijken geen nadelige gevolgen te zijn (1-4). Vanwege het grote molecuulgewicht is het onwaarschijnlijk dat er veel in de moedermelk komt. C1-esteraseremmer afkomstig uit humaan plasma wordt gezien als de behandeling van voorkeur bij angio-oedeem tijdens de borstvoeding.

Conestat alfa (recombinant)
Er zijn geen data over het gebruik van conestat alfa tijdens de borstvoeding. Het heeft, net als C1-esteraseremmer uit humaan plasma, een groot molecuulgewicht en het is onwaarschijnlijk dat er veel in de moedermelk komt. Nadelige effecten lijken onwaarschijnlijk. 

Icatibant
Er zijn geen data over het gebruik van icatibant tijdens de borstvoeding. Vanwege de korte halfwaardetijd en de lage orale biobeschikbaarheid lijken nadelige effecten bij de neonaat onwaarschijnlijk.

Lanadelumab
Er zijn geen data over het gebruik van lanadelumab tijdens de borstvoeding. Lanadelumab is een monoclonaal antilichaam. Dit zijn grote moleculen, die nauwelijks overgaan in de moedermelk. Bovendien worden deze grote moleculen waarschijnlijk in het maagdarmkanaal van de zuigeling geïnactiveerd. Systemische effecten bij de neonaat door blootstelling via de borstvoeding lijken onwaarschijnlijk.

 

arrow icon
  • Czaller I, Visy B, Csuka D. The natural history of hereditary angioedema and the impact of treatment with human C1-inhibitor concentrate during pregnancy: a long-term survey European journal of obstetrics, gynecology, and reproductive biology. 2010-09-01;152(1):44-9
  • Martinez-Saguer I, Rusicke E, Heller C. Characterization of acute hereditary angioedema attacks during pregnancy and breast-feeding and their treatment with C1 inhibitor concentrate American journal of obstetrics and gynecology. 2010-08-01;203(2):131.e1-7
  • Farkas H, Csuka D, Toth F. Successful pregnancy outcome after treatment with C1-inhibitor concentrate in a patient with hereditary angioedema and a history of four miscarriages European journal of obstetrics, gynecology, and reproductive biology. 2012-12-01;165(2):366-7
  • Andarawewa S, Aygoren-Pursun E. Subcutaneous C1-Inhibitor Concentrate for prophylaxis during pregnancy and lactation in a patient with C1-INH-HAE Clinical case reports. 2021-02-06;9(3):1273-1275

Laatst bijgewerkt op 08-06-2021


Bij elke zwangerschap is er een basisrisico van 10 tot 15% op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een aangeboren afwijking. De informatie bij zwangerschap gaat over de vraag of dit risico groter wordt door gebruik van het geneesmiddel of vaccin. Daarnaast bespreken we diverse andere risico’s voor het ongeboren kind, zoals de kans op vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. De informatie bij borstvoeding is gebaseerd op het mogelijke risico voor de zuigeling, uitgaande van een gezonde, voldragen baby van 0 tot 2 maanden. Bij een te vroeg geboren, kleine, lichte of zieke baby moet men extra voorzichtig zijn. Een oudere zuigeling is juist minder kwetsbaar. We gaan bij zwangerschap en borstvoeding uit van de gebruikelijke dosering, zonder dat de patiënt daarbij andere geneesmiddelen gebruikt. Of het gebruik van een geneesmiddel de beste keuze is, en welk geneesmiddel in dat geval de voorkeur heeft, kan per persoon en per situatie verschillen. Daarom is goed overleg tussen zorgverlener en patiënt essentieel. Deze informatie is bedoeld ter ondersteuning van dit overleg en kan de medische zorg niet vervangen.