Lokale middelen bij acne vulgaris en rosacea tijdens de borstvoedingsperiode

In het kort

Azelaïnezuur, benzoylperoxide, clindamycine,erytromycine en metronidazol kunnen op de huid worden gebruikt tijdens de borstvoedingsperiode. Deze middelen worden nauwelijks in het lichaam opgenomen.
Kortdurend gebruik van salicylzuur op een klein huidoppervlak is waarschijnlijk ook geen probleem.
Over het gebruik van ivermectine en brimonidine tijdens de borstvoeding zijn onvoldoende gegevens bekend om een uitspraak te kunnen doen over de mogelijke risico’s.

Gebruik geen adapaleen, tretinoïne of trifaroteen tijdens de borstvoeding.

Let op:

  • Wordt de crème of zalf op de borst gebruikt? Maak dan het gebied rond de tepel vóór het voeden goed schoon. Zo komt het kind niet direct in contact met de crème of zalf.

Risico indeling

  • Meest veilig tooltip icon Dit geneesmiddel is -binnen deze groep- de veiligste keuze voor gebruik tijdens de borstvoedingsperiode. Er is, in onderzoek of in de praktijk, geen verhoogd risico gevonden op nadelige effecten voor de zuigeling of op de melkproductie.
    • - azelainezuur
    • - benzoylperoxide
    • - clindamycine
    • - erytromycine
    • - metronidazol
  • Waarschijnlijk veilig tooltip icon Dit geneesmiddel kan gebruikt worden tijdens de borstvoedingsperiode. Maar indien mogelijk heeft een geneesmiddel uit de categorie ‘Meest veilig’ de voorkeur. Bijvoorbeeld omdat er minder van dat middel in de melk terechtkomt of omdat er meer onderzoek naar is gedaan.
    • - salicylzuur (beperkt gebruik)
  • Risico onbekend tooltip icon Over gebruik van dit geneesmiddel tijdens de borstvoedingsperiode is nauwelijks of geen informatie. Het is niet mogelijk om een uitspraak te doen over de veiligheid. Kies bij voorkeur voor een middel waarvan meer bekend is over de veiligheid.
    • - adapaleen
    • - brimonidine
    • - ivermectine
    • - salicylzuur (uitgebreid gebruik)
    • - tretinoine
    • - trifaroteen

Achtergrondinformatie

Geneesmiddelopname via de huid
Bij middelen die op de huid worden gesmeerd, vindt er normaal gesproken weinig systemische opname plaats. Bij langdurig gebruik, gebruik van grote hoeveelheden, op grote huidoppervlakken of op beschadigde huid, neemt de hoeveelheid opgenomen geneesmiddel toe. Lees in dat geval, indien van toepassing, de informatie over de systemische toepassing van het betreffende middel.

Azelaïnezuur
De absorptie van azelaïnezuur door de huid is ongeveer 4-8%.Het middel wordt snel afgebroken. Azelaïnezuur is van nature aanwezig in moedermelk en het gebruik als medicijn heeft geen effect op de bloed- of melk spiegels (1). Hierdoor is het onwaarschijnlijk dat er nadelige effecten zijn voor de zuigeling.

Benzoylperoxide, clindamycine en erytromycine
De opname van benzoylperoxide en erytromycine bij gebruik op de huid is minimaal. Clindamycine wordt voor ongeveer 2% geabsorbeerd door de huid. Van benzoylperoxide en clindamycine is het onbekend of het overgaat in de moedermelk. Indien dit zo is, zullen de hoeveelheden minimaal zijn. Daarnaast wordt benzoylperoxide bijna volledig afgebroken in het maag-darmkanaal. Erythromycine komt in lage hoeveelheden in de moedermelk en veroorzaakt waarschijnlijk geen nadelige effecten bij het kind. Deze drie middelen kunnen zonder probleem worden gebruikt tijdens de borstvoeding.

Metronidazol
Metronidazol gaat in redelijke hoeveelheden over in de moedermelk. Echter is de systemische blootstelling na dermale toepassing minder dan 1%, waardoor er toch maar weinig in de moedermelk kan komen. Metronidazol kan ook direct worden toegepast bij zuigelingen en kinderen. Deze dosering is dan veel hoger dan de hoeveelheid die een kind via de borstvoeding binnen zou kunnen krijgen.

Voor meer informatie over de systemische toepassing van metronidazol, zie de pagina over diverse antiprotozoïca tijdens de borstvoedingsperiode.

Salicylzuur
Er zijn geen gegevens bekend over het gebruik van salicylzuur tijdens de borstvoeding. De opname van salicylzuur door de huid is afhankelijk van de gebruikte concentratie, de gebruikte hoeveelheid, de behandelduur en het behandelde huidoppervlak. De systemische absorptie varieert van 9% tot 25% (1). Het is onwaarschijnlijk dat salicylzuur bij beperkt gebruik in relevante concentraties in de moedermelk komt. Salicylzuur kan tijdens de borstvoeding kortdurend op kleine oppervlakken worden gebruikt. De gecon­centreerde salicylzuurpreparaten vormen mogelijk een risico, omdat ze kunnen stapelen bij herhaald gebruik.

Retinoïden
Adapaleen, treinoïne en trifaroteen behoren tot de groep van retinoïden. Toepassing van deze middelen op de huid leidt waarschijnlijk niet tot meetbare concentraties in de moedermelk. Toch wordt lokale toepassing van retinoïden tijdens de borstvoeding afgeraden. Dit omdat ze structureel verwant zijn aan isotretinoïne en er onvoldoende gegevens bekend zijn over de veiligheid Breng deze middelen in elk geval niet op de borst aan en zorg ervoor dat de zuigeling niet in contact komt met behandelde oppervlakken.

Brimonidine
De opname van brimonidine via de huid is laag. Met dermaal gebruik tijdens de borstvoeding is geen ervaring opgedaan. Bij gebruik op een beperkt huidoppervlak is het onwaarschijnlijk dat bij de zuigeling nadelige effecten optreden. Bij toepassing van brimonidine oogdruppels bij de neonaat zelf zijn wel bijwerkingen gerapporteerd, zoals bradycardie, hypotensie, hypothermie en apneu. Neonaten kunnen kennelijk gevoelig zijn voor lage doseringen. Gebruik brimonidine daarom bij voorkeur niet tijdens de borstvoeding.

Ivermectine
De opname van ivermectine door de huid is laag. Bij langdurig gebruik zijn lage bloedspiegels gemeten bij de moeder.  Met dermaal gebruik van ivermectine tijdens de borstvoeding is onvoldoende ervaring opgedaan. Bij systemisch gebruik gaat ivermectine in kleine hoeveelheden over in de moedermelk. Er zijn geen nadelige effecten gezien bij de zuigelingen (1).

Zie voor meer informatie de pagina met de systemische toepassing van ivermectine tijdens de borstvoedingsperiode.

 

Referenties

1.            Hale TW. Medications & Mothers' Milk. 18 ed: Springer Publishing Company; 2019.

Laatst bijgewerkt op 07-12-2022


Bij elke zwangerschap is er een basisrisico van 10 tot 15% op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een aangeboren afwijking. De informatie bij zwangerschap gaat over de vraag of dit risico groter wordt door gebruik van het geneesmiddel of vaccin. Daarnaast bespreken we diverse andere risico’s voor het ongeboren kind, zoals de kans op vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. De informatie bij borstvoeding is gebaseerd op het mogelijke risico voor de zuigeling, uitgaande van een gezonde, voldragen baby van 0 tot 2 maanden. Bij een te vroeg geboren, kleine, lichte of zieke baby moet men extra voorzichtig zijn. Een oudere zuigeling is juist minder kwetsbaar. We gaan bij zwangerschap en borstvoeding uit van de gebruikelijke dosering, zonder dat de patiënt daarbij andere geneesmiddelen gebruikt. Of het gebruik van een geneesmiddel de beste keuze is, en welk geneesmiddel in dat geval de voorkeur heeft, kan per persoon en per situatie verschillen. Daarom is goed overleg tussen zorgverlener en patiënt essentieel. Deze informatie is bedoeld ter ondersteuning van dit overleg en kan de medische zorg niet vervangen.