Proteïnekinaseremmers bij kankerbehandeling tijdens de borstvoedingsperiode

In het kort

Imatinib gaat over in de borstvoeding. Over het gebruik van de andere proteïnekinaseremmers tijdens de borstvoeding zijn geen gegevens bekend. Gebruik van proteïnekinaseremmers tijdens de borstvoeding wordt afgeraden.

Risico indeling

  • Mogelijk risico tooltip icon Dit geneesmiddel kan via de melk mogelijk nadelige effecten geven bij de zuigeling. Overweeg of een veiliger middel gebruikt kan worden. Als dat niet kan, weeg dan de mogelijke nadelige effecten af tegen het belang van borstvoeding voor het kind. Voer extra controles uit bij het kind of ga over op flesvoeding.
    • - binimetinib
    • - bosutinib
    • - cabozantinib
    • - dasatinib
    • - encorafenib
    • - erlotinib
    • - gefitinib
    • - idelalisib
    • - imatinib
    • - lapatinib
    • - neratinib
    • - nilotinib
    • - ponatinib
    • - sunitinib

Achtergrondinformatie

Imatinib
Er zijn zeven case reports waarin de overgang van imatinib en de actieve metaboliet zijn onderzocht. Beide blijken goed over te gaan in de borstvoeding.  De effecten van een langdurige blootstelling via de borstvoeding zijn onbekend, maar kunnen gezien het bijwerkingenprofiel ernstig zijn.

Laatst bijgewerkt op 20-02-2019


Bij elke zwangerschap is er een basisrisico van 10 tot 15% op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een aangeboren afwijking. De informatie bij zwangerschap gaat over de vraag of dit risico groter wordt door gebruik van het geneesmiddel of vaccin. Daarnaast bespreken we diverse andere risico’s voor het ongeboren kind, zoals de kans op vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. De informatie bij borstvoeding is gebaseerd op het mogelijke risico voor de zuigeling, uitgaande van een gezonde, voldragen baby van 0 tot 2 maanden. Bij een te vroeg geboren, kleine, lichte of zieke baby moet men extra voorzichtig zijn. Een oudere zuigeling is juist minder kwetsbaar. We gaan bij zwangerschap en borstvoeding uit van de gebruikelijke dosering, zonder dat de patiënt daarbij andere geneesmiddelen gebruikt. Of het gebruik van een geneesmiddel de beste keuze is, en welk geneesmiddel in dat geval de voorkeur heeft, kan per persoon en per situatie verschillen. Daarom is goed overleg tussen zorgverlener en patiënt essentieel. Deze informatie is bedoeld ter ondersteuning van dit overleg en kan de medische zorg niet vervangen.