Gonadoreline-antagonisten tijdens de zwangerschap

In het kort

Gebruik danazol niet tijdens de zwangerschap. Dit middel kan nadelige effecten hebben voor de zwangerschap of het ongeboren kind.

Cetrorelix en ganirelix voor ovulatie-inductie kunnen waarschijnlijk veilig worden gebruikt.

Risico indeling

  • Waarschijnlijk veilig tooltip icon Dit geneesmiddel kan gebruikt worden tijdens de zwangerschap. Maar indien mogelijk heeft een geneesmiddel uit de categorie ‘Meest veilig’ de voorkeur. Bijvoorbeeld omdat er meer onderzoek is gedaan naar dat middel of studies minder discrepanties tonen. Het belang van behandeling kan na afweging groter zijn dan het risico.
    • - cetrorelix
    • - ganirelix
  • Mogelijk risico tooltip icon Dit geneesmiddel kan mogelijk nadelige effecten hebben op zwangerschap of –ongeboren- kind. Weeg de mogelijke nadelige effecten af tegen het belang van behandeling van de moeder. Overweeg of een veiliger middel gebruikt kan worden of voer extra controles uit.
    • - danazol

Achtergrondinformatie

Danazol
Danazol heeft zwak androgene en anabole eigenschappen. Het kan bij gebruik na de tiende zwangerschapsweek, gerekend vanaf de laatste menstruatie, virilisatie van de vrouwelijke foetus veroorzaken.

Ganirelix
Het risico op aangeboren afwijkingen bij het gebruik van ganirelix rond de conceptie is uitgebreid onderzocht. Deze gegevens laten geen hoger risico op aangeboren afwijkingen zien.

Cetrorelix
Naar de mogelijke risico’s van cetrorelix is minder onderzoek gedaan. De beperkte gegevens wijzen niet op een hoger risico op aangeboren afwijkingen.

Laatst bijgewerkt op 16-10-2018


Bij elke zwangerschap is er een basisrisico van 10 tot 15% op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een aangeboren afwijking. De informatie bij zwangerschap gaat over de vraag of dit risico groter wordt door gebruik van het geneesmiddel of vaccin. Daarnaast bespreken we diverse andere risico’s voor het ongeboren kind, zoals de kans op vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. De informatie bij borstvoeding is gebaseerd op het mogelijke risico voor de zuigeling, uitgaande van een gezonde, voldragen baby van 0 tot 2 maanden. Bij een te vroeg geboren, kleine, lichte of zieke baby moet men extra voorzichtig zijn. Een oudere zuigeling is juist minder kwetsbaar. We gaan bij zwangerschap en borstvoeding uit van de gebruikelijke dosering, zonder dat de patiënt daarbij andere geneesmiddelen gebruikt. Of het gebruik van een geneesmiddel de beste keuze is, en welk geneesmiddel in dat geval de voorkeur heeft, kan per persoon en per situatie verschillen. Daarom is goed overleg tussen zorgverlener en patiënt essentieel. Deze informatie is bedoeld ter ondersteuning van dit overleg en kan de medische zorg niet vervangen.