Hormonale anticonceptie tijdens de zwangerschap

In het kort

Gebruik middelen voor anticonceptie niet tijdens de zwangerschap. Het per ongeluk doorgebruiken van de anticonceptiepil of de prikpil in de eerste weken van de zwangerschap heeft waarschijnlijk geen nadelige effecten op de zwangerschap of foetus.

Risico indeling

  • Waarschijnlijk veilig tooltip icon Dit geneesmiddel kan gebruikt worden tijdens de zwangerschap. Maar indien mogelijk heeft een geneesmiddel uit de categorie ‘Meest veilig’ de voorkeur. Bijvoorbeeld omdat er meer onderzoek is gedaan naar dat middel of studies minder discrepanties tonen. Het belang van behandeling kan na afweging groter zijn dan het risico.
    • - desogestrel
    • - estradiol/dienogest
    • - estradiol/nomegestrol
    • - ethinylestradiol/desogestrel
    • - ethinylestradiol/drospirenon
    • - ethinylestradiol/etonogestrel
    • - ethinylestradiol/gestodeen
    • - ethinylestradiol/levonorgestrel
    • - ethinylestradiol/norelgestromine
    • - ethinylestradiol/norgestimaat
    • - etonogestrel (implantaat)
    • - medroxyprogesteron (prikpil)
  • Risico onbekend tooltip icon Over gebruik van dit geneesmiddel tijdens de zwangerschap is geen of onvoldoende informatie beschikbaar. Het is niet mogelijk om een uitspraak te doen over de veiligheid. Kies bij voorkeur voor een middel waarvan meer bekend is over de veiligheid.
    • - estetrol/drospirenon
    • - levonorgestrel (als noodanticonceptie)
    • - ulipristal (als noodanticonceptie)

Achtergrondinformatie

Over het accidenteel doorgebruiken van de orale anticonceptiepil en depotpreparaten tijdens de vroege zwangerschap zijn veel gegevens bekend. Een deel van de studies vermeldt niet om welke (combinatie)preparaten het gaat. Er zijn tot nu toe geen aanwijzingen voor een verhoogd risico op aangeboren afwijkingen (1-8). Staak na het vaststellen van een zwangerschap meteen het anticonceptivum. Een implantatiestift onder de huid moet verwijderd worden.

Vroeggeboorte, laag geboortegewicht en pre-eclampsie
Een aantal studies meldt een verhoogd risico op vroeggeboorte en een laag geboortegewicht wanneer orale anticonceptie vlak voor of in het begin van de zwangerschap gebruikt is. De gevonden risico’s in deze studies zijn slechts licht verhoogd. Andere studies weerspreken deze uitkomst (9-12). Ook suggereert een studie een verhoogd risico op pre-eclampsie bij gebruik van orale anticonceptie in de 3 maanden voor de conceptie (10). Als er al een verhoogd risico is op deze uitkomsten, dan gaat het om hele kleine risico’s.

Estetrol/drospirenon
Estetrol is een nieuw oestrogeen, dat pas sinds 2021 te verkrijgen is. Hierdoor zijn er nog geen gegevens bekend over accidenteel gebruik van de combinatiepil estetrol/drospirenon tijdens de zwangerschap.

Morning-afterpil
In het geval van accidentele blootstelling aan levonorgestrel na falen van de morning-afterpil zijn er tot nu toe geen aanwijzingen voor nadelige effecten op de foetus. In twee onderzoeken zijn tot nu toe ongeveer 350 zwangerschappen beschreven na blootstelling aan levonorgestrel als noodanticonceptie (13-15). Mogelijk bestaat er een associatie tussen blootstelling aan levonorgestrel als noodanticonceptie en een verhoogd risico op een buitenbaarmoederlijke zwangerschap. De gegevens die hierover beschikbaar zijn, zijn niet eenduidig (16-19). Over blootstelling aan ulipristal zijn onvoldoende gegevens bekend (20, 21).

De referentielijst bevat een selectie van de meest relevante artikelen gepubliceerd over hormonale anticonceptie tijdens de zwangerschap.

arrow icon

1. Buur LE, Laurberg VR, Ernst A, Arendt LH, Nybo Andersen AM, Olsen J, et al. Oral Contraceptive Use and Genital Anomalies in Sons. A Danish Cohort Study. Reprod Toxicol. 2019.
2. Charlton BM, Molgaard-Nielsen D, Svanstrom H, Wohlfahrt J, Pasternak B, Melbye M. Maternal use of oral contraceptives and risk of birth defects in Denmark: prospective, nationwide cohort study. British Medical Journal. 2016;352:h6712.
3. Raman-Wilms L, Lin-in-Tseng A. Fetal genital effects of first-trimester sex hormone exposure: A meta-analysis. Obstet Gynecol. 1995;85:141-9.
4. Norgaard M, Wogelius P, Pedersen L, Rothman KJ, Sorensen HT. Maternal Use of Oral Contraceptives During Early Pregnancy and Risk of Hypospadias in Male Offspring. Urology. 2009;74(3):583-7.
5. Wogelius P, Horvath-Puho E, Pedersen L, Norgaard M, Czeizel AE, Sorensen HT. Maternal use of oral contraceptives and risk of hypospadias - a population-based case-control study. European Journal of Epidemiology. 2006;21(10):777-81.
6. Martinez-Frias ML, Rodriguez-Pinilla E, Bermejo E, Prieto L. Prenatal exposure to sex hormones: a case-control study. Teratology. 1998;57:8-12.
7. Given JE, Loane M, Garne E, Nelen V, Barisic I, Randrianaivo H, et al. Gastroschisis in Europe - A Case-malformed-Control Study of Medication and Maternal Illness during Pregnancy as Risk Factors. PaediatrPerinatEpidemiol. 2017.
8. Waller DK, Gallaway MS, Taylor LG, Ramadhani TA, Canfield MA, Scheuerle A, et al. Use of oral contraceptives in pregnancy and major structural birth defects in offspring. Epidemiology. 2010;21(2):232-9.
9. Jensen ET, Daniels JL, Sturmer T, Robinson WR, Williams CJ, Vejrup K, et al. Hormonal contraceptive use before and after conception in relation to preterm birth and small for gestational age: an observational cohort study. BJOG. 2015;122(10):1349-61.
10. Schreuder A, Mokadem I, Smeets NJL, Spaanderman MEA, Roeleveld N, Lupattelli A, et al. Associations of periconceptional oral contraceptive use with pregnancy complications and adverse birth outcomes. Int J Epidemiol. 2023.
11. Ahn HK, Choi JS, Han JY, Kim MH, Chung JH, Ryu HM, et al. Pregnancy outcome after exposure to oral contraceptives during the periconceptional period. Human & experimental toxicology. 2008;27(4):307-13.
12. Chen XK, Wen SW, Sun LM, Yang Q, Walker MC, Krewski D. Recent oral contraceptive use and adverse birth outcomes. European Journal Of Obstetrics Gynecology And Reproductive Biology. 2009;144(1):40-3.
13. Zhang L, Ye W, Yu W, Cheng L, Shen L, Yang Z. Physical and mental development of children after levonorgestrel emergency contraception exposure: a follow-up prospective cohort study. Biol Reprod. 2014;91(1):27.
14. Zhang L, Chen J, Wang Y, Ren F, Yu W, Cheng L. Pregnancy outcome after levonorgestrel-only emergency contraception failure: a prospective cohort study. Human reproduction (Oxford, England). 2009;24(7):1605-11.
15. de Santis M, Cavaliere AF, Straface G, Carducci B, Caruso A. Failure of the emergency contraceptive levonorgestrel and the risk of adverse effects in pregnancy and on fetal development: an observational cohort study. Fertil Steril. 2005;84(2):296-9.
16. Zhang J, Li C, Zhao WH, Xi X, Cao SJ, Ping H, et al. Association between levonorgestrel emergency contraception and the risk of ectopic pregnancy: a multicenter case-control study. SciRep. 2015;5:8487.
17. Leelakanok N, Methaneethorn J. A Systematic Review and Meta-analysis of the Adverse Effects of Levonorgestrel Emergency Oral Contraceptive. Clin Drug Investig. 2020;40(5):395-420.
18. Endler M, Li R, Gemzell Danielsson K. Effect of levonorgestrel emergency contraception on implantation and fertility: A review. Contraception. 2022;109:8-18.
19. Cleland K, Raymond E, Trussell J, Cheng L, Zhu H. Ectopic pregnancy and emergency contraceptive pills: a systematic review. Obstet Gynecol. 2010;115(6):1263-6.
20. Wagner JK, Dathe K, Schaefer C, Hoeltzenbein M. Ulipristal acetate and pregnancy outcome-an observational study. Hum Reprod. 2020.
21. Mine Kadioglu D, Cavusoglu I, Turhan A, Osmanagaoglu MA, Yenilmez E, Yaris E, et al. Ulipristal acetate exposure in pregnancy. Reproductive Toxicology. 2017;2017(72):218-9.

Laatst bijgewerkt op 20-06-2023


Bij elke zwangerschap is er een basisrisico van 10 tot 15% op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een aangeboren afwijking. De informatie bij zwangerschap gaat over de vraag of dit risico groter wordt door gebruik van het geneesmiddel of vaccin. Daarnaast bespreken we diverse andere risico’s voor het ongeboren kind, zoals de kans op vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. De informatie bij borstvoeding is gebaseerd op het mogelijke risico voor de zuigeling, uitgaande van een gezonde, voldragen baby van 0 tot 2 maanden. Bij een te vroeg geboren, kleine, lichte of zieke baby moet men extra voorzichtig zijn. Een oudere zuigeling is juist minder kwetsbaar. We gaan bij zwangerschap en borstvoeding uit van de gebruikelijke dosering, zonder dat de patiënt daarbij andere geneesmiddelen gebruikt. Of het gebruik van een geneesmiddel de beste keuze is, en welk geneesmiddel in dat geval de voorkeur heeft, kan per persoon en per situatie verschillen. Daarom is goed overleg tussen zorgverlener en patiënt essentieel. Deze informatie is bedoeld ter ondersteuning van dit overleg en kan de medische zorg niet vervangen.