Lokale middelen voor seborroisch of moeilijk te behandelen eczeem tijdens de borstvoedingsperiode

In het kort

Ketoconazol, koolteer, pimecrolimus, seleensulfide en tacrolimus kunnen tijdens de borstvoeding op de huid worden gebruikt.

Let op:

  • Vermijd contact tussen de huid van het kind en de behandelde huid van de moeder. 
  • Wordt de crème of zalf op de borst gebruikt? Maak dan het gebied rond de tepel vóór het voeden goed schoon. Zo komt het kind niet direct in contact met de crème of zalf.

Risico indeling

  • Meest veilig tooltip icon Dit geneesmiddel is -binnen deze groep- de veiligste keuze voor gebruik tijdens de borstvoedingsperiode. Er is, in onderzoek of in de praktijk, geen verhoogd risico gevonden op nadelige effecten voor de zuigeling of op de melkproductie.
    • - ketoconazol
  • Waarschijnlijk veilig tooltip icon Dit geneesmiddel kan gebruikt worden tijdens de borstvoedingsperiode. Maar indien mogelijk heeft een geneesmiddel uit de categorie ‘Meest veilig’ de voorkeur. Bijvoorbeeld omdat er minder van dat middel in de melk terechtkomt of omdat er meer onderzoek naar is gedaan.
    • - koolteer
    • - pimecrolimus
    • - seleensulfide
    • - tacrolimus

Achtergrondinformatie

Geneesmiddelopname via de huid is meestal laag
Bij middelen die op de huid worden gesmeerd, vindt er normaal gesproken weinig systemische opname plaats. Bij langdurig gebruik, gebruik van grote hoeveelheden, op grote huidoppervlakken of op beschadigde huid, neemt de hoeveelheid opgenomen geneesmiddel toe. Bij uitgebreid gebruik kunnen bij de moeder relevante bloedspiegels optreden en kan het middel mogelijk in de moedermelk terecht komen. Lees in dat geval, indien van toepassing, de informatie over de systemische toepassing van het betreffende middel. 

Ketoconazol, seleensulfide
Ketoconazol en seleensulfide worden door de intacte huid niet tot nauwelijks geabsorbeerd. Van ketoconazol is daarnaast ook bekend dat het - als het al in het bloed van de moeder terecht zou komen - slechts zeer beperkt overgaat naar de moedermelk. Een effect via de melk op de zuigeling is dan ook zeer onwaarschijnlijk.

Zie de pagina over systemische antimycotica tijdens de borstvoedingsperiode voor de orale toepassing van ketoconazol.

Koolteer
Blootstelling van de zuigeling aan koolteer via de melk is zeer onwaarschijnlijk. In een studie waarbij de moeder 50 dagen koolteer gebruikte is het metaboliet 1-hydropyrene teruggevonden in de urine van het kind [1]. De waardes in de moedermelk waren echter niet meetbaar. De auteurs concludeerden dat het kind via huid-op-huid contact in aanraking is gekomen met het middel. Voorkom daarom contact van de huid van de zuigeling met de behandelde huid van de moeder. Gezien de toxische eigenschappen van de stof is enige terughoudendheid geboden.

Pimecrolimus en tacrolimus
Er zijn geen onderzoeken gedaan naar dermaal gebruik van pimecrolimus en tacrolimus tijdens de borstvoeding. Echter, de beperkte opname door de huid maakt nadelige effecten via de moedermelk op de zuigeling onwaarschijnlijk. Gegevens van oraal gebruik van tacrolimus laten zien dat het in zeer kleine hoeveelheden overgaat in de moedermelk. 

Zie de pagina over immunosuppressiva tijdens de borstvoedingsperiode voor de orale toepassing van tacrolimus.

arrow icon
  • Scheepers PT, van Houtum JL, Anzion RB. Uptake of pyrene in a breast-fed child of a mother treated with coal tar. Pediatric dermatology. 2009-03-01;26(2):184-7

Laatst bijgewerkt op 03-03-2022


Bij elke zwangerschap is er een basisrisico van 10 tot 15% op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een aangeboren afwijking. De informatie bij zwangerschap gaat over de vraag of dit risico groter wordt door gebruik van het geneesmiddel of vaccin. Daarnaast bespreken we diverse andere risico’s voor het ongeboren kind, zoals de kans op vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. De informatie bij borstvoeding is gebaseerd op het mogelijke risico voor de zuigeling, uitgaande van een gezonde, voldragen baby van 0 tot 2 maanden. Bij een te vroeg geboren, kleine, lichte of zieke baby moet men extra voorzichtig zijn. Een oudere zuigeling is juist minder kwetsbaar. We gaan bij zwangerschap en borstvoeding uit van de gebruikelijke dosering, zonder dat de patiënt daarbij andere geneesmiddelen gebruikt. Of het gebruik van een geneesmiddel de beste keuze is, en welk geneesmiddel in dat geval de voorkeur heeft, kan per persoon en per situatie verschillen. Daarom is goed overleg tussen zorgverlener en patiënt essentieel. Deze informatie is bedoeld ter ondersteuning van dit overleg en kan de medische zorg niet vervangen.