De behandeling van reuma tijdens de zwangerschap

In het kort

 

  • Reuma is een chronische ziekte die veel voorkomt.
  • Er zijn meer dan 100 verschillende soorten reuma (https://reumanederland.nl/reuma/wat-is-reuma/). Bij deze aandoeningen zijn er klachten aan gewrichten, spieren, pezen en botten.
  • Het is belangrijk om reuma tijdens de zwangerschap goed te behandelen. Als reuma niet goed onder controle is, kan dit negatieve gevolgen hebben voor de zwangere en de zwangerschap.
  • Het is het beste zwanger te worden als er weinig tot geen klachten zijn van de reuma.
  • Gebruik tijdens de zwangerschap de geneesmiddelen die nodig zijn voor een goede controle van de reuma.
  • Een deel van de geneesmiddelen voor de behandeling van reuma kan gebruikt worden in de zwangerschap. Voor een aantal middelen is dit niet duidelijk, omdat er niet genoeg onderzoek naar is gedaan.
  • Methotrexaat, cyclofosfamide en leflunomide mogen niet gebruikt worden tijdens de zwangerschap.

 

Achtergrondinformatie

Reuma komt op alle leeftijden voor, ook bij vrouwen in de vruchtbare leeftijd.
Een op de negen mensen in Nederland heeft een vorm van reuma (reumaNederland). Zwangerschap kan een verbetering van de symptomen veroorzaken bij de vormen van reuma waarbij de T-helpercellen (TH2) een rol spelen, zoals reumatoïde artritis en systemische sclerose. Bij aandoeningen waarbij celgemedieerde immuniteit een rol speelt, zoals bij systemische lupus erythematosus (SLE) kunnen de symptomen juist verergeren [1].

Een exacerbatie van reuma kan nadelige effecten hebben op de zwangerschap
Vrouwen waarbij de reuma rustig is op het moment van conceptie en tijdens de zwangerschap hebben betere zwangerschaps- en perinatale resultaten dan vrouwen met actieve reumatische ziekte [2]. Bij actieve ziekte van bepaalde vormen van reuma is het risico op onder andere spontane abortus, vroegtijdige bevalling en een laag geboortegewicht verhoogd. Een exacerbatie van SLE kan tevens het risico op preëclampsie en groeivertraging verhogen [3]. Vrouwen krijgen daarom het advies om alleen in een rustige fase van de aandoening zwanger te worden. Sommige vormen van reuma zoals artrose hebben geen effect op een zwangerschap.

Behandeling van reumatische aandoeningen in de zwangerschap hangt af van de vorm reuma
De behandeling van reuma tijdens de zwangerschap is niet eenvoudig [2,4]. De keuze voor de medicatie tijdens de zwangerschap is afhankelijk van de vorm en ernst van reuma, de medische voorgeschiedenis en situatie van de zwangere. Behandel de aandoening altijd optimaal, exacerbaties kunnen het verloop van de zwangerschap ongunstig beïnvloeden. De behandeling moet bij voorkeur al voor een eventuele zwangerschap besproken en indien nodig aangepast worden.

Binnen de verschillende geneesmiddelgroepen gaat de voorkeur uit naar de middelen waarmee de meeste ervaring is opgedaan. De volgende middelen worden gebruikt bij reumatische aandoeningen. Bekijk de afzonderlijke pagina’s voor informatie over gebruik tijdens de zwangerschap:

Methotrexaat, leflunomide en cyclofosfamide zijn gecontra-indiceerd tijdens de zwangerschap
Methotrexaat is teratogeen bij de mens. Het kan intra-uteriene groeivertraging, ledemaat-, schedel- en aangezichtsafwijkingen en afwijkingen in het centrale zenuwstelsel (al dan niet gepaard met een verminderde intelligentie) veroorzaken. De hoogte van het risico en de exacte gevoelige periode zijn niet bekend. 

Leflunomide is in dierstudies al bij lage doseringen teratogeen. Bij de mens is nauwelijks ervaring opgedaan. Doordat leflunomide zeer lang in het lichaam aanwezig blijft, is het advies 2 jaar voor een zwangerschap de medicatie te staken.

Cyclofosfamide is teratogeen bij de mens. Er is een specifiek patroon aan afwijkingen beschreven bij gebruik in de zwangerschap: er worden oor-, gezichts- en ledemaatafwijkingen gemeld. Ook wordt er groeiretardatie gezien. Na gebruik in het 3e trimester is een laag geboortegewicht en neonatale pancytopenie gezien. Verder kan cyclofosfamide onvruchtbaarheid veroorzaken.

Referenties:

  1. Singhal, S., Meena, J., Kumar, S. et al. 2021. Maternal and perinatal outcomes of pregnancy in women with autoimmune disorder. Cureus  13(6):e16024. PMID:34336512.
  2. Birru Talabi, M., Clowse, M.E.B. 2020. Antirheumatic medications in pregnancy and breastfeeding. Curr Opin Rheumatol  32(3):238-246. PMID:32205567.
  3. Gerosa, M., Argolini, L.M., Artusi, C., Chighizola, C.B. 2018. The use of biologics and small molecules in pregnant patients with rheumatic diseases. ExpertRev ClinPharmacol  11(10):987-998. PMID:30227748.
  4. Wu, T.-Y., Ying, K.-Y. 2019. Disease modifying anti-rheumatic drugs: Review on pregnancy and lactation. Journal of Clinical Rheumatology and Immunology  19(01):18-26. 
  5. Littlejohn, E.A. 2020. Pregnancy and rheumatoid arthritis. Best practice & research Clinical obstetrics & gynaecology  64:52-58. PMID:31672290.
  6. Beltagy, A., Aghamajidi, A., Trespidi, L., Ossola, W., Meroni, P.L. 2021. Biologics during pregnancy and breastfeeding among women with rheumatic diseases: Safety clinical evidence on the road. Front Pharmacol  12:621247. PMID:34122062.

 

Laatst bijgewerkt op 21-03-2022


Bij elke zwangerschap is er een basisrisico van 10 tot 15% op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een aangeboren afwijking. De informatie bij zwangerschap gaat over de vraag of dit risico groter wordt door gebruik van het geneesmiddel of vaccin. Daarnaast bespreken we diverse andere risico’s voor het ongeboren kind, zoals de kans op vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. De informatie bij borstvoeding is gebaseerd op het mogelijke risico voor de zuigeling, uitgaande van een gezonde, voldragen baby van 0 tot 2 maanden. Bij een te vroeg geboren, kleine, lichte of zieke baby moet men extra voorzichtig zijn. Een oudere zuigeling is juist minder kwetsbaar. We gaan bij zwangerschap en borstvoeding uit van de gebruikelijke dosering, zonder dat de patiënt daarbij andere geneesmiddelen gebruikt. Of het gebruik van een geneesmiddel de beste keuze is, en welk geneesmiddel in dat geval de voorkeur heeft, kan per persoon en per situatie verschillen. Daarom is goed overleg tussen zorgverlener en patiënt essentieel. Deze informatie is bedoeld ter ondersteuning van dit overleg en kan de medische zorg niet vervangen.