Over het gebruik van acipimox, alirocumab, evolocumab, ezetimib en lomitapide tijdens de borstvoeding zijn geen gegevens bekend.
In theorie kunnen deze middelen via de moedermelk een effect op de cholesterolsynthese van de zuigeling hebben. Cholesterol is belangrijk voor de ontwikkeling van de zuigeling. Het gebruik van deze middelen tijdens de borstvoeding wordt daarom uit voorzorg afgeraden tot er meer informatie beschikbaar komt. De prognose voor de moeder lijkt over het algemeen niet te verslechteren wanneer de therapie wordt onderbroken gedurende de zwangerschap en de borstvoeding.
Monoklonale antilichamen en borstvoeding
Evolocumab en alirocumab zijn monoklonale antilichamen. Dit zijn grote moleculen, die nauwelijks overgaan in de moedermelk. Bovendien worden deze grote moleculen waarschijnlijk in het maagdarmkanaal van de zuigeling geïnactiveerd. Systemische effecten bij de neonaat door blootstelling via de borstvoeding lijken onwaarschijnlijk.
Laatst bijgewerkt op 05-05-2020