Bloedplaatjesremmers tijdens de borstvoedingsperiode

In het kort

Acetylsalicylzuur en carbasalaatcalcium gaan in kleine hoeveelheden over in de moedermelk. Beide middelen kunnen tijdens de borstvoeding in lage doseringen als bloedplaatjesremmer (trombocytenaggregatieremmer) worden gebruikt. Over het gebruik van de overige middelen tijdens de borstvoeding zijn geen gegevens bekend.

Bij gebruik van bloedplaatjesremmers tijdens de borstvoeding is het aan te raden de baby te monitoren op blauwe plekken en bloedingen.

Risico indeling

  • Waarschijnlijk veilig tooltip icon Dit geneesmiddel kan gebruikt worden tijdens de borstvoedingsperiode. Maar indien mogelijk heeft een geneesmiddel uit de categorie ‘Meest veilig’ de voorkeur. Bijvoorbeeld omdat er minder van dat middel in de melk terechtkomt of omdat er meer onderzoek naar is gedaan.
    • - acetylsalicylzuur (maximaal 160 mg per dag)
    • - carbasalaatcalcium (maximaal 100 mg per dag)
  • Risico onbekend tooltip icon Over gebruik van dit geneesmiddel tijdens de borstvoedingsperiode is nauwelijks of geen informatie. Het is niet mogelijk om een uitspraak te doen over de veiligheid. Kies bij voorkeur voor een middel waarvan meer bekend is over de veiligheid.
    • - abciximab
    • - cangrelor
    • - clopidogrel
    • - dipyridamol
    • - eptifibatide
    • - prasugrel
    • - ticagrelor
    • - tirofiban

Achtergrondinformatie

Acetylsalicylzuur
Acetylsalicylzuur kan in lage dosis gebruikt worden tijdens de borstvoeding [1-3]. Bij een lage dosis acetylsalicylzuur (75-325 mg per dag)  is er geen acetylsalicylzuur en weinig salicylzuur (actieve metaboliet) in de moedermelk gevonden [2]. De geschatte relatieve kinddosis voor salicylzuur is met 0,4% laag, wat waarschijnlijk subklinische concentraties in het kind geeft.

Bij gebruik van acetylsalicylzuur door baby’s en kinderen is er een klein risico op het syndroom van Reye. Bij een blootstelling aan acetylsalicylzuur via de borstvoeding lijkt dit risico voor de baby niet waarschijnlijk.

Carbasalaatcalcium is het calciumzout van acetylsalicylzuur.

Clopidogrel
Er is weinig bekend over clopidogrel tijdens de borstvoeding. Het is niet bekend of clopidogrel naar de moedermelk overgaat. De fabrikant geeft aan dat in een klein aantal postmarketing cases geen bijwerkingen zijn opgetreden bij kinderen van wie de moeder clopidogrel gebruikte tijdens de borstvoeding. Mocht er besloten worden om borstvoeding te gegeven, dan kan er voor gekozen worden om 6 uur te wachten met het geven van borstvoeding na de laatste dosis clopidogrel, om de blootstelling voor het kind zoveel mogelijk te beperken.

Abciximab
Er zijn geen gegevens over het gebruik tijdens de borstvoeding. Overgang in de melk is onwaarschijnlijk door de grootte van het eiwit. Bovendien worden grote moleculen waarschijnlijk in het maagdarmkanaal van de zuigeling geïnactiveerd. Systemische effecten bij de neonaat door blootstelling via de borstvoeding lijken onwaarschijnlijk.

Cangrelor
Er zijn geen gegevens over het gebruik tijdens de borstvoeding.

Dipyridamol
Volgens de fabrikant gaat dipyridamol deels over in de moedermelk. Door het hoge molecuulgewicht en eiwitbinding wordt verwacht dat de hoeveelheid in de melk laag is. De veiligheid van het gebruik tijdens borstvoeding is onbekend [3].                    

Eptifibatide
Er zijn geen gegevens over het gebruik tijdens de borstvoeding. Door het hoge moleculaire gewicht en de lage biologische beschikbaarheid gaat het waarschijnlijk niet over in de moedermelk. Bovendien wordt het waarschijnlijk afgebroken in het maagdarmkanaal van de baby waardoor het niet kan worden opgenomen.

Prasugrel
Er is geen informatie over het gebruik tijdens de borstvoeding.

Ticagrelor
Er zijn geen gegevens over het gebruik tijdens de borstvoeding. Ticagrelor en de actieve metabolieten hebben een hoge eiwitbinding (>99%), waardoor overgang in de moedermelk onwaarschijnlijk is.

Tirofiban
Er zijn geen gegevens over het gebruik tijdens de borstvoeding.

Referenties

  1. Bates SM, Greer IA, Middeldorp S, et al. VTE, thrombophilia, antithrombotic therapy, and pregnancy: Antithrombotic Therapy and Prevention of Thrombosis, 9th ed: American College of Chest Physicians Evidence-Based Clinical Practice Guidelines. Chest 2012;141 (2 Suppl):e691S-736S.
  2. Datta P, Rewers-Felkins K, Kallem RR, et al. Transfer of low dose aspirin into human milk. J Hum Lact. 2017;33:296–9.
  3. Bell AD, Roussin A, Cartier R, Chan WS, Douketis JD, Gupta A et al. The use of antiplatelet therapy in the outpatient setting: Canadian Cardiovascular Society guidelines. Can J Cardiol. 2011 May-Jun;27 Suppl A:S1-59.

 

Laatst bijgewerkt op 30-01-2023


Bij elke zwangerschap is er een basisrisico van 10 tot 15% op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een aangeboren afwijking. De informatie bij zwangerschap gaat over de vraag of dit risico groter wordt door gebruik van het geneesmiddel of vaccin. Daarnaast bespreken we diverse andere risico’s voor het ongeboren kind, zoals de kans op vroeggeboorte of een laag geboortegewicht. De informatie bij borstvoeding is gebaseerd op het mogelijke risico voor de zuigeling, uitgaande van een gezonde, voldragen baby van 0 tot 2 maanden. Bij een te vroeg geboren, kleine, lichte of zieke baby moet men extra voorzichtig zijn. Een oudere zuigeling is juist minder kwetsbaar. We gaan bij zwangerschap en borstvoeding uit van de gebruikelijke dosering, zonder dat de patiënt daarbij andere geneesmiddelen gebruikt. Of het gebruik van een geneesmiddel de beste keuze is, en welk geneesmiddel in dat geval de voorkeur heeft, kan per persoon en per situatie verschillen. Daarom is goed overleg tussen zorgverlener en patiënt essentieel. Deze informatie is bedoeld ter ondersteuning van dit overleg en kan de medische zorg niet vervangen.