Antihormonen tijdens de zwangerschap

In het kort

Gebruik cyproteron en tamoxifen niet tijdens de zwangerschap. Deze middelen kunnen nadelige effecten hebben voor de zwangerschap of het ongeboren kind.

Clomifeen en letrozol voor ovulatie-inductie kunnen waarschijnlijk veilig worden gebruikt.

Risico indeling

  • Waarschijnlijk veilig tooltip icon Dit geneesmiddel kan gebruikt worden tijdens de zwangerschap. Maar indien mogelijk heeft een geneesmiddel uit de categorie ‘Meest veilig’ de voorkeur. Bijvoorbeeld omdat er meer onderzoek is gedaan naar dat middel of studies minder discrepanties tonen. Het belang van behandeling kan na afweging groter zijn dan het risico.
    • - clomifeen
    • - letrozol (ovulatie-inductie)
  • Mogelijk risico tooltip icon Dit geneesmiddel kan mogelijk nadelige effecten hebben op zwangerschap of –ongeboren- kind. Weeg de mogelijke nadelige effecten af tegen het belang van behandeling van de moeder. Overweeg of een veiliger middel gebruikt kan worden of voer extra controles uit.
    • - cyproteron
    • - tamoxifen

Achtergrondinformatie

Cyproteron (anti-androgeen)
Vermijd gebruik van cyproteron tijdens de zwangerschap. Feminisatie van de mannelijke foetus is een theoretisch risico van anti-androgenen. De aanleg van de geslachtsorganen vindt plaats na de tiende zwangerschapsweek gerekend vanaf  de laatste menstruatie. Naar de gevolgen van accidenteel gebruik van cyproteron tijdens de zwangerschap, ook in de gevoelige periode, is weinig onderzoek gedaan. Bij vijftien mannelijke foetussen zijn geen nadelige effecten beschreven.

Tamoxifen (anti-oestrogeen)
Gebruik tijdens de zwangerschap wordt afgeraden. Het advies is om twee maanden vóór de conceptie te stoppen met het gebruik van tamoxifen in verband met de lange halfwaardetijd.
Er is beperkte ervaring met het gebruik van tamoxifen in de zwangerschap. Er zijn geen goed gecontroleerde studies uitgevoerd. Het betreft slechts case reports en kleine case series. Daarnaast heeft de fabrikant gegevens verzameld van spontaan gemelde zwangerschappen. In totaal gaat het om ruim 180 zwangerschappen waarvan de uitkomst bekend is. Bij de meeste zwangerschappen is tamoxifen na het 1e trimester gebruikt of is het trimester onbekend. Er worden zowel kinderen gezien met een aangeboren afwijking als gezonde kinderen. Er is geen patroon in afwijkingen zichtbaar. Hoewel hier geen duidelijke conclusies uit te trekken zijn, noemt de fabrikant dat er relatief veel afwijkingen gezien werden. Verder is er bij enkele kinderen een clitoris hypertrofie gezien.  Dit kan veroorzaakt zijn door tamoxifen omdat het een anti-oestrogene werking heeft. Effecten op de zich ontwikkelende geslachtsorganen zijn daarom niet uit te sluiten. De ervaring met tamoxifen is echter nog te beperkt om een goede inschatting van de risico’s te kunnen maken.

Clomifeen (anti-oestrogeen)
Clomifeen is teratogeen bij dieren. De resultaten van onderzoek bij de mens naar blootstelling voor en in de zwangerschap zijn tegenstrijdig. Clomifeen lijkt het risico op aangeboren afwijkingen niet te verhogen, maar een klein risico is niet uit te sluiten.

Letrozol (aromataseremmer)
Bij gebruik van letrozol voor ovulatie-inductie laten onderzoeken geen hoger risico op aangeboren afwijkingen zien. Met gebruik van letrozol na de conceptie is geen ervaring opgedaan.

Laatst bijgewerkt op 06-02-2020


Bij elke zwangerschap is er een basisrisico van 10 tot 15% op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een aangeboren afwijking. De informatie bij zwangerschap gaat over de vraag of dit risico groter wordt door gebruik van het geneesmiddel of vaccin. Daarnaast bespreken we diverse andere risico’s voor het ongeboren kind, zoals de kans op vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. De informatie bij borstvoeding is gebaseerd op het mogelijke risico voor de zuigeling, uitgaande van een gezonde, voldragen baby van 0 tot 2 maanden. Bij een te vroeg geboren, kleine, lichte of zieke baby moet men extra voorzichtig zijn. Een oudere zuigeling is juist minder kwetsbaar. We gaan bij zwangerschap en borstvoeding uit van de gebruikelijke dosering, zonder dat de patiënt daarbij andere geneesmiddelen gebruikt. Of het gebruik van een geneesmiddel de beste keuze is, en welk geneesmiddel in dat geval de voorkeur heeft, kan per persoon en per situatie verschillen. Daarom is goed overleg tussen zorgverlener en patiënt essentieel. Deze informatie is bedoeld ter ondersteuning van dit overleg en kan de medische zorg niet vervangen.