Schildklierhormonen tijdens de zwangerschap

In het kort

Schildklierhormonen kunnen als suppletie bij hypothyreoïdie tijdens de zwangerschap worden toegepast. De voorkeur gaat uit naar monotherapie met levothyroxine.

Let op
Overweeg de dosis schildklierhormoon direct te verhogen bij het vermoeden van een zwangerschap. Controleer tijdens de zwangerschap regelmatig de schildklierfunctie.

Risico indeling

  • Meest veilig tooltip icon Dit geneesmiddel is -binnen deze groep- de veiligste keuze voor gebruik tijdens de zwangerschap. Er is, in onderzoek of in de praktijk, geen verhoogd risico gevonden op aangeboren afwijkingen of andere nadelige effecten op de zwangerschap. Of studies tonen discrepanties, maar zijn overwegend gunstig. Het belang van behandeling zal na afweging veelal groter zijn dan het risico.
    • - levothyroxine
  • Risico onbekend tooltip icon Over gebruik van dit geneesmiddel tijdens de zwangerschap is geen of onvoldoende informatie beschikbaar. Het is niet mogelijk om een uitspraak te doen over de veiligheid. Kies bij voorkeur voor een middel waarvan meer bekend is over de veiligheid.
    • - liothyronine

Achtergrondinformatie

Monotherapie met levothyroxine heeft de voorkeur. Combinatietherapie met liothyronine wordt afgeraden. Met deze combinatie is weinig ervaring opgedaan tijdens de zwanger­schap. Schildklierhormonen passeren de placenta in geringe hoeveelheden.
Tijdens de zwangerschap stijgt de behoefte aan schildklierhormoon waardoor de bloedspiegel kan dalen. Daarom wordt geadviseerd om de dosering bij vermoeden van zwangerschap meteen te verhogen. Controleer de schildklierfunctie in de eerste helft van de zwangerschap elke vier tot zes weken en tijdens de tweede helft minimaal een keer. Breng de dosering schildklierhormoon na de bevalling terug naar de preconceptionele dosis.

Achtergrondinformatie
Onbehandelde hypothyreoïdie tijdens de zwangerschap geeft een groter risico op zwangerschapscomplicaties en op nadelige effecten op de foetale ontwikkeling, waaronder zwangerschapshypertensie, spontane abortus, placenta abruptio, foetale nood, vroeggeboorte, laag geboortegewicht en perinatale morbiditeit. Verder wordt een verlaagde neuropsychologische ontwikkeling en een negatief effect op het IQ gezien bij het kind.

Laatst bijgewerkt op 21-02-2019


Bij elke zwangerschap is er een basisrisico van 10 tot 15% op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een aangeboren afwijking. De informatie bij zwangerschap gaat over de vraag of dit risico groter wordt door gebruik van het geneesmiddel of vaccin. Daarnaast bespreken we diverse andere risico’s voor het ongeboren kind, zoals de kans op vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. De informatie bij borstvoeding is gebaseerd op het mogelijke risico voor de zuigeling, uitgaande van een gezonde, voldragen baby van 0 tot 2 maanden. Bij een te vroeg geboren, kleine, lichte of zieke baby moet men extra voorzichtig zijn. Een oudere zuigeling is juist minder kwetsbaar. We gaan bij zwangerschap en borstvoeding uit van de gebruikelijke dosering, zonder dat de patiënt daarbij andere geneesmiddelen gebruikt. Of het gebruik van een geneesmiddel de beste keuze is, en welk geneesmiddel in dat geval de voorkeur heeft, kan per persoon en per situatie verschillen. Daarom is goed overleg tussen zorgverlener en patiënt essentieel. Deze informatie is bedoeld ter ondersteuning van dit overleg en kan de medische zorg niet vervangen.