Antiseptica en desinfectantia (ontsmettingsmiddelen) tijdens de zwangerschap

In het kort

Benzalkonium, chloorhexidine cetrimide, chloorxylenol, mecetronium en natriumhypochloriet kunnen tijdens de zwangerschap worden gebruikt.

Middelen met jodium moeten vermeden worden tijdens de zwangerschap. Jodium kan een negatieve invloed hebben op de schildklierfunctie van het ongeboren kind.

Risico indeling

  • Waarschijnlijk veilig tooltip icon Dit geneesmiddel kan gebruikt worden tijdens de zwangerschap. Maar indien mogelijk heeft een geneesmiddel uit de categorie ‘Meest veilig’ de voorkeur. Bijvoorbeeld omdat er meer onderzoek is gedaan naar dat middel of studies minder discrepanties tonen. Het belang van behandeling kan na afweging groter zijn dan het risico.
    • - benzalkonium
    • - cetrimide
    • - chloorhexidine
    • - chloorxylenol
    • - mecetronium
    • - natriumhypochloriet
  • Mogelijk risico tooltip icon Dit geneesmiddel kan mogelijk nadelige effecten hebben op zwangerschap of –ongeboren- kind. Weeg de mogelijke nadelige effecten af tegen het belang van behandeling van de moeder. Overweeg of een veiliger middel gebruikt kan worden of voer extra controles uit.
    • - jodium-bevattende preparaten

Achtergrondinformatie

Geneesmiddelopname via de huid
Bij middelen die op de huid worden gesmeerd, vindt normaal gesproken weinig systemische opname plaats. Bij beperkt gebruik wordt geen nadelig effect verwacht op de zwangerschap of op het ongeboren kind. Bij langdurig gebruik, gebruik van grote hoeveelheden, op grote huidoppervlakken of op beschadigde huid, neemt de hoeveelheid opgenomen geneesmiddel toe. Bij uitgebreid gebruik kunnen bij de moeder relevante bloedspiegels optreden. Lees in dat geval, indien van toepassing, de informatie over de systemische toepassing van het betreffende middel.

Jodium-bevattende middelen
Hoge jodiumdoseringen bij de zwangere vrouw kunnen leiden tot hypothyreoïdie en struma bij de foetus. Deze effecten kunnen optreden vanaf ongeveer de twaalfde zwangerschapsweek, omdat de foetale schildklier vanaf dat moment jodium opneemt. Jodium passeert de placenta gemakkelijk. Middelen met jodium dienen dan ook vermeden te worden tijdens de zwangerschap, ook al wordt jodium bij gebruik op de intacte huid slechts beperkt opgenomen. Jodium wordt via de beschadigde huid en slijmvliezen en bij intraperitoneaal gebruik makkelijk opgenomen. Neonatale hypothyreoïdie kan optreden wanneer de moeder dermale jodiumpreparaten gebruikt tijdens de zwangerschap (1).

Benzalkonium, cetrimide, chloorxylenol en mectroinium
Naar het gebruik van deze middelen  is geen onderzoek gedaan tijdens de zwangerschap. Vanwege de slechte absorptie door de huid kunnen de middelen wel gebruikt worden;

  • Benzalkonium wordt zeer gering opgenomen door de intacte en beschadigde huid.
  • Cetrimide bindt sterk aan de huid en wordt nauwe­lijks geabsorbeerd.
  • De systemische blootstelling door lokaal chloorxylenol gebruik is verwaarloosbaar.
  • Mecetronium wordt nauwelijks door de onbeschadigde huid geabsorbeerd.

Chloorhexidine en natriumhypochloriet
Er zijn geen gecontroleerde onderzoeken gedaan naar het gebruik van deze twee middelen in de zwangerschap, maar ze worden in de praktijk zonder problemen gebruikt als desinfectans (2). Natriumhypochloriet is niet schadelijk voor volwassenen en kleine kinderen. Chloorhexidine wordt minder dan 0,01% via de huid opgenomen. Dit komt waarschijnlijk door de sterkine hechting aan eiwitten.
Deze middelen kunnen dus gebruikt worden tijdens de zwangerschap.


Referenties

1.           Danziger Y, Pertzelan A, Mimouni M. Transient congenital hypothyroidism after topical iodine in pregnancy and lactation. ArchDisChild. 1987;62:295-6.

2.           Vestergaard C, Wollenberg A, Barbarot S, Christen-Zaech S, Deleuran M, Spuls P, et al. European task force on atopic dermatitis position paper: treatment of parental atopic dermatitis during preconception, pregnancy and lactation period. J Eur Acad Dermatol Venereol. 2019;33(9):1644-59.

Laatst bijgewerkt op 12-12-2022


Bij elke zwangerschap is er een basisrisico van 10 tot 15% op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een aangeboren afwijking. De informatie bij zwangerschap gaat over de vraag of dit risico groter wordt door gebruik van het geneesmiddel of vaccin. Daarnaast bespreken we diverse andere risico’s voor het ongeboren kind, zoals de kans op vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. De informatie bij borstvoeding is gebaseerd op het mogelijke risico voor de zuigeling, uitgaande van een gezonde, voldragen baby van 0 tot 2 maanden. Bij een te vroeg geboren, kleine, lichte of zieke baby moet men extra voorzichtig zijn. Een oudere zuigeling is juist minder kwetsbaar. We gaan bij zwangerschap en borstvoeding uit van de gebruikelijke dosering, zonder dat de patiënt daarbij andere geneesmiddelen gebruikt. Of het gebruik van een geneesmiddel de beste keuze is, en welk geneesmiddel in dat geval de voorkeur heeft, kan per persoon en per situatie verschillen. Daarom is goed overleg tussen zorgverlener en patiënt essentieel. Deze informatie is bedoeld ter ondersteuning van dit overleg en kan de medische zorg niet vervangen.