Lokale middelen bij allergische rhinitis tijdens de zwangerschap

In het kort

Bij klachten van allergische rhinitis (ontsteking van het slijmvlies in de neus) kan een neusspray of neusdruppels met beclometason, budesonide of fluticason gebruikt worden.

Van de neussprays met azelastine en levocabastine worden geen nadelige effecten verwacht, ook al is er minder informatie over deze middelen.

Risico indeling

  • Meest veilig tooltip icon Dit geneesmiddel is -binnen deze groep- de veiligste keuze voor gebruik tijdens de zwangerschap. Er is, in onderzoek of in de praktijk, geen verhoogd risico gevonden op aangeboren afwijkingen of andere nadelige effecten op de zwangerschap. Of studies tonen discrepanties, maar zijn overwegend gunstig. Het belang van behandeling zal na afweging veelal groter zijn dan het risico.
    • - beclometason
    • - budesonide
    • - fluticason
  • Waarschijnlijk veilig tooltip icon Dit geneesmiddel kan gebruikt worden tijdens de zwangerschap. Maar indien mogelijk heeft een geneesmiddel uit de categorie ‘Meest veilig’ de voorkeur. Bijvoorbeeld omdat er meer onderzoek is gedaan naar dat middel of studies minder discrepanties tonen. Het belang van behandeling kan na afweging groter zijn dan het risico.
    • - azelastine
    • - levocabastine
    • - mometason
    • - triamcinolon

Achtergrondinformatie

Bij het gebruik van middelen voor lokale behandeling in de neus is de opname in het lichaam doorgaans te laag om effect op het ongeboren kind te hebben.

Corticosteroïden
Budesonide, beclomethason en fluticason
Er is beperkt onderzoek gedaan naar het gebruik van intranasaal budesonide, beclomethason en fluticason [1]. Naar het gebruik van deze middelen per inhalatie voor de behandeling van astma in de zwangerschap is veel onderzoek gedaan. Nadelige effecten zijn tot nu toe niet gemeld. Deze middelen hebben daarom de voorkeur. Zie voor meer informatie de pagina over corticosteroïden per inhalatie bij astma.

Triamcinolon en mometason
Er is beperkt onderzoek gedaan naar het intranasaal gebruik van triamcinolon en mometason [1]. Een studie uit 2016 met 318 vrouwen die intranasaal triamcinolon gebruikten in het eerste trimester, laat geen verhoogd risico op aangeboren afwijkingen in het algemeen zien. De onderzoekers vonden wel een verband met afwijkingen aan de tractus respiratorius. In dezelfde studie gebruikten ook veel zwangere vrouwen mometason neusspray. Zij hadden geen verhoogd risico op aangeboren afwijkingen [2]. Meer studies zijn nodig om een goede inschatting van het risico te maken.

Antihistaminica
Azelastine en levocabastine
Over het intranasaal gebruik van de antihistamica azelastine en levocabastine tijdens de zwangerschap zijn geen gegevens bekend. Met het gebruik van andere antihistaminica, die als tablet gebruikt worden, is wel veel ervaring opgedaan. Daarbij is geen verhoogd risico op aangeboren afwijkingen gezien.

arrow icon
Alhussien AH, Alhedaithy RA, Alsaleh SA. Safety of intranasal corticosteroid sprays during pregnancy: an updated review. European archives of oto-rhino-laryngology : official journal of the European Federation of Oto-Rhino-Laryngological Societies (EUFOS) : affiliated with the German Society for Oto-Rhino-Laryngology - Head and Neck Surgery. 2018-02-01;275(2):325-333Bérard A, Sheehy O, Kurzinger ML. Intranasal triamcinolone use during pregnancy and the risk of adverse pregnancy outcomes. The Journal of allergy and clinical immunology. 2016-07-01;138(1):97-104.e7

Laatst bijgewerkt op 01-08-2022


Bij elke zwangerschap is er een basisrisico van 10 tot 15% op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een aangeboren afwijking. De informatie bij zwangerschap gaat over de vraag of dit risico groter wordt door gebruik van het geneesmiddel of vaccin. Daarnaast bespreken we diverse andere risico’s voor het ongeboren kind, zoals de kans op vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. De informatie bij borstvoeding is gebaseerd op het mogelijke risico voor de zuigeling, uitgaande van een gezonde, voldragen baby van 0 tot 2 maanden. Bij een te vroeg geboren, kleine, lichte of zieke baby moet men extra voorzichtig zijn. Een oudere zuigeling is juist minder kwetsbaar. We gaan bij zwangerschap en borstvoeding uit van de gebruikelijke dosering, zonder dat de patiënt daarbij andere geneesmiddelen gebruikt. Of het gebruik van een geneesmiddel de beste keuze is, en welk geneesmiddel in dat geval de voorkeur heeft, kan per persoon en per situatie verschillen. Daarom is goed overleg tussen zorgverlener en patiënt essentieel. Deze informatie is bedoeld ter ondersteuning van dit overleg en kan de medische zorg niet vervangen.