Antiseptica en desinfectantia (ontsmettingsmiddelen) tijdens de borstvoedingsperiode

In het kort

Chloorhexidine, cetrimide en natriumhypochloriet kunnen worden gebruikt tijdens de borstvoeding. Ook  benzalkonium, chloorxylenol en mecetronium kunnen gebruikt worden.
Langdurig gebruik en gebruik op grotere huidoppervlakten van jodium-bevattende middelen wordt afgeraden.

Let op:

  • Wordt de crème of zalf op de borst gebruikt? Maak dan het gebied rond de tepel vóór het voeden goed schoon. Zo komt het kind niet direct in contact met de crème of zalf.
  • Gebruik geen cetrimide op de borst.

Risico indeling

  • Meest veilig tooltip icon Dit geneesmiddel is -binnen deze groep- de veiligste keuze voor gebruik tijdens de borstvoedingsperiode. Er is, in onderzoek of in de praktijk, geen verhoogd risico gevonden op nadelige effecten voor de zuigeling of op de melkproductie.
    • - chloorhexidine
  • Waarschijnlijk veilig tooltip icon Dit geneesmiddel kan gebruikt worden tijdens de borstvoedingsperiode. Maar indien mogelijk heeft een geneesmiddel uit de categorie ‘Meest veilig’ de voorkeur. Bijvoorbeeld omdat er minder van dat middel in de melk terechtkomt of omdat er meer onderzoek naar is gedaan.
    • - benzalkonium
    • - cetrimide
    • - chloorxylenol
    • - jodium-bevattende preparaten (beperkt gebruik)
    • - mecetronium
    • - natriumhypochloriet
  • Risico tooltip icon Het is niet veilig om dit geneesmiddel te gebruiken in de borstvoedingsperiode. Kies zo mogelijk voor een veiliger middel. Als dat niet mogelijk is, ga dan over op flesvoeding
    • - jodium-bevattende preparaten (uitgebreid gebruik)

Achtergrondinformatie

Geneesmiddelopname via de huid
Bij middelen die op de huid worden gesmeerd, vindt er normaal gesproken weinig systemische opname plaats. Bij langdurig gebruik, gebruik van grote hoeveelheden, op grote huidoppervlakken of op beschadigde huid, neemt de hoeveelheid opgenomen geneesmiddel toe. Lees in dat geval, indien van toepassing, de informatie over de systemische toepassing van het betreffende middel.

Jodium-bevattende middelen
Jodium in de moedermelk kan de schildklierfunctie van de zuigeling nadelig beïnvloeden. Het kan bij het kind hypothyreoïdie en struma veroorzaken. Jodium gaat gemakkelijk vanuit het bloed over in de moedermelk en kan daar stapelen. Dit is ook beschreven na gebruik op de huid. De melkplasma-ratio’s variëren tussen 15 en 23. Langdurig gebruik en gebruik op grotere oppervlakken van povidonjodium wordt afgeraden. Kortdurend gebruik van povidonjodium op een klein huidoppervlak is waarschijnlijk veilig.

Cetrimide
Cetrimide bindt in sterke mate aan de huid en weefsels. Het wordt nauwelijks geabsorbeerd en komt dus nauwelijks systemisch beschikbaar bij gebruik op de huid. Gebruik cetrimide echter niet op de borst en voorkom dat de zuigeling in contact komt met het middel. Direct contact kan misselijkheid en braken veroorzaken. Ook zijn er vijf gevallen bekend van kinderen die per ongeluk een oplossing met cetrimide in de mond kregen en wonden opliepen op de tong en lippen (1).

Chloorhexidine
Chloorhexidine wordt minder dan 0,01% via de huid opgenomen. Dit komt waarschijnlijk door de sterke hechting aan eiwitten. In een studie met 100 moeders die chloorhexidine spray gebruikten op de borst werden geen nadelige effecten bij de zuigelingen gezien (2). Er is 1 case report waarbij wel een effect bij de zuigeling werd gezien. De moeder gebruikte chloorhexidine spray op de borst. Bij het kind werd bradycardie gezien (3). Na stoppen met de spray verdween de bradycardie. Een Europese werkgroep concludeert echter dat chloorhexidine veilig gebruikt kan worden tijdens de borstvoeding (4).

Natriumhypochloriet
Naar het gebruik van natriumhypochloriet tijdens de borstvoeding is geen onderzoek gedaan. Wel wordt het ook veel gebruikt als desinfectans voor zwembaden en is het niet schadelijk voor kleine kinderen (4).

Benzalkonium, chloorxylenol en mecetronium
Naar het gebruik van deze middelen is geen onderzoek gedaan tijdens de borstvoeding. Het is niet bekend of ze overgaan naar de borstvoeding. Vanwege de slechte absorptie door de huid kunnen ze wel gebruikt worden is de systemische belasting bij de moeder gering en leidt het gebruik waarschijnlijk niet relevante blootstelling bij de zuigeling;

  • Benzalkonium wordt zeer gering opgenomen door de intacte en beschadigde huid.
  • De systemische blootstelling door lokaal chloorxylenol gebruik is verwaarloosbaar.
  • Mecetronium wordt nauwelijks door de onbeschadigde huid geabsorbeerd.

 

Referenties 

1. Mucklow ES. Accidental feeding of a dilute antiseptic solution (chlorhexidine 0.05% with cetrimide 1%) to five babies. Hum Toxicol. 1988;7(6):567-569.

2. Herd B, Feeney JG. Two aerosol sprays in nipple trauma. Practicioner. 1986;230:31-38.

3. Quinn MW, Bini RM. Bradycardia associated with chlorhexidine spray. Arch Dis Child. 1989;64(6):892-893.

4. Vestergaard C, Wollenberg A, Barbarot S, Christen-Zaech S, Deleuran M, Spuls P, et al. European task force on atopic dermatitis position paper: treatment of parental atopic dermatitis during preconception, pregnancy and lactation period. J Eur Acad Dermatol Venereol. 2019;33(9):1644-59.

Laatst bijgewerkt op 12-12-2022


Bij elke zwangerschap is er een basisrisico van 10 tot 15% op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een aangeboren afwijking. De informatie bij zwangerschap gaat over de vraag of dit risico groter wordt door gebruik van het geneesmiddel of vaccin. Daarnaast bespreken we diverse andere risico’s voor het ongeboren kind, zoals de kans op vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. De informatie bij borstvoeding is gebaseerd op het mogelijke risico voor de zuigeling, uitgaande van een gezonde, voldragen baby van 0 tot 2 maanden. Bij een te vroeg geboren, kleine, lichte of zieke baby moet men extra voorzichtig zijn. Een oudere zuigeling is juist minder kwetsbaar. We gaan bij zwangerschap en borstvoeding uit van de gebruikelijke dosering, zonder dat de patiënt daarbij andere geneesmiddelen gebruikt. Of het gebruik van een geneesmiddel de beste keuze is, en welk geneesmiddel in dat geval de voorkeur heeft, kan per persoon en per situatie verschillen. Daarom is goed overleg tussen zorgverlener en patiënt essentieel. Deze informatie is bedoeld ter ondersteuning van dit overleg en kan de medische zorg niet vervangen.