Behandeling van hyperthyreoïdie in de zwangerschap
Streef naar een zo laag mogelijke spiegel van de thyreostatica, waarbij de maternale schildklierfuncties bij voorkeur in het hoognormale gebied liggen. Geef bij de behandeling van hyperthyreoïdie geen combinatie van thyreostatica en thyreomimetica. maar de laagst mogelijke dosering van één thyreostaticum. Er is geen voorkeur voor een van de middelen. Propylthiouracil geeft mogelijk een licht verhoogd risico op hepatotoxiciteit, maar een lager risico op aangeboren afwijkingen.
Klein risico op afwijkingen bij schildklierremmers
Carbimazol en thiamazol geven een licht verhoogd risico op aangeboren afwijkingen, met name aplasia cutis congenita, oesofagusatresie, omphalocele en choane-atresie. Ook hartafwijkingen worden gezien.
Meerdere studies wijzen niet op een verhoogd risico bij gebruik van propylthiouracil (PTU) tijdens de zwangerschap. Enkele recente studies laten echter een mogelijk licht verhoogd risico op aangeboren afwijkingen zien. Deze lijken minder ernstig dan de afwijkingen die bij carbimazol en thiamazol worden gezien. Ook lijkt het risico lager. Bij gebruik van propylthiouracil zijn afwijkingen aan het hoofd, de nek, de urinewegen en het hart gemeld. Dierstudies onderbouwen deze resultaten. Het is niet duidelijk of er werkelijk een licht verhoogd risico bestaat op aangeboren afwijkingen.
Effecten mogelijk op schildklier van het kind
Carbimazol, thiamazol en propylthiouracil zijn ook in verband gebracht met hypothyreoïdie en struma van de pasgeborene. Controle van de maternale en neonatale schildklierfunctie is noodzakelijk.
Kaliumjodide mag tijdens de zwangerschap niet worden gebruikt
Jodium kan leiden tot hypothyreoïdie en struma bij de foetus. Deze effecten kunnen optreden vanaf ongeveer de twaalfde zwangerschapsweek, omdat de foetale schildklier vanaf dat moment jodium opneemt. Jodium passeert de placenta makkelijk.
Laatst bijgewerkt op 21-02-2019