Schildklierremmers tijdens de zwangerschap

In het kort

Een te snel werkende schildklier (hyperthyroïdie) kan behandeld worden in de zwangerschap met schildklierremmers. Er is een kleine kans dat carbimazol, propylthiouracil en thiamazol afwijkingen kunnen veroorzaken bij het kind. Beperk de behandeling van hyperthyreoïdie tijdens de zwangerschap tot de laagst mogelijke dosis van één schildklierremmer.

Gebruik kaliumjodide niet tijdens de zwangerschap, in ieder geval niet vanaf de twaalfde zwangerschapsweek. Jodium kan leiden tot een te trage en vergrote schildklier bij het kind.

Let op

  • Controleer de groei en de hartfrequentie van het kind tijdens de zwangerschap.
  • Controleer de schildklierfunctie van de moeder en de pasgeborene.

Risico indeling

  • Mogelijk risico tooltip icon Dit geneesmiddel kan mogelijk nadelige effecten hebben op zwangerschap of –ongeboren- kind. Weeg de mogelijke nadelige effecten af tegen het belang van behandeling van de moeder. Overweeg of een veiliger middel gebruikt kan worden of voer extra controles uit.
    • - kaliumjodide
  • Risico op aangeboren afwijkingen tooltip icon Dit geneesmiddel geeft een verhoogd risico op aangeboren afwijkingen of andere blijvende schade. Gebruik dit middel alleen in uitzonderingsgevallen (met extra controles). Kies zo mogelijk voor een veiliger middel of staak -tijdelijk- de behandeling.
    • - carbimazol
    • - propylthiouracil
    • - thiamazol

Achtergrondinformatie

Behandeling van hyperthyreoïdie in de zwangerschap
Ongecontroleerde hyperthyroïdie tijdens een zwangerschap kan nadelige gevolgen hebben, zoals een hoger risico op pre-eclampsie, vroeggeboorte, groeivertraging, laag geboortegewicht en foetale sterfte. Een goede controle/behandeling tijdens de zwangerschap is dan ook belangrijk (1, 2).

De richtlijn ‘’Schildklierfunctiestoornisen’’ adviseert om tijdens de zwangerschap geen combinatie van schildklierremmers en thyreomimetica te gebruiken, maar de laagst mogelijke dosering van één schildklierremmer. Op basis van het risico op aangeboren afwijkingen is er een voorkeur voor propylthiouracil (PTU) in het eerste trimester. Eventueel kan overwogen worden om na het eerste trimester te switchen naar carbimazol/thiamazol vanwege een mogelijk lager risico op lever toxiciteit (3, 4).

Klein risico op afwijkingen bij schildklierremmers
Carbimazol en thiamazol geven een licht verhoogd risico op aangeboren afwijkingen (5-9), met name aplasia cutis congenita, oesofagusatresie, omphalocele en choane-atresie. Ook hartafwijkingen worden gezien (10).

Ook bij gebruik van PTU wordt in meerdere meta-analyses een verhoogd risico op afwijkingen gezien als vergeleken wordt met vrouwen zonder hyperthyreoïdie (5-9). De meeste meta-analyses zien echter geen verhoogd risico als vergeleken wordt met onbehandelde vrouwen met hyperthyreoïdie (5-8, 11). De afwijkingen die gezien worden lijken minder ernstig dan de afwijkingen die bij carbimazol en thiamazol worden gezien. Ook lijkt het risico lager (7, 8, 12). Bij gebruik van propylthiouracil zijn afwijkingen aan het hoofd, de nek, de urinewegen en het hart gemeld (10). Dierstudies onderbouwen deze resultaten.

Een aantal meta-analyses ziet geen verlaging in het risico op afwijkingen als tijdens het eerste trimester geswitcht wordt van thiamazol naar PTU (6, 8, 12). Mogelijk dat dit te verklaren is doordat een deel van de vrouwen pas geswitcht is na de gevoelige periode tussen 5 en 10 weken zwangerschap.

Klein risico op lever toxiciteit bij gebruik van PTU
Een zeldzame bijwerking van PTU is hepatotoxiciteit. Het risico hierop is klein. Er zijn cases beschreven in de literatuur waarbij ernstige lever toxiciteit optrad bij zwangere vrouwen (13). Twee recente meta-analyses zien echter geen verhoogd risico op hepatotoxiciteit tijdens de zwangerschap in vergelijking met vrouwen die thiamazol gebruiken (12) of onbehandelde vrouwen met hyperthyreoïdie (11).

Effecten mogelijk op schildklier van het kind
Carbimazol, thiamazol en PTU zijn ook in verband gebracht met hypothyreoïdie en struma van de pasgeborene. Controle van de maternale en neonatale schildklierfunctie is noodzakelijk (3, 4).

Kaliumjodide mag tijdens de zwangerschap niet worden gebruikt
Jodium kan leiden tot hypothyreoïdie en struma bij de foetus. Deze effecten kunnen optreden vanaf ongeveer de twaalfde zwangerschapsweek, omdat de foetale schildklier vanaf dat moment jodium opneemt. Jodium passeert de placenta makkelijk.

arrow icon

1.            Lee SY, Pearce EN. Assessment and treatment of thyroid disorders in pregnancy and the postpartum period. Nat Rev Endocrinol. 2022;18(3):158-71. PMID:34983968.

2.            Hizkiyahu R, Badeghiesh A, Baghlaf H, Dahan M. Associations between hyperthyroidism and adverse obstetric and neonatal outcomes: a study of a population database including almost 17,000 women with hyperthyroidism. Clin Endocrinol (Oxf). 2022. PMID:35261044.

3.            Alexander EK, Pearce EN, Brent GA, Brown RS, Chen H, Dosiou C, et al. 2017 Guidelines of the American Thyroid Association for the Diagnosis and Management of Thyroid Disease During Pregnancy and the Postpartum. Thyroid. 2017;27(3):315-89. PMID:28056690.

4.            Nederlandse Internisten V. Richtlijn Schildklierfunctiestoornissen - Revisie 2012. 2012.

5.            Morales DR, Fonkwen L, Nordeng HME. Antithyroid drug use during pregnancy and the risk of birth defects in offspring: systematic review and meta-analysis of observational studies with methodological considerations. Br J Clin Pharmacol. 2021. PMID:33783857.

6.            Agrawal M, Lewis S, Premawardhana L, Dayan CM, Taylor PN, Okosieme OE. Antithyroid drug therapy in pregnancy and risk of congenital anomalies: Systematic review and meta-analysis. Clin Endocrinol (Oxf). 2021. PMID:34845757.

7.            Song R, Lin H, Chen Y, Zhang X, Feng W. Effects of methimazole and propylthiouracil exposure during pregnancy on the risk of neonatal congenital malformations: A meta-analysis. Plos One. 2017;12(7):e0180108.

8.            Li X, Liu GY, Ma JL, Zhou L. Risk of congenital anomalies associated with antithyroid treatment during pregnancy: a meta-analysis. Clinics(SaoPaulo). 2015;70(6):453-9.

9.            Li H, Zheng J, Luo J, Zeng R, Feng N, Zhu N, et al. Congenital anomalies in children exposed to antithyroid drugs in-utero: a meta-analysis of cohort studies. PLoSOne. 2015;10(5):e0126610.

10.          Andersen SL, Andersen S. Antithyroid drugs and birth defects. Thyroid research. 2020;13:11. PMID:32607131.

11.          Miao Y, Xu Y, Teng P, Wang A, Zhang Y, Zhou Y, et al. Efficacy of propylthiouracil in the treatment of pregnancy with hyperthyroidism and its effect on pregnancy outcomes: A meta-analysis. PLoS One. 2022;17(3):e0265085. PMID:35271661.

12.          Liu Y, Li Q, Xu Y, Chen Y, Men Y. Comparison of the safety between propylthiouracil and methimazole with hyperthyroidism in pregnancy: A systematic review and meta-analysis. PLoS One. 2023;18(5):e0286097. PMID:37205692.

13.          Akmal A, Kung J. Propylthiouracil, and methimazole, and carbimazole-related hepatotoxicity. Expert Opin Drug Saf. 2014;13(10):1397-406.

Laatst bijgewerkt op 07-08-2023


Bij elke zwangerschap is er een basisrisico van 10 tot 15% op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een aangeboren afwijking. De informatie bij zwangerschap gaat over de vraag of dit risico groter wordt door gebruik van het geneesmiddel of vaccin. Daarnaast bespreken we diverse andere risico’s voor het ongeboren kind, zoals de kans op vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. De informatie bij borstvoeding is gebaseerd op het mogelijke risico voor de zuigeling, uitgaande van een gezonde, voldragen baby van 0 tot 2 maanden. Bij een te vroeg geboren, kleine, lichte of zieke baby moet men extra voorzichtig zijn. Een oudere zuigeling is juist minder kwetsbaar. We gaan bij zwangerschap en borstvoeding uit van de gebruikelijke dosering, zonder dat de patiënt daarbij andere geneesmiddelen gebruikt. Of het gebruik van een geneesmiddel de beste keuze is, en welk geneesmiddel in dat geval de voorkeur heeft, kan per persoon en per situatie verschillen. Daarom is goed overleg tussen zorgverlener en patiënt essentieel. Deze informatie is bedoeld ter ondersteuning van dit overleg en kan de medische zorg niet vervangen.