GLP1-agonisten bij diabetes tijdens de borstvoedingsperiode

In het kort

Het is onbekend of GLP1-agonisten veilig gebruikt kunnen worden tijdens de borstvoedingsperiode.

Let op
Houd rekening met het risico op hypoglykemie bij de zuigeling.

Risico indeling

  • Risico onbekend tooltip icon Over gebruik van dit geneesmiddel tijdens de borstvoedingsperiode is nauwelijks of geen informatie. Het is niet mogelijk om een uitspraak te doen over de veiligheid. Kies bij voorkeur voor een middel waarvan meer bekend is over de veiligheid.
    • - dulaglutide
    • - exenatide
    • - liraglutide
    • - lixisenatide
    • - semaglutide

Achtergrondinformatie

In dierstudies gaan dulaglutide, exenatide, liraglutide en lixisenatide beperkt over in de moeder­melk. Gegevens over het gebruik bij de mens tijdens de borstvoeding zijn niet beschikbaar. GLP1-agonisten zijn grote moleculen. Overgang in de moedermelk is waarschijnlijk beperkt. Bovendien worden deze middelen niet of nauwelijks opgenomen vanuit het maag­darmkanaal van de zuigeling. Weeg het gebruik af.

Laatst bijgewerkt op 24-05-2023


Bij elke zwangerschap is er een basisrisico van 10 tot 15% op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een aangeboren afwijking. De informatie bij zwangerschap gaat over de vraag of dit risico groter wordt door gebruik van het geneesmiddel of vaccin. Daarnaast bespreken we diverse andere risico’s voor het ongeboren kind, zoals de kans op vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. De informatie bij borstvoeding is gebaseerd op het mogelijke risico voor de zuigeling, uitgaande van een gezonde, voldragen baby van 0 tot 2 maanden. Bij een te vroeg geboren, kleine, lichte of zieke baby moet men extra voorzichtig zijn. Een oudere zuigeling is juist minder kwetsbaar. We gaan bij zwangerschap en borstvoeding uit van de gebruikelijke dosering, zonder dat de patiënt daarbij andere geneesmiddelen gebruikt. Of het gebruik van een geneesmiddel de beste keuze is, en welk geneesmiddel in dat geval de voorkeur heeft, kan per persoon en per situatie verschillen. Daarom is goed overleg tussen zorgverlener en patiënt essentieel. Deze informatie is bedoeld ter ondersteuning van dit overleg en kan de medische zorg niet vervangen.