Corticosteroïden op de huid tijdens de zwangerschap

In het kort

Een crème of zalf met een minder sterk werkend corticosteroïd is tijdens de zwangerschap eerste keus. Minder sterk werkende middelen zijn de middelen die onder het kopje ‘meest veilig’ staan.
Sterk werkende corticosteroïden staan onder het kopje ‘mogelijk risico’. Voorkom het gebruik van een sterk werkend middel voor een langere periode of op een groot huidoppervlak.

Let op:

  • Het kan nodig zijn een sterk werkend middel voor lange tijd of in grote hoeveelheid te gebruiken. Controleer dan tijdens de zwangerschap de groei van het ongeboren kind. Controleer na de geboorte de bijnierschorsfunctie van de baby.

Risico indeling

  • Meest veilig tooltip icon Dit geneesmiddel is -binnen deze groep- de veiligste keuze voor gebruik tijdens de zwangerschap. Er is, in onderzoek of in de praktijk, geen verhoogd risico gevonden op aangeboren afwijkingen of andere nadelige effecten op de zwangerschap. Of studies tonen discrepanties, maar zijn overwegend gunstig. Het belang van behandeling zal na afweging veelal groter zijn dan het risico.
    • - clobetason
    • - flumetason
    • - hydrocortison
    • - triamcinolon
  • Mogelijk risico tooltip icon Dit geneesmiddel kan mogelijk nadelige effecten hebben op zwangerschap of –ongeboren- kind. Weeg de mogelijke nadelige effecten af tegen het belang van behandeling van de moeder. Overweeg of een veiliger middel gebruikt kan worden of voer extra controles uit.
    • - betamethason
    • - clobetasol
    • - desoximetason
    • - fluticason
    • - mometason

Achtergrondinformatie

Geneesmiddelopname via de huid is meestal laag
Bij middelen die op de huid worden gesmeerd, vindt normaal gesproken weinig systemische opname plaats. Bij beperkt gebruik wordt geen nadelig effect verwacht op de zwangerschap of op het ongeboren kind. Bij langdurig gebruik, gebruik van grote hoeveelheden, op grote huidoppervlakken of op beschadigde huid, neemt de hoeveelheid opgenomen geneesmiddel toe. Bij uitgebreid gebruik kunnen bij de moeder relevante bloedspiegels optreden. Lees in dat geval de informatie over de systemische toepassing van corticosteroïden tijdens de zwangerschap.

Systemische effecten zijn onwaarschijnlijk, maar niet uitgesloten
Bij proefdieren zijn corticosteroïden in hoge, systemische doses teratogeen. Ze geven een verhoogde kans op schisis. Het is mogelijk dat systemisch gebruik in de mens ook kan leiden tot een licht verhoogd risico. Na gebruik op de huid is een verhoogd risico op schisis nog minder waarschijnlijk, maar niet helemaal uitgesloten. Verschillende onderzoeken spreken elkaar tegen [1-3]. In deze onderzoeken wordt veelal niet gespecificeerd welke middelen precies zijn onderzocht.
Uitgebreid gebruik van sterk werkende topicale corticosteroïden zou mogelijk het risico op een laag geboortegewicht bij het kind kunnen vergroten. Dit wordt beschreven in een review [4], maar in een grote Deense cohort studie niet bevestigd [5].

arrow icon
Edwards MJ, et al. Case-control study of cleft lip or palate after maternal use of topical corticosteroids during pregnancy. American journal of medical genetics. Part A. 2003-08-01;120A(4):459-63Chi CC, Mayon-White RT, Wojnarowska FT. Safety of topical corticosteroids in pregnancy: a population-based cohort study. The Journal of investigative dermatology. 2011-04-01;131(4):884-91Chi CC, Wang SH, Mayon-White R. Pregnancy outcomes after maternal exposure to topical corticosteroids: a UK population-based cohort study. JAMA dermatology. 2013-11-01;149(11):1274-80Chi CC, Wang SH, Kirtschig G. Safety of Topical Corticosteroids in Pregnancy. JAMA dermatology. 2016-08-01;152(8):934-5Andersson NW, Skov L, Andersen JT. Evaluation of Topical Corticosteroid Use in Pregnancy and Risk of Newborns Being Small for Gestational Age and Having Low Birth Weight. JAMA dermatology. 2021-07-01;157(7):788-795

Laatst bijgewerkt op 11-01-2022


Bij elke zwangerschap is er een basisrisico van 10 tot 15% op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een aangeboren afwijking. De informatie bij zwangerschap gaat over de vraag of dit risico groter wordt door gebruik van het geneesmiddel of vaccin. Daarnaast bespreken we diverse andere risico’s voor het ongeboren kind, zoals de kans op vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. De informatie bij borstvoeding is gebaseerd op het mogelijke risico voor de zuigeling, uitgaande van een gezonde, voldragen baby van 0 tot 2 maanden. Bij een te vroeg geboren, kleine, lichte of zieke baby moet men extra voorzichtig zijn. Een oudere zuigeling is juist minder kwetsbaar. We gaan bij zwangerschap en borstvoeding uit van de gebruikelijke dosering, zonder dat de patiënt daarbij andere geneesmiddelen gebruikt. Of het gebruik van een geneesmiddel de beste keuze is, en welk geneesmiddel in dat geval de voorkeur heeft, kan per persoon en per situatie verschillen. Daarom is goed overleg tussen zorgverlener en patiënt essentieel. Deze informatie is bedoeld ter ondersteuning van dit overleg en kan de medische zorg niet vervangen.