Naar het gebruik van galzuurbindende harsen zoals colestyramine en colesevelamer tijdens de borstvoeding is geen onderzoek gedaan. Galzuurbindende harsen werken lokaal in de darmen, waardoor overgang naar de melk niet aannemelijk is. Directe blootstelling van de zuigeling aan colesevelam en colestyramine via de melk is daarom zeer onwaarschijnlijk. Galzuurbindende harsen kunnen wel een indirect effect hebben, omdat deze middelen de opname van de vetoplosbare vitaminen A, D, E en K bij de moeder vermindert. Dit heeft mogelijk een tekort aan deze vitaminen bij de moeder en in de moedermelk tot gevolg. Daarnaast kan het in theorie leiden tot een lagere concentratie van cholesterol in de moedermelk.
Achtergrondinformatie
Het gebruik van lipidenverlagende middelen tijdens de borstvoeding wordt ontraden. Cholesterol is belangrijk voor de ontwikkeling van de zuigeling. De prognose voor de moeder lijkt over het algemeen niet te verslechteren wanneer de therapie wordt onderbroken gedurende de zwangerschap en de borstvoeding.
Laatst bijgewerkt op 05-05-2020