Insulines bij diabetes tijdens de zwangerschap

In het kort

Stel vrouwen met diabetes mellitus liefst al vóór de zwangerschap goed in op insuline. Dit kan met gewone insuline of met insuline varianten. Van de kortwerkende middelen hebben gewone insuline, insuline lispro en insuline aspart de voorkeur. Bij de langwerkende middelen gaat de voorkeur uit naar gewone insuline en insuline glargine. Deze middelen zijn het best onderzocht.

Vrouwen met zwangerschapsdiabetes kunnen ook worden behandeld met deze insulines, als een dieet onvoldoende werkt.

Let op
Gedurende de zwangerschap verandert de behoefte aan insuline sterk. Een goede controle van de bloedsuikerwaardes is belangrijk.

Risico indeling

  • Meest veilig tooltip icon Dit geneesmiddel is -binnen deze groep- de veiligste keuze voor gebruik tijdens de zwangerschap. Er is, in onderzoek of in de praktijk, geen verhoogd risico gevonden op aangeboren afwijkingen of andere nadelige effecten op de zwangerschap. Of studies tonen discrepanties, maar zijn overwegend gunstig. Het belang van behandeling zal na afweging veelal groter zijn dan het risico.
    • - insuline (humaan)
    • - insuline lispro
  • Waarschijnlijk veilig tooltip icon Dit geneesmiddel kan gebruikt worden tijdens de zwangerschap. Maar indien mogelijk heeft een geneesmiddel uit de categorie ‘Meest veilig’ de voorkeur. Bijvoorbeeld omdat er meer onderzoek is gedaan naar dat middel of studies minder discrepanties tonen. Het belang van behandeling kan na afweging groter zijn dan het risico.
    • - insuline aspart
    • - insuline detemir
    • - insuline glargine
  • Risico onbekend tooltip icon Over gebruik van dit geneesmiddel tijdens de zwangerschap is geen of onvoldoende informatie beschikbaar. Het is niet mogelijk om een uitspraak te doen over de veiligheid. Kies bij voorkeur voor een middel waarvan meer bekend is over de veiligheid.
    • - insuline degludec
    • - insuline glulisine

Achtergrondinformatie

Kortwerkende insulines

Insuline en insuline lispro (protamine)
Met het gebruik van gewone insuline en insuline lispro tijdens de zwangerschap is veel ervaring opgedaan. Deze gegevens laten tot nu toe geen nadelige effecten op de zwangerschap of de neonaat zien. Bij insuline lispro protamine is insuline lispro gekoppeld aan protaminesulfaat. Hierdoor ontstaat een insuline met een middellange werking. Met insuline lispro protamine in de zwangerschap is een redelijke hoeveelheid ervaring opgedaan. Deze insuline kan zo nodig gebruikt worden.

Insuline aspart
De beperkte ervaring die met insuline aspart is opgedaan laat geen verschil zien ten opzichte van humane insuline.

Glulisine
Met het gebruik van insuline glulisine tijdens de zwangerschap is nog geen ervaring opgedaan.

Langwerkende insulines
Gebruik van langwerkende insuline-analoga kan overwogen worden als de bloedsuikerspiegels slecht onder controle zijn met gewone insuline of kortwerkende insuline-analoga.

Insuline glargine
De voorkeur gaat uit naar insuline glargine. Van deze insuline zijn de meeste gegevens bekend. Tot nu toe zijn er geen nadelige effecten gezien.

Insuline detemir
De ervaring met insuline detemir is nog beperkt. De glykemische controle en zwangerschapsuitkomst verschillen niet met die van langwerkende humane insuline.

Insuline degludec
Met het gebruik van insuline degludec in de zwangerschap is nog geen ervaring opgedaan.

Achtergrondinformatie
Vrouwen met diabetes mellitus type 1 of 2 hebben een verhoogd risico op het krijgen van kinderen met aangeboren afwijkingen. Het risico hangt samen met de regulatie van de bloedsuikerspiegel. Hoe beter de bloedsuikerspiegel onder controle is, hoe lager het risico. Daarnaast is er een hoger risico op zwangerschapscomplicaties, zoals hypertensie, pre-eclampsie, vroeggeboorte en op neonatale problemen, zoals macrosomia, hypoglykemie, hyperbilirubinemie, hypocalciëmie en polycytemie. Ook zwangerschapsdiabetes geeft een hoger risico op deze complicaties.

Laatst bijgewerkt op 21-02-2019


Bij elke zwangerschap is er een basisrisico van 10 tot 15% op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een aangeboren afwijking. De informatie bij zwangerschap gaat over de vraag of dit risico groter wordt door gebruik van het geneesmiddel of vaccin. Daarnaast bespreken we diverse andere risico’s voor het ongeboren kind, zoals de kans op vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. De informatie bij borstvoeding is gebaseerd op het mogelijke risico voor de zuigeling, uitgaande van een gezonde, voldragen baby van 0 tot 2 maanden. Bij een te vroeg geboren, kleine, lichte of zieke baby moet men extra voorzichtig zijn. Een oudere zuigeling is juist minder kwetsbaar. We gaan bij zwangerschap en borstvoeding uit van de gebruikelijke dosering, zonder dat de patiënt daarbij andere geneesmiddelen gebruikt. Of het gebruik van een geneesmiddel de beste keuze is, en welk geneesmiddel in dat geval de voorkeur heeft, kan per persoon en per situatie verschillen. Daarom is goed overleg tussen zorgverlener en patiënt essentieel. Deze informatie is bedoeld ter ondersteuning van dit overleg en kan de medische zorg niet vervangen.