GLP1-agonisten tijdens de zwangerschap

In het kort

GLP1-agonisten zijn bloedsuikerverlagende middelen. Ze worden toegepast bij diabetes type 2, overgewicht en PCOS (polycysteus ovarium syndroom). Er zijn over deze middelen nog geen gegevens bekend over gebruik tijdens de zwangerschap. Gebruik van deze middelen tijdens de zwangerschap wordt daarom afgeraden.

Risico indeling

  • Risico onbekend tooltip icon Over gebruik van dit geneesmiddel tijdens de zwangerschap is geen of onvoldoende informatie beschikbaar. Het is niet mogelijk om een uitspraak te doen over de veiligheid. Kies bij voorkeur voor een middel waarvan meer bekend is over de veiligheid.
    • - dulaglutide
    • - exenatide
    • - liraglutide
    • - lixisenatide
    • - semaglutide

Achtergrondinformatie

Er is vrijwel geen ervaring met GLP1-agonisten in de zwangerschap
Er zijn slechts enkele zwangerschappen beschreven met het gebruik van dulaglutide (1), exenatide (2), liraglutide (3), lixisenatide en semaglutide (4) in de zwangerschap. Hierdoor is het niet mogelijk om een uitspraak te doen over mogelijke effecten op het kind en de zwangerschap. Dulaglutide en semaglutide hebben een lange halfwaardetijd. Het advies bij deze middelen is 1 tot 2 maanden voor een geplande zwangerschap te stoppen.

Het is nog onbekend of GLP1-agonisten de placenta kunnen passeren
GLP1-agonisten zijn grote moleculen die zonder transportmechanisme waarschijnlijk niet over de placenta kunnen. In dieronderzoek met exenatide (11) en lixisenatide (12) wordt een zeer lage placentapassage gemeten. Op dit moment is het niet bekend of er een transportmechanisme is waarop deze middelen aangrijpen. Uitzondering hierop is dulaglutide. Dit molecuul bevat een Fc fragment van een monoclonaal antilichaam. Het Fc fragment past op een speciaal transportmechanisme op de placenta, waardoor er placentapassage mogelijk lijkt vanaf het tweede trimester (13).

Het gebruik van deze middelen in de zwangerschap wordt afgeraden
Voor de behandeling van diabetes type II tijdens de zwangerschap worden deze middelen niet aangeraden. Het advies is om voorafgaand aan een zwangerschap de medicatie om te zetten naar insuline of eventueel metformine (zie richtlijn Diabetes en zwangerschap).
Ook voor andere indicaties wordt gebruik van deze middelen tijdens de zwangerschap afgeraden.  Afvallen in een zwangerschap wordt sowieso afgeraden.

Achtergrondinformatie
Vrouwen met diabetes mellitus type I of II hebben een verhoogd risico op het krijgen van kinderen met aangeboren afwijkingen (5). Het risico hangt samen met de regulatie van de bloedsuikerspiegel. Hoe beter de bloedsuikerspiegel onder controle is, hoe lager het risico. Vrouwen met diabetes mellitus type I en II moeten daarom bij voorkeur al vóór de zwangerschap goed worden ingesteld op medicatie.

Ook tijdens de zwangerschap is goede glucoseregulatie van belang. Hyperglykemie tijdens de zwangerschap is geassocieerd met een verhoogd risico op zwangerschapscomplicaties. Dit geldt zowel voor diabetes mellitus type I en II (6-8) als voor zwangerschapsdiabetes (7, 9, 10). Een slecht gereguleerde diabetes geeft een verhoogd risico op  hypertensie, pre-eclampsie, vroeggeboorte en op neonatale problemen, zoals macrosomie, hypoglykemie, hyperbilirubinemie, hypocalciëmie en polycytemie. 

arrow icon

1.            Burlina S, Dalfrà MG, Caprino R, Lapolla A. A case report on use of dulaglutide during the first weeks of pregnancy in woman affected by type 2 diabetes mellitus. Acta Diabetol. 2023;60(1):137-8. PMID:36136154.

2.            Williams J, Pomeroy NE, Pop-Busui R, Lash R, Douyon L, Chames M, et al. Exenatide use during pregnancy. Endocrinologist. 2009;19(3):119-21.

3.            Greco D. Normal pregnancy outcome after first-trimester exposure to liraglutide in a woman with Type 2 diabetes. Diabetic Medicine. 2015.

4.            Skov K, Mandic IN, Nyborg KM. Semaglutide and pregnancy. Int J Gynaecol Obstet. 2023. PMID:37688299.

5.            Kokhanov A. Congenital Abnormalities in the Infant of a Diabetic Mother. Neoreviews. 2022;23(5):e319-e27. PMID:35490182.

6.            Yamamoto-Sasaki M, Yoshida S, Takeuchi M, Tanaka-Mizuno S, Kawakami K. Association between antidepressant use during pregnancy and congenital anomalies in children: A retrospective cohort study based on Japanese claims data. Congenit Anom (Kyoto). 2020;60(6):180-8. PMID:32673440.

7.            Gonzalez Corona C, Parchem RJ. Maternal diabetes negatively impacts fetal health. Open Biol. 2022;12(9):220135. PMID:36128718.

8.            Amigo J, Corcoy R. Type 1 diabetes and pregnancy: An update on glucose monitoring and insulin treatment. Endocrinol Diabetes Nutr (Engl Ed). 2022. PMID:35787359.

9.            Ye W, Luo C, Huang J, Li C, Liu Z, Liu F. Gestational diabetes mellitus and adverse pregnancy outcomes: systematic review and meta-analysis. Bmj. 2022;377:e067946. PMID:35613728.

10.          Sweeting A, Wong J, Murphy HR, Ross GP. A clinical update on Gestational Diabetes Mellitus. Endocr Rev. 2022;43(5):763-93. PMID:35041752.

11.         Hiles RA, Bawdon RE, Petrella EM. Ex vivo human placental transfer of the peptides pramlintide and exenatide (synthetic exendin-4). Hum Exp Toxicol. 2003 Dec;22(12):623-8.

12.          U.S. FDA. 2016. Adlyxin (lixisenatide) injection. Pharmacology review. Available at https://www.accessdata.fda.gov/drugsatfda_docs/nda/2016/208471Orig1s000PharmR.pdf</p>

13.          European Medicines Agency (EMA). 2014. Assessment report. Trulicity. EMA/CHMP/524604/2014. Committee for Medicinal Products for Human Use (CHMP). Available at http://www.ema.europa.eu/docs/en_GB/document_library/EPAR_-Public_assessment_report/human/002825/WC500179473.pdf</p>

Laatst bijgewerkt op 12-09-2023


Bij elke zwangerschap is er een basisrisico van 10 tot 15% op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een aangeboren afwijking. De informatie bij zwangerschap gaat over de vraag of dit risico groter wordt door gebruik van het geneesmiddel of vaccin. Daarnaast bespreken we diverse andere risico’s voor het ongeboren kind, zoals de kans op vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. De informatie bij borstvoeding is gebaseerd op het mogelijke risico voor de zuigeling, uitgaande van een gezonde, voldragen baby van 0 tot 2 maanden. Bij een te vroeg geboren, kleine, lichte of zieke baby moet men extra voorzichtig zijn. Een oudere zuigeling is juist minder kwetsbaar. We gaan bij zwangerschap en borstvoeding uit van de gebruikelijke dosering, zonder dat de patiënt daarbij andere geneesmiddelen gebruikt. Of het gebruik van een geneesmiddel de beste keuze is, en welk geneesmiddel in dat geval de voorkeur heeft, kan per persoon en per situatie verschillen. Daarom is goed overleg tussen zorgverlener en patiënt essentieel. Deze informatie is bedoeld ter ondersteuning van dit overleg en kan de medische zorg niet vervangen.