Interferonen zijn grote moleculen. Daardoor zal de overgang in de moedermelk beperkt zijn. Bovendien is de absorptie vanuit het maagdarm-kanaal van de zuigeling beperkt. Een klinisch relevant effect bij het kind is dan ook onwaarschijnlijk
Interferon alfa 2a en 2b
Na toediening van hoge dosis interferon alfa, werden slechts hele lage hoeveelheden in de melk gemeten. De halfwaardetijd van peginterferon alfa is door de pegylering aanmerkelijk toegenomen ten opzicht van interferon alfa.
Interferon bèta 1a en 1b
Interferon bèta heeft een zeer lage relatieve kinddosis (ruim onder de 0.1%). Het was niet meetbaar in de borstvoeding of in hele kleine hoeveelheden aanwezig. De halfwaardetijd van peginterferon bèta is door de pegylering ongeveer 2x zo lang ten opzicht van interferon bèta.
Interferon gamma
Interferon gamma is van nature aanwezig in de borstvoeding. Er is geen onderzoek bekend over de hoeveelheden in de moedermelk na toediening tijdens de borstvoedingsperiode.
Laatst bijgewerkt op 03-12-2018